donderdag 14 november 2024

Welkom op Santiago, blog van Turimm


De naam Turimm verwijst naar de stenen Urim en Tummim in het boek “De Alchemist” van Paolo Coelho. 
De jonge herder is op zoek naar een schat in de buurt van de piramiden van Egypte en de stenen herinneren hem aan zijn roeping om zijn eigen legende te leven.


Website Turimm in NEDERLANDS, FRANCAIS & ENGLISH op www.turimm.be

Turimm staat voor een missie om je eigen weg te gaan ergens tussen vrijheid en predestinatie. Het is een concept rond reconversie of verandering van mensen en organisaties.
Santiago is de naam van de jonge herder die op zoek gaat naar de schat en onderweg in de woestijn de alchemist tegenkomt die hem leert om lood in goud te veranderen (reconversie).
Het zijn de verhalen meer dan de schat zelf die aangeven waar het in dit (professioneel) leven rond draait.
Of zoals de blinde Tiresias tegen Odysseus zei : “U bent verblind door het doel, het is de reis zelf waar het over gaat.”

De blog is opgebouwd uit verschillende berichten waarvan hieronder de inhoudstafel is weergegeven.
U belandt in een verhaal door er op te klikken :


Een Vuurtoren in Taiwan deel 2, december 2018
Een Vuurtoren in Taiwan deel 1, december 2018
Aphrodite in Cyprus, juni 2018
Apocalyps in Zuid-Afrika, februari 2018
De verlichting van Aung San Suu Kyi, januari 2018, deel 3
De verlichting van Aung San Suu Kyi, januari 2018, deel 2
De verlichting van Aung San Suu Kyi, januari 2018, deel 1
Kerstmis in Tromso, december 2017
Puigdemont in Cuba, november 2017, deel 2
Puigdemont in Cuba, november 2017, deel 1
Nachtvlucht naar Calgary, augustus 2017, deel 4
Nachtvlucht naar Calgary, augustus 2017, deel 3
Nachtvlucht naar Calgary, augustus 2017, deel 2
Nachtvlucht naar Calgary, augustus 2017, deel 1
Trump in Teheran, juli 2017
De geur van Ethiopië, oktober-november 2016, deel 2
De geur van Ethiopië, oktober-november 2016, deel 1
Tao in Sichuan, juli 2016, deel 2
Tao in Sichuan, juli 2016, deel 1
De beenderenkapel in Evora, mei 2016
Schaken met de duivel in Kaapverdië, november/december 2015
Twaalf apostelen in Kaapstad, augustus 2015
Een zwerfkei in Friesland, juli 2015
Reflecties van de Chinese Muur, juni/juli 2015
Grexit in Santorini, mei 2015
Pelvic Pleasure in Lissabon, februari 2015
Ebola in Vietnam, oktober-november 2014, deel 3
Ebola in Vietnam, oktober-november 2014, deel 2
Ebola in Vietnam, oktober-november 2014, deel 1
Met de maffia naar Mars, oktober 2014
Kemmel en de Groote Oorlog, augustus 2014
Onweer in Dubrovnik, juli 2014
Leven als God in Kroatië, mei 2014
Het zwarte meisje en de witte oude man, november 2014
Stuck in Death Valley, juli 2013
Interview  met koningin Raina van Jordanië, mei 2013
Met Gaudi in Barcelona, november 2016
Bryce Canyon of het Kerkhof der Vergeten Technologie, maart 2016
Twee Belgen in Dubai, oktober 2015
De window cleaners van Chicago, maart 2014
EPD Race in Daytona, februari 2014
De Vloot van ChipSoft, februari 2014
Met Siemens in Lausanne, december 2013
CGK en Alert : Tango to Evora, november 2013
Deep Space : The Epic Experience, september 2013
Management in Kolkata, 6-10 juli 2017
Incredible India, 25-28 januari 2017
Incredible India, 20-24 januari 2017
Incredible India, 17-20 januari 2017
Incredible India, 13-16 januari 2017
Missie AZV Oost-Congo, 27-31 augustus 2013
Missie AZV Oost-Congo, 22-26 augustus 2013
Missie AZV Oost-Congo, 17-21 augustus 2013
Missie AZV Burundi, 16-20 juni 2012
RECENSIES

Pascale Platel kamertheater, 18 maart 2023
Vake Poes of hoe God verdween? 12 februari 2023
Ook via blogarchief rechts kan men de berichten/verhalen selecteren waarvoor men interesse heeft.U komt terug bij “welkom” door te klikken op het hoogste niveau (2016).
Foto's kan men vergroten door erop te klikken.

vrijdag 12 juli 2024

Clinic Boat in the Sundarban

 Woensdag 10 juli

 Om 3:00 uur in de ochtend Indiase tijd laveerde een taxi met drie mannen door de half verlaten straten van Kolkata.

Een jongeman stond met een heksen-bezem een plekje voetpad op te kuisen.

Alsof hij midden in de nacht een druppel wou deponeren op de vuile plaat van de smurrie die in het zicht en de geur van de stad waren gebrand.

Zou de man misschien een bijzondere premie krijgen voor nachtwerk?

 

“Zal er nog volk in het hotel zijn om ons te ontvangen” vroeg ik.

“Ik heb alles geregeld. Ze weten dat we komen en ook dat het tussen drie en vier uur ‘s nachts zou zijn” stelde Bart de twee anderen gerust.

Tien minuten later moest hij tot de pijnlijke conclusie komen dat de beide ingangen van hotel Fairlawn waren gesloten en er geen mogelijkheid was om een oproep te doen.

“We zullen op straat moeten slapen” lachte Johan lichtjes groen.

De taxi chauffeur zag onze consternatie en wierp ons een half geruststellende blik toe terwijl hij onbedaarlijk begon te toeteren.

Daarop ging er een licht aan en een man kwam naar het hek en verwelkomde ons in het hotel.

Welkom in India…!

 

 

Donderdag 11 juli

 

Fairlawn ademde de koloniale sfeer met heel zijn interieur te pas en te onpas opgesmukt met foto’s van een Armeense familie die het hotel in de laatste honderd jaar had uitgebaat.



Naast ons aan het ontbijt zat een Indiër die al jaren in de Verenigde Staten werkte voor Deloitte en zijn familie kwam bezoeken, in de eerste plaats zijn broer-plastisch-chirurg die recht tegenover hem zat.

Even verderop zat een nest taterende Spaanse meisjes.

Waarom waren ze naar Kolkata gekomen enkele dagen voor de finale van het Europees kampioenschap tussen Spanje en Engeland en dan nog wel in een historisch Brits etablissement?

 

Bart was als oudste van het triumviraat reeds aan zijn 32ste Indiareis  toe.

Hij zag er een stuk in de zestig uit volgens de kalender was hij tien jaar ouder.

Hij was al een paar jaar bezig om te stoppen met zijn project “Partners zonder Grenzen” in de Sundarban regio ten zuiden van Kolkata.

Gezien dit nog niet was gelukt, had hij besloten om maar door te gaan voor onbepaalde duur en ons zelfs mee te nemen voor een blik op de toekomst van het project.

Hij was in een vroeger leven jaren actief geweest als politiek mandataris in de stad Leuven en had gedurende de laatste jaren van zijn professionele loopbaan gewerkt als afgevaardigde voor de CM-zorginstellingen in Vlaanderen.

Johan, die bijna twintig jaar jonger was dan Bart, had ooit carrière gemaakt in de financiële sector in Luxemburg en Amsterdam en had enkele jaren geleden beslist om zijn professionele loopbaan af te sluiten om zich te concentreren op de dingen die er voor hem echt toe deden.

Net als Bart en ik was hij jaren geleden gescheiden en net als wij had hij vier kinderen.


Toen Bart vertelde dat hij verschillende jaren in het seminarie was geweest om priester te worden en ooit op het punt had gestaan om na een lang gesprek met Dom Helder Camara naar Brazilië te vertrekken, gaf Johan aan dat zijn vader een uitgetreden Jezuïet was die een dergelijk pad voor hem ook wel had zien zitten.

Ik was niet verder geraakt dan dat de onderpastoor van de parochie aan mijn moeder kwam vragen of ik geen priester wou worden en dat het niet waar was wat de mensen zeiden, met name dat ik een communist was.

Tussen een paar eitjes, pikante worstjes en een Indische pannenkoek maakten we alle drie het proces van onze katholieke opvoeding en alle belemmeringen die ons daarbij in onze ontwikkeling hadden geremd.

Vreemd genoeg waren we alle drie toch gelovig gebleven.

Was het omdat ik psychiater was dat ze zich geroepen voelden om hun psycho affectieve avonturen op tafel te leggen waarbij ik eigenlijk hetzelfde deed om niet in de therapeutische stoel verzeild te geraken.

Maar nu eerlijk : waarover spreken drie mannen als ze samen op reis gaan?

Over vrouwen natuurlijk!

En dat deden we als tochtgenoten in de queeste naar een leuke, spannende, veilige en stabiele relatie.

Straffe koffie werd het, alleszins straffer dan degene die in onze tassen werd uitgeschonken

 

Een half uur later braken we door het klamme gordijn van de Indiase warmte tot we onze T-shirts konden uitwringen.

We zochten beschutting in een park als iconische oase midden de prachtige stad en tegelijkertijd getuige van de vuiligheid die het Indische droombeeld ontsierde.




Zo leek het ook met India zelf te gaan, zo vertelde hij Gui Goris in zijn boek, een prachtig land met onbegrensde mogelijkheden maar tegelijkertijd met gigantische uitdagingen op het vlak van religie, sociale gelijkheid, armoede, hygiëne en klimaat.

 

We kregen hiervan een bloemlezing meegesleurd in de toeterende maalstroom van de kleffe, opgefokte stad.



Het Victoria Memorial complex van 1921 met daarvoor de beeltenis van de Engelse Queen op haar troon gebeiteld, voerde ons net als Fairlawn terug naar de koloniale tijd en tegelijkertijd ook de onafhankelijkheidsstrijd van het Indische volk.



Gie vertelde me dat in 1920 in Nagpur de conventie had plaatsgevonden van het Indian National Congress onder leiding van Mahatma Gandhi

Maar de partij werd in de loop van de volgende jaren geconfronteerd met twee interne oppositiebewegingen :

1)die van de RSS of de Nationale Vrijwilligersorganisatie die zweerden bij een strijdvaardig hindoeïstisch India of Bharat zoals ze het noemden en waaruit later de BJP of de Bharatiya Janata Party van Narendra Modi zou ontstaan

2)anderzijds de beweging van Ambedkar die afkomstig was van de zogenaamde onaanraakbaren of dalits, de laagste kaste die al eeuwen maatschappelijk gediscrimineerd waren.

Ambedkar was overtuigd geraakt dat de leer van het hindoeïsme zelf het kastensysteem in stand hield en daarom had hij samen met zijn volgelingen zich bekeerd tot het boeddhisme.

Je zou denken dat die kerel vroeg of laat wel geliquideerd zou worden door de hindoe-fundamentalisten maar het was integendeel Mahatma Gandhi zelf die op 30 januari 1948 als verzoenende figuur door een RSS-aanhanger werd vermoord.

Zelfs in de geschiedenisboeken is Ambedkar niet geschrapt als mede-auteur van de Indiase grondwet, en er wordt vandaag nog met respect over hem gesproken.

Gandhi’s Congrespartij had tijdens de onafhankelijkheidsstrijd niet kunnen verhinderen dat hindoes en moslims in staat van oorlog raakten en uiteindelijk werd in 1948 land gesplitst tussen het huidige India en Pakistan waarvan Bangladesh zich afscheurde in 1971.


Meer nog de Congrespartij is in de loop van de laatste decennia geïmplodeerd door corruptieschandalen en het is eerste minister Modi van de BJP die al jaren de plak zwaait met een hindoe-nationalistisch beleid dat vooral religieuze minderheden zoals moslims en christenen actief discrimineert.

Het is pas tijdens de recente verkiezingen een maand geleden dat de BJP zijn absolute meerderheid in het parlement is verloren en voor het eerst weer moet rekening houden met andere politieke strekkingen.

Hieruit blijkt dan toch dat India nog steeds een parlementaire democratie is waar machtsverhoudingen kunnen verschuiven door de stem van een bevolking van 1,4  miljard Indiërs.

 

Die avond waren we de enige gasten in Fairlawn restaurant.


Ideaal dus om een stagiaire te leren om ons menu op te nemen.

Het lief kind schreef haar notitieboekje vol en gaf het door aan de kelner die naast haar stond. Die vond het nodig om alles te herhalen waarbij hij een gedeelte per persoon declameerde en een deel per gang voor ons drie, waardoor het voor ons in de soep draaide.

Johan kreeg het lumineuze idee om bij het hoofdgerecht ook nog een bord broccoli te vragen waarbij de man heel vriendelijk zenuwachtig werd en begon te zwaaien met het menu.

Johan had duidelijk de bonen gegeten en moest uiteindelijk genoegen nemen met een bord “vegetables”.

Maar toch waren we nog niet aan de vroege patatjes want tien minuten later kwam een hogergeplaatste onze desiderata herhalen waarbij hij de groenten vergat.

“Broccoli” herhaalde Johan enigszins geïrriteerd.

De man maakte een hinkstapsprong in zijn menukaart en deed na enkele minuten een voorstel waarmee Johan niet akkoord kon gaan vermits de druiven hem langzamerhand te zuur aan het worden waren.

“Broccoli, plate of broccoli” bleef Johan verder rumineren.

De man deed alsof hij het begreep, knikte beleefd en poetste de plate.



“I want a plate of broccoli with this” zei Johan even later tegen de stagiaire die net de pinacolada had gebracht.

De appel van het meisje viel van haar boom op de grond en Johan raapte hem lachend voor haar op :”Just a joke, miss.”

Hij had weer een vrouwenhart veroverd!

 

Zo apocalyptisch de bediening was, zo hemels was de food.

Het ontberen van alcohol had bij mij plaats gemaakt voor een pruttelende brownie met erbovenop een vanille-ijs als guilty pleasure.

 

 

Vrijdag 12 juli

 

Tijdens het ontbijt bracht het triumviraat het debat op gang over de opdracht die ze zichzelf hadden aangemeten voor deze reis.

SSDC of Sunderban Development Center, bestond 35 jaar en de uitdagingen waren enorm.

Het is gelegen vlakbij Lakshmikanta Pur, zo’n 60 km ten zuiden van Kolkata, ten noorden van de Sundarban eilanden die zich uitstrekten tot over tot over de grens met Bangladesh.




Eerder vroeg dan laat zou de levensader van PAZ-subsidies voor het SSDC-centrum, langzamerhand opdrogen met vooral voor Bart als bezieler van het project de bijna existentiële vraag om aan zijn erfgoed en passie een humanitair acceptabel vervolg te breien.

Hij was 35 jaar geleden naar Mumbai getrokken om zuster Jeanne Devos bij te staan in haar werk voor de “domestic workers”, zeg maar de Indische kinderen die in rijke families werden uitgebuit met het ontberen van schoolopleiding, onredelijk zware arbeid of seksueel misbruik.

Toen zuster Jeanne zei dat funding voor haar werk niet haar eerste prioriteit was en hij begreep dat hij niet substantieel kon bijdragen aan haar beweging, trok hij haar Kolkata om te gaan werken in de slums waar kinderen in een toxische omgeving batterijen moesten ontmantelen.

Enkele jaren later kwam hij in contact met een zekere Arnoud Raskin die “mobile schools” had opgestart in Guatemala en Boliviê vanuit het idee dat onderwijs moest gebracht worden naar de leefomgeving in plaats van kinderen te sequestreren. in scholen en internaten.

SSDC was geïnteresseerd geraakt in het concept en Bart trok er naar toe om het in hun centrum te implementeren.

Zijn intentie werd nooit gematerialiseerd maar hij raakt verbonden -verliefd zoals hij soms zegt- met het project en naast het opzetten van de funding, trok en trekt hij er soms meerdere malen per jaar naartoe om de voortgang te bekijken en het team te ondersteunen -en tot rust te komen zoals hij zelf zegt-

Het meest succesvolle project was de zogenaamde oogkliniek waar duizenden cataractoperaties per jaar werden uitgevoerd door bekwame oogartsen.

Omdat men vaak nog kookt op houtvuur was er immers een belangrijke problematiek van staar of cataract op het vaste land en de eilanden van de Sundarban.

Daarnaast had men ook nog een “book bank” voor kinderen opgezet en er was een team opgezet ter preventie van child traffic, early marriages en sexueel misbruik van kinderen in de Sundarban.

Naast deze initiatieven had Bart ook gesponsord voor een unit voor ondervoede kinderen, een initiatief dat in tweede instantie was overgenomen door ziekenhuizen uit de omgeving.

Het pronkstuk van SSDC was de zogenaamde clinic boat die dagelijks naar de eilanden vaarde om ter plaatse basisgezondheidszorg te voorzien.

Maar de boot was versleten en een nieuwe kostte al snel 130- tot 150.000 euro.

En de meest prangende vraag was of er genoeg middelen waren voor de exploitatie.

Voor elke vaart moesten er wettelijk 3 bootlui aan boord zijn naast een arts, verpleegkundige en maatschappelijk werker.

Deze exploitatiekosten van ongeveer 300 € per dag werden tot voor kort gedragen door Hans Foundation maar die zouden miserie gehad hebben met de Indische federale regering en hadden de sponsoring stopgezet.”

 

Bart was geld aan het inzamelen om een nieuwe boot te kopen maar hij was tot het besef gekomen dat de aankoop van een boot zonder garantie op financiering van de exploitatie een doodgeboren kind zou kunnen zijn.

Ik vroeg me af of met het geld voor de boot geen andere initiatieven geen andere meer duurzame initiatieven konden worden genomen om de grootste nood aan zorg binnen de eilanden bevolking te kuieren.

Men zou kunnen denken aan het opleiden van lokale gezondheidswerkers binnen de community of andere initiatieven met betrekking tot gezondheidseducatie of basiszorg.

“Ik probeer al 10 jaar SSDC te overtuigen om een strategie uit te werken die op termijn de externe funding van hun projecten en initiatieven zou overbodig maken.”repliceerde Bart :“Nu hebben ze het plan opgevat om een evenementen-hall te bouwen voor het organiseren van feesten, congressen en andere events.

Ook daarvoor was inspanning gevraagd van PAZ maar in dit geval ging het om een eenmalige bouwkost.

Verder had Bart bij Bhakta en Gopal, de oprichters en leiders van SSDC, al jaren aangedrongen om bekwame medewerkers in dienst te nemen in het kader van hun, opvolging als verantwoordelijke de ook hier was men niet verder geraakt dan loze beloften.

Johan gaf aan dat het tijd werd om het vrijblijvend karakter van deze discussie te stoppen en de financiering van PAZ conditioneel te maken aan een aantal initiatieven om de duurzaamheid van SSDC, zijn medewerkers en de zorg voor de patiënten te garanderen.

Ik vervolgde dat het moeilijk zou zijn om de wat eigengereide bazen te bewegen in deze richting. Baktho zou zeker naar hen luisteren, hen niet tegenspreken en waarschijnlijk een aantal beloftes doen en misschien stilletjes hopen dat hij ook deze interventie van zijn westerse geldschieters kunnen biassen.

Of had hij toch een plan B achter de hand waarover hij niet wou spreken uit vrees dat hij een deur zou openen voor het stopzetten van de financiering door PAZ?

 

Intussen waren de worstjes, de Indische pannenkoek en de eitjes van hun bord verdwenen en werd het ontbijt afgerond met watermeloen, ananas en mango.

Met een gedreven voluntaristisch ex-politicus, een arts-manager-psychiater en een jurist gespecialiseerd in financiële zaken als ingrediënten moest men toch in staat geacht worden om in de Sundarban een culinair hoogstandje te verrichten.

 


Het was die avond in restaurant Peter Cat dat we die een afspraak hadden met een onbekende man die ons advies zou geven over de Clinic Boat.


Het etablissement werd in Taste Atlas van de 150 beste restaurants ter wereld, gerankt als 17de.

Toen we na een half uur vroegen waar de chicken kebab bleef, bleek dat het de amuse-bouches waren die we al verorberd hadden.

Maar we waren niet gekomen om een recensie te schrijven over de Indische keuken.

 

De man aan de andere kant van de tafel had golvend zwart haar en een ringbaard en hij verborg zijn blik achter een Serengeti-zonnebril.

“Hoe moeten wij je noemen?”

“Deep Boat” antwoordde hij monotoon met een wat hese stem : ik vaar met jullie naar de diepte.”

“Waarom mogen wij niet weten wie je bent?”

“Omdat ik moslim ben en ik heb een belangrijke maatschappelijke positie waarbij ik nauw samenwerk met de overheid en ik wil die niet in het gedrang brengen.”

“Oeps, India is toch een democratie” sprong ik in :”Freedom of speech nee? En à la limite ga je ons toch niet adviseren over politiek maar over gezondheidszorg.”

“Je hebt zelf al de politiek geïntroduceerd in dit gesprek” antwoordde de man gevat : “Je weet toch dat Modi en zijn Hindoe-nationalistische BJP niet op moslims en andere minderheden gebrand zijn maar ze laten mij mijn ding doen en ik wil hen niet provoceren.”

“Maar er is hier toch geen afluisterapparatuur geïnstalleerd?”, vroeg Johan.

“Hopelijk niet maar als jullie mijn foto of mijn statements op facebook beginnen te posten, kunnen die onder de radar komen van de gigantische zoekmachines van de overheid en jullie kunnen mogelijks problemen krijgen met je volgende visumaanvraag maar ik met mijn job en de mensen waarvoor ik verantwoordelijk ben en mogelijks zelfs mijn familie.”

“Zou kunnen kloppen “ zei ik :”Ik had nu al bijkomende vragen over mijn visum : over wat mijn doel was van de trip en wat mijn vennootschap allemaal deed.

Ik vraag me af of ze een leger ambtenaren hebben op de ambassade om dat allemaal uit te pluizen.”

“En ik kan niet rechtstreeks geld meer storten voor SSDC”, vulde Bart aan :“Ik moet het overschrijven naar een rekening van de State Bank of India die het dan doorstorten naar SSDC, tot nu toe zonder problemen.”

“Tot nu toe” antwoordde Deep Boat : “We moeten inderdaad veel voorzichtiger zijn dan vroeger. Maar nu ter zake: de clinic boat “

 

Intussen hadden we een bijkomend gerecht besteld en serveerden ze ons de plaatselijke shiraz die vooral in prijs (2 euro) gigantisch verschilde van de buitenlandse wijnen op de kaart.

 

“We zijn met PAZ geld aan het inzamelen voor een nieuwe clinic boat maar de vraag is of er genoeg middelen zijn voor de exploitatie.”, begon Bart.

“We kunnen moeilijk een boot kopen en hem laten beschimmelen omdat hij niet kan varen” vulde Johan aan.

“Weet je welke patiënten op de eilanden worden gezien?” vroeg Boat :”Wat voor gezondheidseducatie, diagnose of behandelingen er gebeuren? Weet je hoeveel en welke eilanden worden aangevaren en wat de rationale is van hun keuze?”

“Ik vraag me af wat er met die patiënten gebeurt nu de boot bijna niet meer vaart” kwam ik tussen : “Wat is de capaciteit en de kwaliteit van het bestaande gezondheidszorgsysteem. Kunnen zij dit initiatief overnemen en misschien kunnen we dan het geld voor de boot gebruiken voor opleiding of ondersteuning van laagdrempelige zorgcircuits”

“De dokter heeft ervaring in zorgsystemen” lachte Deep Boat lichtjes spottend.

“De dokter heeft als psychiater een opleiding gevolgd in systeemtherapie” repliceerde Bart :”Hij is directeur geweest in verschillende Vlaamse ziekenhuizen, heeft les gevolgd in het Tropisch Instituut en heeft verschillende missies gedaan in India en Centraal Afrika rond ziekenhuismanagement.”

Omdat hij vond dat hij zichzelf wat opgeblazen had, voegde hij er aan toe :”Maar ik ben een groentje als het gaat over complexe zorgsystemen zoals in de Sundarban waar armoede, geografie, gebrek aan infrastructuur en steeds meer frekwente typhoons elk initiatief hypothekeren.

Daarom komen we naar Deep Boat omdat we niet aan de oppervlakte willen varen”

 

“The honour is mine” antwoordde de Indiër voorkomend.

“Kan je ons iets vertellen over het Indische gezondheidszorgsysteem?”


“Het meest lokale niveau is de Gram Panchayat, een verzameling van dorpen van enkel tienduizenden mensen..Verschillende villages of Gram Panchayat’s behoren tot een Block (Panchayat Samiti), een bestuurséénheid die klassiek beschikt over een centraal ziekenhuis(je) en enkele zogenaamde “subcenters” (“primary care units”).Blocks vormen samen een district (Zilla Parishad) met een groter en meer gespecialiseerd openbaar ziekenhuis.De districten zijn gebundeld in staten, op hun beurt onderdeel van de Republiek India.

 

Het komt er op aan” aldus Deep Boat :” het bestaande gezondheidszorgsysteem te versterken of er op zijn minst linken mee te leggen en niet als een autonome enclave ergens iets neer te poten zelfs al heb je geld van een buitenlandse sponsor.

Begrijp me niet verkeerd, ik volg SSDC al jaren en ik denk dat ze voor die regio prachtig werk hebben gedaan maar het is nu het moment om vooruit te kijken : Waar willen ze binnen vijf jaar staan? Hebben ze een financieel plan met ook een B- en C-scenario als de externe funding opdroogt? Hebben de leiders aan hun opvolging gedacht?”

“Vraag ik al jaren” antwoordde Bart : “Maar er bougeert niets’”

“Misschien weten ze het zelf niet en durven ze er niet over spreken”. sprak Boat :”Misschien hebben ze meer schrik om te zinken dan je zou vermoeden.”

“Daarom komen we te rade bij Deep Boat” lachte Johan:” Wat is je advies, meneer de consultant?”

“Vraag een echte consultant -niet mij- die je een idee kan geven over de health care status in de Sundarban en welke pathways van toegevoegde waarde SSDC kan ontwikkelen.

Is best ook iemand die iets kent van financiën en human resources, geen superspecialist maar een man of vrouw die begrijpt hoe je mensen en groepen met elkaar moet laten samenwerken en die oog heeft voor de hefboom die opleiding kan betekenen.

Laat zo’n witte raaf dan in connectie komen met een expert uit België, iemand zoals Bart Criel bijvoorbeeld.”

“Maar die is op pensioen.”, kwam ik tussen.

“En jij, de superman van de gezondheidszorg“, lachte Deep Boat hem een beetje uit.

“Ik ben sedert vorige week ook op pensioen.”

“Ideaal” vulde Johan aan : dan heb je tijd”

 

De shiraz begon zijn werk te doen.

En intussen was het volgende gerecht geserveerd : een potje bruin met 2 kleine hapjes lamsvlees en een zee van saus.

Hoe zou het eten zijn van de Atlasrestaurants van 18 tot 150?

 

“We willen een duurzaam project voor de Sundarban, Boat” gaf Bart aan :”

Geef ons een oneliner om er aan te beginnen.

“If you go slowly, go alone

If you go far away, go together “

 

En Deep Boat ging langzaam op in het bonte gekakel van Park Street, op weg naar vrouw en kinderen of naar het nachtleven van Kolkata…


 

Zaterdag 13 juli

 

We werden opgehaald door een chauffeur van SSDC die ons langs de “Route du Midi” ten zuiden van West Bengalen over iets meer dan twee uur naar Lakshmikanta Pur zou brengen

Het duurde al meer dan een half uur om uit het kolkende Kolkata te geraken om dan langs een smal provinciebaantje, omzoomd met twee witte lijnen, de verkeersoorlog te trotseren.

Auto’s en vrachtwagens, brommers en fietsers en voetgangers duwden en draaiden om zo snel mogelijk de volgende vierkante meter van de weg te veroveren.


Het etablissement van het Social Development Center was gelegen even buiten Lakshmikanta.



Het bestond uit een aantal gebouwen met verschillende finaliteit ; het grootste en belangrijkste was de oogkliniek met links daarachter  de keuken en het “chic” gastenverblijf waar Bart zijn vaste residentie had en helemaal aan de andere zijde van het terrein het gewone gastenverblijf waar Johan en ik elk een kamer toegewezen kregen met het comfort van een aftandse Lada die net voor de verkoop nog even opgekalfaterd was om de prijs op de drijven.

Prijs/kwaliteit konden we niet klagen want we moesten voor de kamer niet betalen



 

Ze was groot en donker en in het midden stond een tafel met een dunne matras en twee schutsels voor en achteraan dat uiteindelijk een bed bleek te zijn. Er stond een rek dat kon dienen voor kleren, handdoeken, kleine valiesjes, boeken of ander materiaal en aan de andere kant een klein tafeltje met schuiven die nog littekens hadden van vroegere agressie.

Er was een lavabo, een douche en een wc waar lauw water uitkwam en daarmee was alles gezegd. Je had snel door dat je eerst naar toilet moest gaan vooraleer te douchen want in omgekeerde volgorde stond de wc onder water. Groot lichtpunt was nochtans dat er, na enig aandringen, een airco was geplaatst en hij werkte!

Ik besefte hoe verwend ik wel was als westerling en hoe gemakkelijk het uiteindelijk voor mij was om voor een paar dagen dit regime te tolereren en dat ik eigenlijk moest beseffen dat de huisvestingsomstandigheden van de gemiddelde bevolking hier nog veel erger waren.

 

Na de platte rust, die ik gebruikte om te schrijven werden we verwacht in een pittoresk prieeltje midden in de prachtige bloementuin net naast de keuken.


Het personeel liep over en weer om ons Indische hapjes en thee te brengen maar een jongen van rond de 25 bleef zitten aan de tafel van de belangrijke mensen.

Bhakta stelde hem voor als zijn zoon die net zijn geneeskunde-studies had afgewerkt.

De jongen had de intentie om oogarts te worden en een praktijk uit te bouwen in de SSDC Eye Clinic.

Het was op dit moment helemaal niet duidelijk of hij in de toekomst ook een bestuurs- of managementfunctie zou opnemen maar toen we hoorden dat de dochter tandheelkunde deed (er is ook een tandheelkundige praktijk op SSDC) en ook Gopal al een zoon had die geneeskunde deed, werd het duidelijk dat SSDC de factu een familie -KMO was geworden

Wat misschien ook een verklaring was voor het feit dat er geen deskundige jonge managementprofielen werden aangetrokken hoewel Baktho het tegendeel beweerde.

 

Ik nam het initiatief om de dialoog te starten met aan te geven hoe belangrijk we de verwezenlijkingen van SSD inschatten en dat we alle drie actieve sponsors waren -uiteraard Bart outstanding- en dat het onze belangrijkste intentie was om samen met hen een transitie voor te bereiden naar de status waarbij de funding vanuit PAZ zou op ophouden te bestaan.

 

Het was belangrijk om de bestaande gelden en ook de toekomstige funding te investeren in duurzame projecten waarbij PAZ mogelijk zou kunnen voorzien in een opstartfinanciering voor een initiatief dat op termijn van enkele jaren zelfbedruipend of winstgevend zou zijn.

In die optiek gaven we aan dat we onze twijfels hadden bij de aankoop van een nieuwe kliniekboot gezien er nog steeds geen oplossing was voor de exploitatiekosten. Maar tegelijkertijd garandeerden we dat budgetten hiervoor voorzien, konden aangewend worden voor andere projecten binnen SSDC dat we daar samen over zouden brainstormen.

 

Je zag Bhakta als een doorwinterde onderhandelaar luisteren en oogcontact zoeken -en kijken naar Gopal en zijn advies vragen – om op het gepaste moment zijn kaarten op tafel te leggen :

“We komen een beetje terug op de aankoop van een nieuwe kliniekboot maar het project zelf blijft voor de bevolking van de eilanden wel een absolute prioriteit. Ik heb nagevraagd en voor een $ 15.000 zou de bestaande boot kunnen hersteld worden voor de volgende 10 jaar.

Voor de exploitatiekosten heb ik nog geen oplossing maar een tweetal uitvaarten per week zou moeten mogelijk zijn.”

Toen we aangaven dat een dergelijke exploitatiekost door PAZ niet kon gedragen worden en trouwens ook einde verhaal was omdat de funding vanuit onze vzw eerder vroeg dan laat zou ophouden, insisteerde hij hier niet op.

Hij gaf aan andere bronnen te zullen zoeken maar hij kwam hier een paar keer op terug waarbij hij tussen de regels suggereerde dat PAZ misschien enkele jaren, twee dagen per week voor zijn rekening kon nemen in afwachting van andere projecten die winstgevend zouden kunnen zijn.

 

Dan deed hij het voorstel om een kinderkribbe en eerste kleuterklas op te zetten en jaar na jaar uit te bouwen tot een volwaardige school.

Hierbij zou de bijdrage van de middenklasleerlingen kunnen aangewend worden om het gebrek aan inkomsten door armen te compenseren en een zekere winstmarge op te bouwen.

De intrede van zijn zoon had hen waarschijnlijk op het idee gebracht om een polikliniek te bouwen met verschillende medische specialismen waarbij de winst moest komen van medisch technische onderzoekingen (klinisch labo- ze hadden geen radiologie) en de marge op de verkoop van medicatie.

Het vroegere idee van een evenementenhal was voor hem duidelijk ondergeschikt geworden aan deze laatste twee projecten.

 

Johan, Bart en ik werden even stil en keken naar mekaar, wat in snelheid genomen door zijn strategisch inzicht.

Het feit dat hij de kliniekboot transformeerde binnen meer haalbare contouren en afzag van de evenementenhal en in plaats daarvan prioriteit legde bij maatschappelijk zeer relevante initiatieven in onderwijs en gezondheidszorg, was voor ons alleszins bocht in de goede richting.

 

“Heel interessant “ ging Johan op zijn verhaal in :”Maar we zouden graag een overzicht hebben van deze verschillende projecten : een beschrijving, timeline, de kostprijs en het verwachten financieel bilan.

Daartegenover kunnen we de inkomsten stellen die PAZ of anderen mogelijks kunnen genereren zodat we een inzicht krijgen in wat realistisch is en kunnen we samen timing en prioriteiten afwegen.”

Bhakta knikte overtuigend maar gaf niet direct een voorzet om dit operationeel te maken ook niet nadat Johan, door Bart en mij gesteund, er een paar keer op terugkwamen.

Maandag zou het diensthoofd financiën terug zijn en hij zou ons alles geven wat we nodig hadden.

 

Vroeger dan verwacht viel het gesprek wat stil en we wisten niet goed of we zonet een doorbraak hadden gerealiseerd dan wel dat we door Baktho ingepakt waren.

 

Het was zaterdagavond en Johan en ik verschoven langzaam onze aandacht naar Remco  Evenepoel die aan de andere kant van de wereld de Tourmalet aan jet oprijden was.

Via een VPN tunnel zagen we hoe onze landgenoot achter Pogacar en Vingegaard het podium van rit en Tour probeerde veilig te stellen.


“Hoe kunnen we het podium met Bhakta en Gopal behalen?”, was de vraag die na de koers op Bart’s kamer naar boven kwam gekropen onder clandestien alcoholgebruik.

Daarbovenop waren Johan en ik ook blij dat we tegen de etiquette in, die dag onze short hadden aangedaan om toch niet helemaal toe te geven aan het Sundarban ritueel.

 

 

Zondag 14 juli

 

Zondag was rustig en schrijfdag voor mij.

Johan en ik hadden het plankslapen overleefd en repetitieve felle onweersbuien hadden de temperatuur wat draaglijk gemaakt en ook het terrein en de straten omgetoverd in een plasmozaïek gezien afwatering hier nog moest uitgevonden worden.

 

In de namiddag gingen we te voet naar Lakshmikanta Pur waarbij de grootste uitdaging erin bestond de plassen te vermijden en tegelijk niet te worden overhoop gereden door de toeterende oorlogsmachines die uit alle richtingen hun kanon op ons richten.

En die meestal wel net op het laatste nippertje van doelwit veranderden.




Voor iets minder dan twee euro konden we acht exotische Indische gebakjes proeven samen met drie Westerse frisdranken.



Op de terugweg naar SSDC sloegen we even rechtsaf een smal voetpad in dat ons leidde naar een paradijselijk groen stipje in het Bengaals zootje ongeregeld.




Evenepoel werd opnieuw derde na Pogacar en Vingegaard.

 

 

Maandag 15 juli

 

Maandag hadden we onze lange broek aangedaan voor het bezoek aan de oogkliniek.

De hall was tot in elke m2 gevuld met een bonte mengeling van vooral oude Indiërs.



De HR-manager kreeg van Bhakta de opdracht om ons rond te leiden.

Langs allerlei kamertjes en gangetjes werd de patiëntenflow live met ons gesimuleerd.



Hoogtepunt was het bezoek aan een oftalmoloog die zich direct op de kaart zette door aan te geven dat hij member was of “The Scottish Royal College of Ophthalmologists” of iets in die aard; in elk geval Europees waaruit bleek dat het Westen voor hem nog altijd de high level professional referentie was.

Hij vertelde dat ze niet alleen cataract opereerden maar ook retinachirurgie en alle klassieke oogheelkundige ingrepen uitvoerden.

Lovenswaardig was het feit dat ze, hoewel ze allen deeltijds werkten, toch een 24-uurs permanentie organiseerden.

 

In de namiddag konden Johan en ik een cataractoperatie bijwonen met persoonlijke toelichting van de oogchirurg.


Ze werkten met twee parallelle operatietafels waar de ene patiënt werd geopereerd terwijl de andere intussen werd voorbereid of van tafel gehaald zodat er tot zes ingrepen per uur konden gebeuren.

De vijf oftalmologen werkten al meer dan 20 jaar voor SSDC en we vroegen ons af of ze hier meer konden verdienen dan wel dat ze het deden vanuit een maatschappelijk engagement.

 

Op de middag hadden we met scooter en riksja een bezoek gebracht aan het plaatselijk blockhospitaal.


Eens buiten Lakshmikanta Pur begrepen we de keuze van het vervoersmiddel, schurend over iets tussen asfalt en gravel.

De natuurlijke vijvers hadden zich als spiegels voor de zon behaaglijk genesteld tussen elegante bomengroepjes op gras.



Pas toen we gestopt waren midden een horde van riksja’s, begrepen we dat het blauwe gebouw voor ons een ziekenhuis was.



Bhakta werd zowat uitgescholden omdat we te vroeg waren maar nog geen minuut later werden we vriendelijk ontvangen door de arts-directeur in het gezelschap van een klasse-dame die goed Engels sprak en gedoctoreerd epidemioloog bleek te zijn.

Het block-ziekenhuis stond in voor 340.000 inwoners inclusief Lakshmikanta Pur.

Het was in een raadsel waarom ze het gebouw midden in de wei gezet hadden met een slechte verbinding naar de stad.

 

Het ziekenhuis zelf had twee verblijfsafdelingen, respectievelijk voor mannen en vrouwen.

Er werkten vier algemeen artsen -geen specialisten- en er vonden enkel normale bevallingen plaats, geen keizersneden of andere chirurgie.

 

Als vooruitgeschoven posten fungeerden een dertigtal zogenaamde eerstelijns “subcenters” met een verpleegkundige die binnen korte tijd -zo was het plan- advies zou kunnen inwinnen van een arts via telegeneeskunde.

 

Een rondleiding bevestigde het gekende stereotype van een openbaar ziekenhuis in het Zuiden : verouderde gebouwen en apparatuur (behalve de analysers van het labo), weinig gemotiveerde staf en overvolle wachtzalen met patiënten die gelaten hun beurt afwachtten.

 

Als Deep Boat het had over aansluiting bij het openbaar gezondheidszorgsysteem, leek het eerder op een versleten reddingsboei die je in het ergste geval zelfs kon doen verdrinken.

 

Tijdens het theemoment van 17u kwam dan toch de boekhouder van SSDC met vier A4-tjes die als een soort kasboek de in- en uitgaven inventariseerde per programma of project.

Een echte resultatenrekening bleek niet voorhanden waardoor de afschrijvingen niet als kost genomen werden maar wel het volle investeringsbedrag.

Hij verwees wel naar een balans waarop activa en passiva waren geregistreerd en die hen ons later bezorgde.

Ik toverde een soort van reporting-financial-sheet uit mijn excel om meer inzicht te krijgen in de balans per project, de externe funding (inclusief die van PAZ) en een estimatie van investeringskosten voor de voorgestelde projecten en hun mogelijk effect op het resultaat.

Tot onze verbazing toonde een eerste blik dat ons clubje slechts instond voor minder dan een tiende van de totale sponsoring.

 

Die avond was het rustdag in de Tour en ook voor ons.

Als avondmaal aten we fruit dat een halfuurtje later in de weegschaal werd gelegd tegenover bier en chips en koeken in Bart’s residentie.



We wisten niet of de totale balans aan calorieën positief of negatief zou zijn.

 

 

Dinsdag 16 juli

 

Het was ongeveer een uur drive van Lakshimanta Pur tot een bedrijvig haventje  waar versleten grote en kleine boten om de beurt aanmeerden.

Net zoals je op luchthavens onontkombaar langs de schoonheidsproducten en de alcohol moet passeren vooraleer je de gates kan bereiken, leek het straatje naar het water op een permanente markt waar je alles kon kopen en verkopen wat verscheept kon worden naar de eilanden of afgevoerd naar het noordelijk vasteland.

 

Het bleek zes maanden geleden dat de Clinic Boat nog uitgevaren had.

We hoopten dat de crew de boot toch minimaal zeevaardig had kunnen maken, de woorden van Bhakta indachtig dat er 15.000 € onderhoudskosten nodig waren om het vaartuig terug up en running te maken.

 

We zagen geen tijgers in het mangrovebos, geen krokodillen die lagen te zonnen op de smalle zandstrook en we bleven drijven.




We kregen zelfs een volwaardig middagmaal met ongeveer dezelfde ingrediënten als op de thuisbasis want het tijdstip en het menu van de SSDC-maaltijden bleken volgens Bart al jaren hetzelfde.

Nochtans hadden we in Lakshimanta een eindeloze variëteit gezien van groenten en fruit en gebakjes maar de fournisseur van SSDC trok elke dag met zijn kar naar het stadje om met hetzelfde grondstoffenpakketje het eindeloos doorproefde menuutje  te deliveren.

Bart had ooit in hun keuken alternatieve menu- en kookscenario’s geïntroduceerd zonder enig beklijvend leereffect.

.

Zou dit een metafoor worden voor onze missie, onze intentie en poging om SSDC iets bij te brengen?


Maar het waren integendeel de eilandvrouwen van Banashyam Nagar die een uurtje later ONS iets bijbrachten.

Bij onze aankomst op het eiland verzamelden ze op een verhoogd betonnen prieeltje dat uitkeek op een verlaten pleintje met op het einde een Hindu-tempel met daarvoor een soort verplaatsbaar baldakijn dat drie torentjes droeg.



We werden verzocht om plaats te nemen op een stoel met uitzicht op het plein en een dertigtal vrouwen gingen voor ons op de grond zitten en vertelden in voor ons onverstaanbaar Bengali hun verhaal met Bhakta als tolk.



Uiteraard ging het over het gemis van de boot of liever het medisch team waardoor de meest elementaire gezondheidszorg voor hen de factu ontoegankelijk was geworden.

Er was aan de andere kant van het eiland enkel een “subcenter” met een verpleegkundige maar als ze een arts wilden consulteren, moesten ze naar het vasteland en vaak een heel eind noordwaarts en voor ernstige aandoeningen tot in Kolkata.

In het laatste geval waren ze twee dagen onderweg heen en terug en het transport met boot en auto koste ongeveer 5000 roepi (59 euro).

Dit kwam ongeveer overeen met wat hun mannen verdienden op een maand.

Die hadden voor het overgrote deel jobs ver van huis waarbij ze 2000 roepi nodig hadden voor hun leef- en verblijfskost en dan konden ze nog 3000 roepi naar de familie sturen.

Daarvan moest de school van de kinderen worden betaald, het eten en de medische zorgen om nog te zwijgen van huisvesting en kleren en andere leefkosten.

Het was een verhaal dat we eigenlijk al kenden of minstens konden vermoeden en leek op het eerste zich een wat goedkoop opzet om de plaatselijke vrouwenbeweging op te voeren om ons zo onder druk te zetten voor sponsoring van de kliniekboot.

 

Maar zo voelde het helemaal niet aan!

We werden gepakt door de gedrevenheid waarmee de vrouwen hun verhaal vertelden, zonder een zweem van zieligheid of schuldinductie of agressie, de vastberadenheid en fierheid in hun ogen die toch moest wijken voor de vraag om hulp die ze onontkoombaar formuleerden ten opzichte van witte mannen met een zonnebril die straks de boot namen naar het vasteland, de auto naar Lakshimanta Pur, ’s anderdaags naar Kolkata werden gebracht, de dag erop naar België vlogen om te landen op hun mooi terras met een glas witte wijn.

 

Ik verstond geen woord van hun Bengali en nam in flarden de vertaling op van Bhakta in zijn Indisch Engels maar ik begreep heel goed de essentie van hun boodschap : “Het kan allemaal wel zijn dat er sponsors weggevallen zijn en dat de Indische  regering haar verantwoordelijkheid niet neemt en dat het bootproject moet afgewogen worden ten opzichte van andere minstens zo belangrijke noden,

Maar eigenlijk hebben wij dar geen boodschap aan : jullie hebben het geld en de macht en de connecties om ons in deze schrijnende situatie te helpen en het kan ons niet geven hoe, maar los het alsjeblief op.”

Het kwam rauw binnen toen ze op het einde van hun speech ons bedankten omdat wij vanuit het verre België naar hun eiland gekomen waren om naar hen te luisteren.

 

Instinctmatig was ik hen beginnen filmen en ik beloofde hen om hun gezicht en hun stem en hun boodschap mee te nemen naar waar wij woonden.

 

Die avond zagen we niet hoe Jasper Philipsen de laatste massaspurt van de Tour gewonnen had.

Bij onze dagelijkse dubbel pint in Bart’s woonkamer wogen we de adviezen van Deep Boat af tegenover de visie van Bhakta en de noodkreet van de vrouwen van Banashyam Nagar.

We moesten opnieuw onze strategie bijstellen : de boot was een shelter van zorg voor een bevolking die blootgesteld was aan 1001 rampen en gevaren.

De boot MOEST weer varen.

 

We spraken af dat we met PAZ het opkalefateren van het vaartuig zouden financieren a rato van 15.000 roepi zoals Bhakta had gevraagd.

Daarnaast zouden we instaan voor  één dag per week vaarkosten voor een tweetal jaar op voorwaarde dat er een andere financier zou gevonden worden voor minstens één ander dag.

Bart had via een Belgische connectie de volgende week elders in India een afspraak met een Indische pharma-boss die al principieel toegezegd had om PAZ en dus SSDC te sponsoren.

Na enig aandringen besloot Bhakta dat Gopal mee zou gaan vermits hijzelf ter plaatse moest blijven omdat zijn kleinzoon een ernstige chronische ziekte had.

 

En zo werd het morgen en avond van deze bewogen dag.




Woensdag 17 juli

 

De hele voormiddag was het prieeltje veranderd in een filmstudio waarin de cast (Bart, Johan, Bhakta en ik) onder mijn onervaren leiding als regisseur het narratief en vooral nood van Banashyam Nagar probeerden in beeld te brengen.

 

De opnames duurden meer dan drie uur, veel langer dan gedacht onder andere door blaffende honden en fluitende treinen, door acteurs die rap een ander shirt gingen aantrekken omdat ze vonden dat ze er te dik uit zagen, door topsprekers die net zoveel remakes nodig hadden tot ze er zenuwachtig van werden of omdat ze de Engelse vertaling rateerden met een imploderend effect op hun betoog.

 

In de namiddag trok ik me terug in de montagekamer tot in de late namiddag voor het koffieritueel waar we een gesprek zouden hebben met de boekhouder.

Ik had hem een excel-sjabloon gestuurd met de vraag om het in te vullen en met als doel inzicht te krijgen in de rentabiliteit en duurzaamheid van de verschillende projecten en ook in de inbreng en het commitment van de sponsors.



Hij was de hele dag niet beschikbaar geweest omwille van een vroeger geplande meeting en toen Johan meldde dat hij nauwelijks goedendag had gezegd in het voorbijgaan, waren we overtuigd dat onze excelberg een nietszeggende muis van zijnentwege zou baren.

 

Het tegendeel was waar : hij begreep zeer goed de door ons voorgestelde methodologie en tot onze absolute verbazing was hij reeds begonnen met de excel in te vullen

Hij zou die in de loop van de volgende twee weken verder afwerken alsook de input voor een nieuw sjabloon dat ik ter plaatse uitwerkte om een inzicht te krijgen in de verschillende sponsoringkanalen.

Na het doorsturen van de ingevulde documenten zouden we een online meeting organiseren om één en ander te bespreken.

 

Met betrekking tot hun investeringsvoorstellen voor de oprichting van een school en een polikliniek hadden we nog niets vernomen tot Bhakta even later ons een volledig uitgewerkt financieel plan doorstuurde.

 

De afscheidsceremonie die volgde, was er één van niet geveinsde appreciatie, dankbaarheid den vriendschap van een “kasteloos” India tot in het “hart” van Europa.

Ook al bleef Bhakta, weliswaar authentiek, maar net iets te lang hangen in zijn verdediging van de Acht Zaligheden.

Hij vertelde  er wel uitdrukkelijk bij dat de God die het hele project en ons samenzijn had mogelijk had gemaakt, niet geclaimd diende te worden door het christendom, de moslims of de hindoes.

Met zo’n quote zou je heel wat wereldproblemen kunnen oplossen…

 

 

Donderdag 18 juli

 

De volgende morgen vertrokken Johan en ik terug naar Fairlawn in Kolkata terwijl Bart achterbleef onder het prieeltje.

Hij zou ook nu geen short dragen, het perpetuum mobile menu accepteren en geen alcohol meer drinken de volgende weken.

“Uit solidariteit met de gemeenschap waarin ik verblijf…”

Zo kennen we hem.

 

Johan en ik namen de tijd om de draad op ten nemen van de diepzinnige gesprekken die we een week eerder waren begonnen.

Het speelde zich af in en quasi verlaten restaurant waar minstens vier kelners een op-en-af-circuit installeerden naar onze tafel om nog maar eens onze menukeuze te bevestigen, een glas wijn uit te schenken of ons te vragen of we niet liever vis en vlees hadden in plaats van twee keer vlees zoals we bestelden : “dan kunnen jullie delen en kiezen”.

We misten het lief kind…

 

 

Vrijdag 19 juli

 

Hoog in de lucht legde de regisseur de laatste hand aan de montage van de Sundarbanfilm.

Hij zal worden ingezonden voor het festival van Banashyam Nagar dat plaatsvindt op het pleintje tussen het prieeltje en de de Hindu-tempel.

Je kan er geraken per boot.