donderdag 14 november 2024

Welkom op Santiago, blog van Turimm


De naam Turimm verwijst naar de stenen Urim en Tummim in het boek “De Alchemist” van Paolo Coelho. 
De jonge herder is op zoek naar een schat in de buurt van de piramiden van Egypte en de stenen herinneren hem aan zijn roeping om zijn eigen legende te leven.


Website Turimm in NEDERLANDS, FRANCAIS & ENGLISH op www.turimm.be

Turimm staat voor een missie om je eigen weg te gaan ergens tussen vrijheid en predestinatie. Het is een concept rond reconversie of verandering van mensen en organisaties.
Santiago is de naam van de jonge herder die op zoek gaat naar de schat en onderweg in de woestijn de alchemist tegenkomt die hem leert om lood in goud te veranderen (reconversie).
Het zijn de verhalen meer dan de schat zelf die aangeven waar het in dit (professioneel) leven rond draait.
Of zoals de blinde Tiresias tegen Odysseus zei : “U bent verblind door het doel, het is de reis zelf waar het over gaat.”

De blog is opgebouwd uit verschillende berichten waarvan hieronder de inhoudstafel is weergegeven.
U belandt in een verhaal door er op te klikken :


Een Vuurtoren in Taiwan deel 2, december 2018
Een Vuurtoren in Taiwan deel 1, december 2018
Aphrodite in Cyprus, juni 2018
Apocalyps in Zuid-Afrika, februari 2018
De verlichting van Aung San Suu Kyi, januari 2018, deel 3
De verlichting van Aung San Suu Kyi, januari 2018, deel 2
De verlichting van Aung San Suu Kyi, januari 2018, deel 1
Kerstmis in Tromso, december 2017
Puigdemont in Cuba, november 2017, deel 2
Puigdemont in Cuba, november 2017, deel 1
Nachtvlucht naar Calgary, augustus 2017, deel 4
Nachtvlucht naar Calgary, augustus 2017, deel 3
Nachtvlucht naar Calgary, augustus 2017, deel 2
Nachtvlucht naar Calgary, augustus 2017, deel 1
Trump in Teheran, juli 2017
De geur van Ethiopië, oktober-november 2016, deel 2
De geur van Ethiopië, oktober-november 2016, deel 1
Tao in Sichuan, juli 2016, deel 2
Tao in Sichuan, juli 2016, deel 1
De beenderenkapel in Evora, mei 2016
Schaken met de duivel in Kaapverdië, november/december 2015
Twaalf apostelen in Kaapstad, augustus 2015
Een zwerfkei in Friesland, juli 2015
Reflecties van de Chinese Muur, juni/juli 2015
Grexit in Santorini, mei 2015
Pelvic Pleasure in Lissabon, februari 2015
Ebola in Vietnam, oktober-november 2014, deel 3
Ebola in Vietnam, oktober-november 2014, deel 2
Ebola in Vietnam, oktober-november 2014, deel 1
Met de maffia naar Mars, oktober 2014
Kemmel en de Groote Oorlog, augustus 2014
Onweer in Dubrovnik, juli 2014
Leven als God in Kroatië, mei 2014
Het zwarte meisje en de witte oude man, november 2014
Stuck in Death Valley, juli 2013
Interview  met koningin Raina van Jordanië, mei 2013
Met Gaudi in Barcelona, november 2016
Bryce Canyon of het Kerkhof der Vergeten Technologie, maart 2016
Twee Belgen in Dubai, oktober 2015
De window cleaners van Chicago, maart 2014
EPD Race in Daytona, februari 2014
De Vloot van ChipSoft, februari 2014
Met Siemens in Lausanne, december 2013
CGK en Alert : Tango to Evora, november 2013
Deep Space : The Epic Experience, september 2013
Management in Kolkata, 6-10 juli 2017
Incredible India, 25-28 januari 2017
Incredible India, 20-24 januari 2017
Incredible India, 17-20 januari 2017
Incredible India, 13-16 januari 2017
Missie AZV Oost-Congo, 27-31 augustus 2013
Missie AZV Oost-Congo, 22-26 augustus 2013
Missie AZV Oost-Congo, 17-21 augustus 2013
Missie AZV Burundi, 16-20 juni 2012
RECENSIES

Pascale Platel kamertheater, 18 maart 2023
Vake Poes of hoe God verdween? 12 februari 2023
Ook via blogarchief rechts kan men de berichten/verhalen selecteren waarvoor men interesse heeft.U komt terug bij “welkom” door te klikken op het hoogste niveau (2016).
Foto's kan men vergroten door erop te klikken.

Terugkeer van de Inca's deel 3

 Dinsdag 29 oktober

 Toen ze die morgen de ingang van de ruïnes van Sacsayhuaman bereikten, werden ze opgehouden door een luidruchtige betoging van de locals.


“L’histoire se répète” constateerde Tupac met het mondje Frans dat hij van zijn grootmoeder had geleerd :”Deze lokale gemeenschap komt op voor een deel van de toeristenkoek die door al die gringo’s hier gemonopoliseerd wordt.

“Hoe weet je dat?” vroeg Britt.

Maar opnieuw antwoordde de Inca niet op de vraag :” Kan je je voorstellen dat dit een prachtig heiligdom was met een grote vijver in het midden en een tempel voor de Zon?


Welnu mevrouw, deze heilige site is al eeuwen een plaats van verzet.

Ik weet dat je nieuwsgierig bent naar het vervolg van mijn verhaal, met name wat er met de Inca’s gebeurde na de dood van Atahualpa.

 

Welnu in augustus 1533 rukten de Spanjaarden op naar Cusco wat makkelijker verliep dan kon worden vermoed omdat de bevolking van de zuidelijke siërra tijdens de Inca-burgeroorlog Atahualpa’s broer Huascar hadden gesteund en Pizarro verwelkomden als de bevrijder.

In Jayhawks werd nog een laatste slag geleverd met de Quitanen (troepen van de vermoorde Atahualpa) en de beslissende slag vond plaats op de laatste pas voor Cusco.

De hoofdstad van de Inca’s werd geplunderd en Pizarro trok zich terug in Lima, de nieuwe hoofdstad van de Spaanse kolonie, maar niet zonder de 20-jarige Manco, een andere zoon van Huayna Capac, tot (marionetten-) Inca te benoemen.

Aanvankelijk bleef het rustig in Cusco maar toen de Spanjaarden de lokale edelen goud afpersten en de Incavrouwen verkrachten, kwam Manco in verzet waarop ze zijn vrouw gevangen namen en zijn bezittingen plunderden.

 

Het was 1536 toen Manco de bergen introk om de grote Inca-opstand voor te bereiden.

Ze namen snel Sacsayhuaman in, toentertijd een machtige vesting die uitzag over Cusco.

Voor de slag om de Incahoofdstad stond een Incaleger van 100.000 man tegen 80 Spaanse cavaleristen en 110 infanteristen onder leiding van Francisco Pizarro’s broer Hernando.

De Inca-aanval was ingezet met stenen die in kampvuren waren verhit en met katapulten werden gelanceerd zodat de rieten daken van Cusco in brand vlogen.

De Spanjaarden geraakten in een hopeloze positie maar Juan, een andere broer van Pizarro, reed met 50 cavaleristen in op de linies van Sacsayhuaman en slaagde erin het buitenste terras van de vesting in te nemen.

Beide oorlogsvoerende partijen deden hun best om uit te blinken in wat men later oorlogsmisdaden zou noemen.

Er werden ledematen en hoofden afgehakt en ze etaleerden op het hoofdplein van Cusco, Indiaanse gevangenen op palen gespietst.

De aanval op Sacsayhuaman bleek cruciaal want, hoewel de Incahoofdstad nog 3 maanden omsingeld bleef en andere Incatroepen aanvallen lanceerden op Lima en de kustvlakten, keerde het tij.

Spaanse troepen uit andere Latijn-Amerikaanse landen kwamen ter versterking en toen Diego de Almargo, Cusco in april 1537 ontzette, besefte Manco dat de strijd verloren was en trok zich met zijn strijdmacht terug in de afgelegen Vilcabamba-vallei.



Intussen raakten de Spaanse bevelhebbers Pizarro en de Almargo zelf in conflict met uiteindelijk beider dood tot gevolg.

Manco had intussen zijn troepen Spaanse gevechtstechnieken aangeleerd en begon een guerrilla-oorlog.

Hij maakte echter de fatale fout om Spaanse aanhangers van de vermoorde de Almargo te sparen waarna ze hem vermoorden om gratie te verkrijgen van de kliek van de -eveneens vermoorde- Pizarro.

Manco werd opgevolgd door zijn zoon Titu Cusi die ziek werd en stierf na inname van een drankje, bereid door twee Augustijnen die hem wilden bekeren tot het christendom.

De Spanjaarden vielen Vilcabamba binnen en hoewel de nieuwe Incaleider veel weerstand bood, moest hij ijlings vluchten in het Amazonewoud waar hij werd verraden door een lokaal stamhoofd.

Hij werd met een gouden ketting om zijn hals naar Cuzco gebracht.

Tupac zuchtte en leek meer en meer geëmotioneerd naarmate zijn verhaal vorderde.

“Wie was de man met de gouden ketting” vroeg Bob.

“Kijk maar in je boekje “ klonk het spottend :”je zou het me behoorlijk lastig kunnen maken in een kwis.”

En weer liet hij zijn quote nagalmen met een onbedaarlijke lach.

 

Vanuit Pisac reden ze omhoog naar een Inca-site met terrassen en een soort fort op een rots gebouwd dat uitzag op de “sacred valley”.




De gids toonde aan dat verschillende bouwtechnieken verwezen naar beschavingen die zich hadden ontwikkeld voor de bloeitijd van de Inca’s vanaf 1438.

 

Veel mensen schatten het Incarijk veel vroeger in de tijd dan met name de late middeleeuwen in Europa en hebben geen weet van de vele pre-Inca-beschavingen die zich in duizenden jaren in Peru hebben ontwikkeld.

De oudste sporen van nederzettingen langs de kust van Peru situeren zich rond 3000 voor Christus.

Ten gevolge van de tanende invloed van de Chavincultuur (800 tot 300 v, Chr), ontspon zich de bloeiperiode van de Nazcacultuur aan de zuidkust en Mochecultuur aan de noordkust.(300 v. Chr tot 800 n. Chr.)


Vanaf 600 n.Chr. ontwikkelden zich achtereenvolgens de Wari, de Chimú en Chachapoyascultuur.

Het groot Incarijk van de Vier Windstreken heeft maar een eeuw geduurd maar dankt veel van zijn uitstraling en schoonheid aan het integreren van de eeuwenlange cultuur, ervaring en technieken van de Pre-Inca indianen.

Later in de namiddag werd het gezelschap geïntroduceerd in een zogenaamde coöperatieve waar lama’s, alpaca’s en vicuna’s werden gekweekt, gedemonstreerd en tenslotte gevild.


Het was een opstapje naar een sjieke winkel die pretendeerde zich te onderscheiden van het laagwaardiger machine-gedraaid textiel van onduidelijke grondstof en in die wetenschap zijn prijzen navenant opwaardeerde.

Bob en Britt namen de geweven pels van een aantal dieren mee in hun valies.

De gids beweerde dat de plaatselijk ambachtelijke bevolking hiermee werd gesteund.

 

In Ollantaytambo genoten Bob en Britt die avond van een heerlijke ceviche als gedeeld voorgerecht, gevolgd door een medium-red alpaca voor Bob en een speciale forelbereiding voor Britt, op het achterste van hun tong verdiept door een Peruaanse cabernet sauvignon met petit verdot.

 

Terug op de kamer raakte Britt in alle staten door een bericht dat in haar whatsapp was gedropt.

Het was geflankeerd door een foto van haar twee kinderen met de boodschap “Het gaat goed met hen!”

Er stond geen naam onder en de afzender had een Venezolaans mobiel nummer.

Bob wees direct naar die vreemde Inca-snoeshaan en wou zijn kamer binnenstormen maar Britt hield hem tegen :” Het kan zijn dat hij er in betrokken is, het kan ook zijn van niet.

Maar als hij in de plot zit, is hij gevaarlijk en moeten we voorzichtig zijn met onze reactie.

Iemand wil ons provoceren en kijkt uit naar onze reactie, dus voorlopig doen we niets behalve mijn ouders inschakelen om onze kinderen te beveiligen.”

 

Britt en Bob hadden zich de nacht voor de Inca Trail en Machu Picchu wellicht anders voorgesteld.




Woensdag 30 oktober

 

De volgende morgen nam het drietal om 6u de trein naar de start van de Short Inca trail op km 104 in Chachabamba.




Bij de gelijknamige Inca-site bij het begin van de wandeling gaf de gids uitleg over de bouwtechnieken van de Inca’s met als belangrijkste kenmerk hun trapeziumvormige deuren en ramen als stabiliserende factor tegen aardbevingen.





Onderweg werden ze opgewacht door een stoet van verschillend gekleurde orchideeën




Ook een parachute-achtige bloem eiste hun aandacht op .

Ze liet zich “Spaanse vlag” noemen, omdat haar kleuren overeenstemden met de Spaanse tweekleur.

 


Ook witte en gele trompetbloemen lieten zich horen.


Een behoorlijk uitputtende beklimming, doorsneden door een steile waterval, leidde tot de site van Huinay Huayna (van het Quechua naar het Engels :”Forever Young”).




Bob en Britt voelden zich “forever old” mede gezien de zware last van de bedreiging voor henzelf en hun kinderen die ze in het geheim moesten meedragen.

 

Toen ze in de bocht van de South Gate, Machu Picchu in de diepte zagen liggen, was het beginnen donderen en een halfdoorzichtig regenscherm verslenste de contouren van het wereldwonder waarnaar ze zo hadden uitgekeken.



Tegen het moment dat ze arriveerden bij Machu Picchu, waren ze doornat en de wolken deden met hangende buiken  hun best om de ruines zo veel mogelijk aan het oog te onttrekken.





 

Ze daalden honderden trappen af naar de voet van het monument en waren met de bus in het dorpje beneden aan de rivier gearriveerd, toen ze via Airalo een nieuw bericht van de Venezolaan onderschepten dat luidde als volgt :

“Na regen komt zonneschijn.

Zo mooi als wilde orchideeën zullen jullie kinderen zijn.

Tenminste als we daar samen voor zorgen in het grootste geheim.”

 

Britt en Bob raakten bijna gek van angst en ontzetting.

Het was duidelijk dat in hun onmiddellijke omgeving spionnen zaten, met natuurlijk Tupac als verdachte nummer één.

De hele nacht broedden ze op hun strategie om uit deze nachtmerrie te kunnen ontsnappen.

 

 

Donderdag 31 oktober

 

De oranje ballonnen van Halloween schenen de ellenlange wachtrij voor de bus, uit te lachen :


GHOSTBUSTERS 


Machu Picchu lag als een spinnenweb tegen de berg geplakt, geweven met terrassen en smalle steegjes die huizen en tempels ommuurden in een strak geordend patroon.

Elke stap naar boven en onder en opzij genereerde nieuwe views die in het achterste deel van de menselijke hersenschors geprocessed werden tot een driedimensionaal beeld dat zich echter nooit in zijn volledigheid liet kennen.






De gids gaf uitleg over de constructie van de huizen met woonkamer en een voorraadkamer op de eerste verdieping, met ramen en deuren in de gekende trapeziumvorm.


Hij toonde de kanalen van het irrigatiesysteem en een tempel gewijd aan de condor als heilige vogel.



Daaronder bevonden zich ondergrondse gewelven met manshoge nissen met gaten die gebruikt zouden kunnen zijn om handen en voeten te binden wat bij Bingham de associatie opriep van een gevangenis.

 

Tupac leek zich de koning van de Zon te voelen.

 

 

Toen de Amerikaan Hiram Bingham in 1911 op Machu Picchu stuitte, was hij eigenlijk op zoek naar de ruïnes van Vilcabamba het bolwerk van de laatste Inca’s.



Hij besefte niet dat hij 2 maanden eerder de gouden stad van Manco Capac al had ontdekt toen hij 100 km ten westen van van Machu Picchu, de jungle had verkend die de ruïnes van Esperitu Pampa had overwoekerd.

Pas 52 jaar later zou een andere Amerikaa,n Gene Savoy, deze plaats als Vilcabamba identificeren.

In juli 1911 daalde Bingham van Yale University via een smal muildierpad af in de kloof van Urubamba.

Aan de oever van de rivier ontmoette hij bij toeval Melchior Arteaga, een plaatselijke campesino, die hem meenam naar de overwoekerde ruïnes van Machu Pichu (is “Oude Bergtop”)

Tot zijn dood was Bingham er van overtuigd dat het Vilcabamba was.

Maar gaandeweg stapelden de bewijzen op dat deze ruïnes onmogelijk Vilcabamba kon zijn maar wat was het dan wel?

 

Bob en Britt hadden heel erg uitgekeken naar deze reis, zeker omdat ze uitgenodigd waren door een Inca-Peruaan en zo gehoopt hadden om een diepe kennis en affiniteit te ontwikkelen met de oude beschavingen van Peru.

Maar niets was wat het leek.

Zonder het te beseffen waren ze in handen gevallen van vermoedelijk een gevaarlijke bende en als hun gastheer niet Tupac de vriendelijke Inca was, wie was hij dan wel? En wat had hij te maken met de foto’s van hun kinderen?

 

 

In 1941 ontdekte Paul Fejos tijdens één van zijn tochten door de Urubamba-kloof de ruïnes van Huiña Huayna, en dit 4,5 km ten zuiden van Machu Picchu.

De Incatrail en de kleinere en grotere nederzettingen in de buurt van het complex, toonden aan dat Machu Picchu geen geïsoleerde vergeten stad was maar deel van een compleet vergeten provincie.

 

Vermits een levendige stad of dorp onmogelijk aan de aandacht van de Spanjaarden of hun Indianen-bondgenoten had kunnen ontsnappen, moet Machu Picchu al verlaten geweest zijn voor hun komst.

Ofwel was de Incastad verlaten ten gevolge van een epidemie, ofwel was de bevolking gevlucht of vermoord door aanvallen van de Anti, een vijandige stam uit het Amazonewoud?

 

Maar als Machu Picchu al onder radar van de Spanjaarden was gebleven, dan kon het complex onmogelijk ontsnapt geweest zijn aan de mondelinge overdracht van de  kaste van quipucamayocs of historici die de overlevering van de Inca’s nauwgezet bewaakten.

Als hypothese zou men kunnen denken dat Machu Picchu en co een rebelse provincie was geweest met wie meedogenloos was afgerekend en die nadien uit het collectief geheugen werd gewist.

 

Archeoloog J.H. Rowe vond in Spaanse archieven, dat er ten noorden van Cusco een plaats Picchu moet hebben gelegen, een vorstelijk landgoed gesticht door panaca (vorstenhuis van Pachacútec).

Een andere veronderstelling naar het ontstaan van Machu Picchu is dat in het kader van de expansiedrift van de Inca’s vanaf 1438 dit bergachtig gebied strategisch als één van de eerste gekoloniseerd was vooral om de Chanca-stam uit het noorden af te slaan.

Anderen wijzen op een spirituele en ceremoniële betekenis of volgens Bingham zou Machu Piccu een toevluchtsoord geweest zijn voor de maagden van de zon uit Cusco omdat er meer vrouwelijke schedels werden gevonden, hoewel rond dit laatste nog twijfel bestaat.

 

Dus in elk geval lijkt het erop dat Machu Picchu binnen één eeuw is gebouwd en terug verlaten.

 

Bij de tempel van de condor, hield Britt langer halt dan de gids en duwde haar iFoon voor de ogen van Tupac met de woorden “Heeft deze gier het ook op kinderen gemunt?”

Tupac werd lijkbleek::”Van wie heb je dat bericht?”

“Van een Venezolaan en val niet uit de lucht want je bent een condor die niet kan vliegen.

Wie bedreigt hier mijn kinderen en wat heb jij daar mee te maken?”

“Niets, helemaal niets.”

“Ik geloof er niets van”

 

Tupac scheen al zijn zelfzekerheid en slagkracht te hebben verloren.

Hij draaide zich om, leek te willen weglopen maar het was alsof hij zelf in een onbeweeglijke rotsblok was veranderd.

Langzaam draaide hij zich terug naar Britt die hem woedend en verwilderd stond aan te kijken, intussen geflankeerd door haar man.

“Ik heb er niets mee te maken maar ik vermoed dat ik weet uit welke hoek het komt.”

“Moet ik je een linkse hoek geven of een puma of een slang op je afsturen of ga je deze wansmakelijke berichten op die offerblok ginder verbranden “ kwam Bob in actie.

“Het zijn vermoedelijk de Venezolanen en ik vermoed dat ze niet de beste bedoelingen hebben.

Ik weet niet wie er in deze mensenmassa ons probeert af te luisteren maar voor je eigen bestwil, laten we dit gesprek onmiddellijk stoppen en ik zal je meer uitleg geven op een geschikt tijdstip op een geschikte plaats.

Ik ben je vriend.”

Dat laatste deed Bob kokhalzen maar het koppel volgde met tegenzin en vervolgde trail 3 om terug aansluiting te vinden met de gids.

 

 

Volgens John Hemming telde het complex 200 woningen voor 1000 inwoners.

De landbouw op de terrassen van Machu Picchu en omgevende Inca-vestingen  voorzagen in meer dan voldoende voedsel voor hun bewoners; en sommige archeologen dachten dat er cocabladeren werden geteeld voor de Inca-vorsten uit Cusco.

 

In de jaren na Binghams ontdekking, werden de ruïnes ontdaan van vegetaties.


Met de aanleg van een spoorlijn langs de rivier in jaren ‘40 kwamen de eerste toeristen met een volledige expansie vanaf de jaren ’70.

 

Hotel El Albergue was gelegen binnenin het station zelf van Ollantaytambo vanwaar de toeristen ‘s morgens heel vroeg vertrokken naar Machu Picchu voor de korte Incatrial of verder doorreden tot aan het dorpje aan de rivier dat met de bus rechtstreeks toegang gaf tot de site.

 

Terug in de kamer van het hotel, kreeg de al gespannen atmosfeer nog een boost toen bleek dat Bob’s valies, daar achtergelaten voor de trip naar Machu Picchu, gelocked was en hij de code niet kende.

Bob beweerde dat hij de valies niet gesloten had, vermits hij dit nooit deed en zelfs de code niet kende.

Hij keek half beschuldigend naar Britt die wel een valies-locker was en weliswaar zijn grote blauwe bij gelegenheid al zelf had gesloten maar ook zij pleitte in alle talen onschuldig.

De baas van El Albergue vroeg na bij zijn valiezendragers maar ook daar kwam nul op het request.

“Tupac, weer zo’n streek! Hoofdstuk 4 van zijn duivels plan.”

Bob ging regelrecht naar zijn kamer en de Inca ging drie stappen achteruit toen Bob’s vulkaangezicht in de deuropening verscheen.

Instinctmatig liep Tupac de kamer van het koppel binnen, nam een schaartje en forceerde het slot.

 

Met deze eerste kruimel van vertrouwen die hij had verworven, nodigde hij Bob en Britt uit aan een tafeltje in de tuin van het hotel.


Hij tastte schichtig de hele buurt af en begon:

“Vrienden, het spijt me verschrikkelijk dat ik jullie in moeilijkheden heb gebracht.

Je kan me wel een fundamentalistische Inca noemen en inderdaad is Tupac Amaro mijn grote voorbeeld en ik ben inderdaad de Inca leider van een ondergrondse beweging die vooral communiceert via beveiligde websites en chatgroepen en ik zoek inderdaad naar nationale en internationale steun en credibiliteit en daarom heb ik jullie uitgenodigd voor deze trip.

Maar ik heb geld nodig en enkele maanden geleden kwam ik in contact met een Venezolaans genootschap dat me feliciteerde met mijn initiatief en me financieel wou steunen omdat ze onze ideologie en strategie zagen als een inspiratie voor een hun eigen verzet tegen de corrupte regering van Maduro.”

“Je had ons daarvan toch iets kunnen zeggen” reageerde Britt.

“Als we je verhaaltje überhaupt geloven” vulde Bob aan.

 

Tupac keek verward voor zich uit.

“Ik weet niet wat ze van plan zijn maar dit heb ik in geen geval gewild. Morgen is een cruciale dag. Ik zal zorgen dat jullie niets overkomt.”

“Moeten we jou vertrouwen idioot” reageerde Bob :”We gaan hier stante pede mee naar de politie om het hele boeltje aan te geven.”

“Ik begrijp je reactie, Bob, maar naar de politie gaan is het laatste wat ik zou doen.

Je zou wel eens bij de duivel te biechten gaan. Er is zeer veel corruptie.

Ik smeek je, je moet me vertrouwen. Ik wil soms wel stevig met jullie discussiëren en misschien heb ik je af en toe beledigd maar ik wil jou of je vrouw of jullie kinderen zeker geen kwaad doen.

Breng al jullie kinderen in veiligheid en geef me tijd om één en ander te checken en de nodige maatregelen te nemen. Je moet me vertrouwen.”

“Wat ga je doen!” drong Bob aan.

“Dat kan ik je niet zeggen. Ik heb je ongewild in problemen gebracht maar ik ben de enige die het kan oplossen.”

 

 

Vrijdag 1 november

 

Bob en Britt hoopten dat hun tocht door de Sacred Valley mystieke krachten van de Inca’s zou mobiliseren om hen te beschermen.

De avond voordien hadden ze op het punt gestaan om ayahuasca te roken bij een plaatselijke sjamaan, niet om hallucinaties op te wekken maar om overtuigd te worden dat, wat hen nu overkwam, één grote hallucinatie was.

Ze hadden bij Tupac fel aangedrongen voor meer informatie over wat er de volgende dag te gebeuren stond maar hij had zich beperkt tot het verwijzen naar het reisprogramma dat ze intussen ongeveer van buiten kenden.

 

Eerst maakten ze een wandeling rond concentrische terrassen, een prachtig decor voor de Griekse drama’s van Aeschylus, Sophocles en Euripides (of intussen van Bob en Britt).



Door de terrassen aan te leggen in een soort van natuurlijke kuil, waren de onderste niveau’s beter beschermd tegen de frisse wind en kon men afhankelijk van de planten, de zone identificeren die het meest rendement gaf.

Elke terrasverdieping was gebouwd op een rotslaag met daarboven grind, dan zand en bovenaan de vruchtbare laag.

Op die manier kon het water de planten bevloeien waarbij het overtollige water wegliep naar de volgende verdieping.


Op het ogenblik van hun bezoek was men gestopt met telen omdat water al van voor de terrassen werd afgetapt door lokale boeren.

 

Intussen hield Tupac niet op met telefoneren terwijl hij voortdurend rondom zich de omgeving taxeerde en totaal niet toegankelijk was voor het koppel, laat staan voor de uitleg van de gids.

 

Hetzelfde scenario maar nog heftiger en schichtiger bij het bezoek aan de zoutmijn van Maras.



De gids vertelde dat in het droog seizoen zoutrijk water van ongeveer 32 graden door wadi’s in honderden kuipen werd gevoerd waarbij door verdamping na een maand een zoutlaag werd gevormd met aan de bovenkant fleur de sel, dan pink salt en tenslotte medicinaal zout.



Het stemde niet overeen met de smaakpapillen van Britt en Bob die eerder op zuur en bitter geprogrammeerd stonden.

 

Bij het verlaten van de zoutmijn stond er een jeep op hen te wachten en een uur later begrepen ze waarom.

Het dorpje Ollantaytambo stond bijna volledig onder water en zag eruit als een spookdorp met nauwelijks een mens te zien.

De jeep deponeerde hen aan de voet van de Inca-site waar honderden gewapende mannen in Inca-tenue hadden postgevat op de terrassen.



Bob en Britt werden door Tupac snel meegeleid naar de bovenste regionen en werden verzocht plaats te nemen en zich stil te houden op een kleine ruimte grenzend aan een vijfdelige rots met uitgesleten puma-afbeeldingen.



In de verte kon je getoeter horen en ontploffinkjes die leken te verzuipen in de overstroming die een passage in de laagvlakten onmogelijk had gemaakt.



“What the fuck gebeurt hier?” riep Bob Tupac toe.

“Heel dit theater heeft maar één doel, gringo : jullie beschermen.”

“Hoezo?”

“Je hebt de geschiedenis van ons verzet niet volledig gelezen.

Anders zou je weten dat Manco Inca, de grootvader van Tupac Amaru I, na het opgeven van Cusco, zich had teruggetrokken hier in Ollantaytambo toen de mannen van Pizarro hem en zijn troepen achtervolgden.

De Inca’s leidden de rivier om en de Spanjaarden geraakten niet tot hier met hun paarden.

Ze moesten afdruipen!”


“Straffe zet, Tupac” zei Britt bewonderend :”maar waarom bracht je ons hier?”

“Ik had afgesproken dat ik jullie hier aan hen zou voorstellen maar toen ik van die schandalige berichten hoorde , vreesde ik dat ze jullie zouden kidnappen om losgeld te vragen. Ze rekenden erop dat jullie weinig weerstand zouden bieden als jullie kinderen in gevaar waren en dat ik wel zou plooien voor de dollars die mijn beweging van hen in de wacht zou slepen.

Je hebt begrepen dat ik het niet zo voor die gringo’s heb; mijn Inca-eer staat boven Machiavelli : het doel heiligt niet de middelen.

Misschien moet je me bedanken.”

Britt omhelsde hem en Bob volgde haar voorbeeld met tegenzin :”ik zou zeggen : je hebt ons in de shit gestoken en er weer uit gehaald. Maar je blijft voor mij een beetje een mysterie: wat was eigenlijk je bedoeling om ons voor deze trip uit te nodigen en zijn we nu buiten gevaar?”

 

“Straks brengen mijn mannen jullie naar Cusco en dat is nog altijd onze hoofdstad.

Ik zorg voor jullie veiligheid tot je op het vliegtuig stapt.

Maar morgen wil ik jullie gids zijn in onze hoofdstad en dan zal ik jullie mijn echte naam onthullen en de reden waarom ik jullie gevraagd heb.”



  

Zaterdag 2 november

 

Toen Franciscus Pizarro bijna 5 eeuwen geleden in de Incahoofdstad aankwam, woonden er naar schatting 1.5000 priesters, edelen en dienaars.


Cusco werd volgens de legende gesticht door Manco Capac en zijn zuster en gemalin Mama Ocilo.

Ze waren door de zonnegod Inti gezonden om een plek te zoeken waar ze hun gouden staf moeiteloos in de grond konden steken wat zou wijzen op een vruchtbare bodem.

In Cusco onderrichtte Manco Capac de mannen in de landbouw en bracht hij de vrouwen de weefkunst bij.

 

Het Incarijk kreeg pas envergure onder de heerschappij van Pachacutec (= “hervomer van de wereld”) nadat hij in 1438 in een strijd op leven en dood, de Chanca, een machtig volk uit het noorden, had verslagen.

Cusco evolueerde vanaf dan van een stad van leem en stro tot een welvarende metropool die kon wedijveren met veel Europese steden.

Het betekende het begin van een enorme expansie, het zogenaamde Tahunatinsuyu of het Rijk van de Vier Windstreken dat zich uitstrekte van het huidige Colombia tot Chili en Argentinië en verder werd gezet door zijn zoon Tupac Yupanqui en zijn kleinzoon Huayna Capac.


In hun veroveringsdynamiek ging hun voorkeur uit naar assimilatie en coöperatie waarbij ze de kennis en de vaardigheden van de onderworpen bevolking overnamen en integreerden in hun eigen cultuur.

Maar hoe meer ideeën en gewoonten verschilden van die van hen, hoe meer de Inca’s de inlijving in hun rijk met machtsvertoon moesten afdwingen.

Maar vermits hun militaire strategie en oorlogstechnologie niet op hetzelfde niveau stonden als hun expertise in bestuur, architectuur en landbouw, vermeden ze veldslagen en opteerden in hun gevechten eerder voor het afsnijden van watertoevoer of uithongeren.

Hun gebrek aan militaire slagkracht zou hen later in de strijd tegen de Spanjaarden zuur opbreken.

 

De Iglesia di Santo Domingo was gebouwd op de grondvesten van een Inca Tempel van de Zon waarvan alleen nog enkele rotsblokken getuige waren.



Al het goud en zilver hadden de Spanjaarden van de muren en de ornamenten geschraapt, zo vertelde Tupac, en nadien vervangen door muurschilderingen en de bouwlijnen van een klassieke katholieke kerk.


Ergens had een mesties-Inca natuurelementen op een altaar aangebracht om zijn eigen duale identiteit vorm te geven in een eveneens duale religieuze beleving.


Want ook al had en heeft de katholieke kerk eeuwenlang haar stempel gedrukt op het geloof en bijhorende cultuur van Peru, toch heeft ze de laatste grondvesten van de Inca-cultuur nooit kunnen vernietigen.

Zeker ook in de gezondheidszorg blijven “natuurlijke behandelingen” op basis van planten en sjamanisme bij de bevolking zeer populair.

 

In de kathedraal van Cusco werd Jezus op het kruis afgebeeld met een soort traditionele rok en zijn beeld bleek bovendien een zwarte kleur te hebben, afkomstig het roet van de kaarsen die eeuwenlang het kruis garnierden.




Deze Christus was gebombardeerd tot de God die Cusco beschermde na de dramatische aardbeving van 1700?

 

“Wil je de Inca- of traditionele cultuur vanonder de Spaans-katholieke traditie weer naar boven halen, Tupac of hoe je ook heet.?” vroeg Britt terwijl hij het koppel door de twee kerken gidste.

“Ik begrijp na deze reis en al onze gesprekken dat dit misschien inderdaad een onbegonnen zaak is en waarschijnlijk ook niet erg nuttig.

Laat de honderden souvenirwinkels hotels en restaurants en massagesalons maar teren op de Inca’s en er geld mee verdienen met hopelijk voor iedereen een fair deel.”

“Je bent tot inzicht gekomen?” nam Bob het woord.

“Ja en nee.

Je moet weten dat mijn engagement en strijd voor het Peruaanse volk eigenlijk is ontstaan tijdens de regering Fujimori die verrassend mijn oom had verslagen in de verkiezingen van 1990.

Fujimori was voor mij nog maar eens een buitenlander die ons volk hier kwam bezoedelen en onderdrukken terwijl zijn beul, Montesinos, in alles geleek op Pizarro.

Ik probeerde me aan te sluiten bij oppositiegroepen maar die hadden weinig impact en bovendien was het zeer gevaarlijk.

Uiteindelijk richtte ik 8 jaar geleden een groep op die zich bezig hield met de studie en de herwaardering van de Incabeschaving.

Toen ik merkte dat hiervoor veel belangstelling was, organiseerde ik bijeenkomsten en richtte chatgroepen op.

Gaandeweg kwam er spanning tussen de duiven die het puur cultureel zagen en de haviken onder mijn leiding die pleitten voor meer activisme.

Omdat we “gevolgd werden” waren we genoodzaakt om ondergronds te gaan wat ons verzet alleen maar radicaliseerde.

Ik had een grenzeloze bewondering voor mijn oom Mario Vargas Llosa met wie ik het maatschappelijk engagement deelde maar niet zijn eminente literatuurtalent.

 

Toch verweet ik mijn oom, die intussen in Spanje woonde, een gebrek aan moed en radicaliteit en onvoldoende interesse voor onze Inca-roots.

Anderzijds begreep ik dat zijn impact op het denken en doen in de politiek van Peru en zelfs daarbuiten, door zijn literatuur en zijn Nobelprijs gigantisch was.

Dus had ik het idee opgevat om mensen met een goede pen en liefst in internationaal perspectief, te engageren om ons verhaal meer diepgang te geven in een mooi uitgesponnen taal ook al zou dat niet in het Quechua zijn.” lachte hij.

 

“En zo kwam je bij ons” ging Britt verder.

“Ja maar zo kwam ook de Venezolaanse maffia bij jullie terecht en dat had ik niet voorzien.”

“Wij ook niet “ klonk Bob cynisch.

“Maar ik begin langzamerhand te vermoeden dat jij geen “zuivere ”Inca bent; trouwens je ging ons je echte naam onthullen.”

“Ik weet niet hoeveel Inca- en hoeveel Spaanse genen ik heb maar ik ben opgegroeid in een welstellend milieu in Arequipa.

Ik studeerde geneeskunde aan de plaatselijke universiteit maar ik werd onder Fujimori weggestuurd omdat ik deel uitmaakte van een oppositiegroepering van studenten.

Ik had geen inkomen en geen toekomst meer en ik ging op zoek naar een uitweg en nam daarbij een nieuwe identiteit aan waarmee ik me kon afzetten tegen de gehate, gevestigde orde.

Ik verhuisde naar Cusco en nam de codenaam aan van Tupac omwille van de connotatie van verzet die met die naam verbonden was maar zonder Amaru, enerzijds omdat mijn rebels denken dan al in mijn naam was bloot geven en anderzijds omdat ik me ook wou identificeren met Tupac Yupanqui, de zoon van Pachacitec, die mee de expansie van het Incarijk belichaamde.”

 

“Wat is je echte naam?

“Manco Vargas Llosa”

“Dus toch al Manco van bij je geboorte “ sprak Britt :”Je was voorbestemd.”

Manco zweeg en tuurde over de Plaza de Armas omzwachteld door de kerken, de hotels, de restaurants en de winkeltjes.




Op deze plaats werden Tupac Amaru I en II terechtgesteld wegens rebellie tegen de Spanjaarden.

 

Het drietal wandelde in een zijstraatje waar een oude man met drie instrumenten tegelijkertijd “El Condor Pasa speelde.




“I’d rather be a writer

than a fighter

Yes I would

If I only could

I surely would”

 

“En Bob, wil je nog schijven over de Inca’s?”

“Het is al geschreven.



 Met dank aan :

Insight Guide Peru

De onberispelijke reisorganisatie Evaneos/Vamos Expeditions en de schitterende gidsen die met eindeloos geduld mijn vragen bleven beantwoorden

Mijn partner-reisgenoot, Els, die evenveel Vargas Llosa heeft gelezen als ik heb geschreven aan de blog