Dinsdag 29 oktober
Toen
ze die morgen de ingang van de ruïnes van Sacsayhuaman bereikten, werden ze
opgehouden door een luidruchtige betoging van de locals.
“L’histoire
se répète” constateerde Tupac met het mondje Frans dat hij van zijn grootmoeder
had geleerd :”Deze lokale gemeenschap komt op voor een deel van de toeristenkoek
die door al die gringo’s hier gemonopoliseerd wordt.
“Hoe
weet je dat?” vroeg Britt.
Maar
opnieuw antwoordde de Inca niet op de vraag :” Kan je je voorstellen dat dit
een prachtig heiligdom was met een grote vijver in het midden en een tempel
voor de Zon?
Welnu
mevrouw, deze heilige site is al eeuwen een plaats van verzet.
Ik
weet dat je nieuwsgierig bent naar het vervolg van mijn verhaal, met name wat
er met de Inca’s gebeurde na de dood van Atahualpa.
Welnu
in augustus 1533 rukten de Spanjaarden op naar Cusco wat makkelijker verliep
dan kon worden vermoed omdat de bevolking van de zuidelijke siërra tijdens de
Inca-burgeroorlog Atahualpa’s broer Huascar hadden gesteund en Pizarro
verwelkomden als de bevrijder.
In
Jayhawks werd nog een laatste slag geleverd met de Quitanen (troepen van de
vermoorde Atahualpa) en de beslissende slag vond plaats op de laatste pas voor
Cusco.
De
hoofdstad van de Inca’s werd geplunderd en Pizarro trok zich terug in Lima, de
nieuwe hoofdstad van de Spaanse kolonie, maar niet zonder de 20-jarige Manco,
een andere zoon van Huayna Capac, tot (marionetten-) Inca te benoemen.
Aanvankelijk
bleef het rustig in Cusco maar toen de Spanjaarden de lokale edelen goud
afpersten en de Incavrouwen verkrachten, kwam Manco in verzet waarop ze zijn
vrouw gevangen namen en zijn bezittingen plunderden.
Het
was 1536 toen Manco de bergen introk om de grote Inca-opstand voor te bereiden.
Ze
namen snel Sacsayhuaman in, toentertijd een machtige vesting die uitzag over
Cusco.
Voor
de slag om de Incahoofdstad stond een Incaleger van 100.000 man tegen 80
Spaanse cavaleristen en 110 infanteristen onder leiding van Francisco Pizarro’s
broer Hernando.
De
Inca-aanval was ingezet met stenen die in kampvuren waren verhit en met
katapulten werden gelanceerd zodat de rieten daken van Cusco in brand vlogen.
De
Spanjaarden geraakten in een hopeloze positie maar Juan, een andere broer van
Pizarro, reed met 50 cavaleristen in op de linies van Sacsayhuaman en slaagde
erin het buitenste terras van de vesting in te nemen.
Beide
oorlogsvoerende partijen deden hun best om uit te blinken in wat men later
oorlogsmisdaden zou noemen.
Er
werden ledematen en hoofden afgehakt en ze etaleerden op het hoofdplein van Cusco,
Indiaanse gevangenen op palen gespietst.
De
aanval op Sacsayhuaman bleek cruciaal want, hoewel de Incahoofdstad nog 3 maanden
omsingeld bleef en andere Incatroepen aanvallen lanceerden op Lima en de
kustvlakten, keerde het tij.
Spaanse
troepen uit andere Latijn-Amerikaanse landen kwamen ter versterking en toen
Diego de Almargo, Cusco in april 1537 ontzette, besefte Manco dat de strijd
verloren was en trok zich met zijn strijdmacht terug in de afgelegen
Vilcabamba-vallei.
Intussen
raakten de Spaanse bevelhebbers Pizarro en de Almargo zelf in conflict met
uiteindelijk beider dood tot gevolg.
Manco
had intussen zijn troepen Spaanse gevechtstechnieken aangeleerd en begon een guerrilla-oorlog.
Hij
maakte echter de fatale fout om Spaanse aanhangers van de vermoorde de Almargo
te sparen waarna ze hem vermoorden om gratie te verkrijgen van de kliek van de
-eveneens vermoorde- Pizarro.
Manco
werd opgevolgd door zijn zoon Titu Cusi die ziek werd en stierf na inname van
een drankje, bereid door twee Augustijnen die hem wilden bekeren tot het
christendom.
De
Spanjaarden vielen Vilcabamba binnen en hoewel de nieuwe Incaleider veel
weerstand bood, moest hij ijlings vluchten in het Amazonewoud waar hij werd
verraden door een lokaal stamhoofd.
Hij
werd met een gouden ketting om zijn hals naar Cuzco gebracht.
Tupac
zuchtte en leek meer en meer geëmotioneerd naarmate zijn verhaal vorderde.
“Wie
was de man met de gouden ketting” vroeg Bob.
“Kijk
maar in je boekje “ klonk het spottend :”je zou het me behoorlijk lastig kunnen
maken in een kwis.”
En
weer liet hij zijn quote nagalmen met een onbedaarlijke lach.
Vanuit
Pisac reden ze omhoog naar een Inca-site met terrassen en een soort fort op een
rots gebouwd dat uitzag op de “sacred valley”.
De
gids toonde aan dat verschillende bouwtechnieken verwezen naar beschavingen die
zich hadden ontwikkeld voor de bloeitijd van de Inca’s vanaf 1438.
Veel
mensen schatten het Incarijk veel vroeger in de tijd dan met name de late
middeleeuwen in Europa en hebben geen weet van de vele pre-Inca-beschavingen
die zich in duizenden jaren in Peru hebben ontwikkeld.
De
oudste sporen van nederzettingen langs de kust van Peru situeren zich rond 3000
voor Christus.
Ten
gevolge van de tanende invloed van de Chavincultuur (800 tot 300 v, Chr), ontspon
zich de bloeiperiode van de Nazcacultuur aan de zuidkust en Mochecultuur aan de
noordkust.(300 v. Chr tot 800 n. Chr.)
Vanaf
600 n.Chr. ontwikkelden zich achtereenvolgens de Wari, de Chimú en
Chachapoyascultuur.
Het
groot Incarijk van de Vier Windstreken heeft maar een eeuw geduurd maar dankt
veel van zijn uitstraling en schoonheid aan het integreren van de eeuwenlange
cultuur, ervaring en technieken van de Pre-Inca indianen.
Later
in de namiddag werd het gezelschap geïntroduceerd in een zogenaamde
coöperatieve waar lama’s, alpaca’s en vicuna’s werden gekweekt, gedemonstreerd
en tenslotte gevild.
Het
was een opstapje naar een sjieke winkel die pretendeerde zich te onderscheiden
van het laagwaardiger machine-gedraaid textiel van onduidelijke grondstof en in
die wetenschap zijn prijzen navenant opwaardeerde.
Bob
en Britt namen de geweven pels van een aantal dieren mee in hun valies.
De
gids beweerde dat de plaatselijk ambachtelijke bevolking hiermee werd gesteund.
In
Ollantaytambo genoten Bob en Britt die avond van een heerlijke ceviche als
gedeeld voorgerecht, gevolgd door een medium-red alpaca voor Bob en een
speciale forelbereiding voor Britt, op het achterste van hun tong verdiept door
een Peruaanse cabernet sauvignon met petit verdot.
Terug
op de kamer raakte Britt in alle staten door een bericht dat in haar whatsapp
was gedropt.
Het
was geflankeerd door een foto van haar twee kinderen met de boodschap “Het gaat
goed met hen!”
Er
stond geen naam onder en de afzender had een Venezolaans mobiel nummer.
Bob
wees direct naar die vreemde Inca-snoeshaan en wou zijn kamer binnenstormen
maar Britt hield hem tegen :” Het kan zijn dat hij er in betrokken is, het kan
ook zijn van niet.
Maar
als hij in de plot zit, is hij gevaarlijk en moeten we voorzichtig zijn met
onze reactie.
Iemand
wil ons provoceren en kijkt uit naar onze reactie, dus voorlopig doen we niets
behalve mijn ouders inschakelen om onze kinderen te beveiligen.”
Britt
en Bob hadden zich de nacht voor de Inca Trail en Machu Picchu wellicht anders
voorgesteld.
Woensdag 30 oktober
De
volgende morgen nam het drietal om 6u de trein naar de start van de Short Inca trail
op km 104 in Chachabamba.
Bij
de gelijknamige Inca-site bij het begin van de wandeling gaf de gids uitleg
over de bouwtechnieken van de Inca’s met als belangrijkste kenmerk hun trapeziumvormige
deuren en ramen als stabiliserende factor tegen aardbevingen.
Onderweg
werden ze opgewacht door een stoet van verschillend gekleurde orchideeën
Ook
een parachute-achtige bloem eiste hun aandacht op .
Ze
liet zich “Spaanse vlag” noemen, omdat haar kleuren overeenstemden met de Spaanse
tweekleur.
Ook
witte en gele trompetbloemen lieten zich horen.
Een
behoorlijk uitputtende beklimming, doorsneden door een steile waterval, leidde
tot de site van Huinay Huayna (van het Quechua naar het Engels :”Forever Young”).
Bob
en Britt voelden zich “forever old” mede gezien de zware last van de bedreiging
voor henzelf en hun kinderen die ze in het geheim moesten meedragen.
Toen
ze in de bocht van de South Gate, Machu Picchu in de diepte zagen liggen, was
het beginnen donderen en een halfdoorzichtig regenscherm verslenste de
contouren van het wereldwonder waarnaar ze zo hadden uitgekeken.
Tegen
het moment dat ze arriveerden bij Machu Picchu, waren ze doornat en de wolken
deden met hangende buiken hun best om de
ruines zo veel mogelijk aan het oog te onttrekken.
Ze
daalden honderden trappen af naar de voet van het monument en waren met de bus in
het dorpje beneden aan de rivier gearriveerd, toen ze via Airalo een nieuw
bericht van de Venezolaan onderschepten dat luidde als volgt :
“Na
regen komt zonneschijn.
Zo
mooi als wilde orchideeën zullen jullie kinderen zijn.
Tenminste
als we daar samen voor zorgen in het grootste geheim.”
Britt
en Bob raakten bijna gek van angst en ontzetting.
Het
was duidelijk dat in hun onmiddellijke omgeving spionnen zaten, met natuurlijk
Tupac als verdachte nummer één.
De
hele nacht broedden ze op hun strategie om uit deze nachtmerrie te kunnen
ontsnappen.
Donderdag 31 oktober
De oranje ballonnen van Halloween schenen de ellenlange wachtrij voor de bus, uit te lachen :
GHOSTBUSTERS
Machu
Picchu lag als een spinnenweb tegen de berg geplakt, geweven met terrassen en
smalle steegjes die huizen en tempels ommuurden in een strak geordend patroon.
Elke
stap naar boven en onder en opzij genereerde nieuwe views die in het achterste
deel van de menselijke hersenschors geprocessed werden tot een driedimensionaal
beeld dat zich echter nooit in zijn volledigheid liet kennen.
De
gids gaf uitleg over de constructie van de huizen met woonkamer en een
voorraadkamer op de eerste verdieping, met ramen en deuren in de gekende trapeziumvorm.
Hij
toonde de kanalen van het irrigatiesysteem en een tempel gewijd aan de condor
als heilige vogel.
Daaronder
bevonden zich ondergrondse gewelven met manshoge nissen met gaten die gebruikt
zouden kunnen zijn om handen en voeten te binden wat bij Bingham de associatie
opriep van een gevangenis.
Tupac
leek zich de koning van de Zon te voelen.
Toen de Amerikaan Hiram Bingham in 1911 op Machu Picchu
stuitte, was hij eigenlijk op zoek naar de ruïnes van Vilcabamba het bolwerk
van de laatste Inca’s.
Hij besefte niet dat hij 2 maanden eerder de gouden stad
van Manco Capac al had ontdekt toen hij 100 km ten westen van van Machu Picchu,
de jungle had verkend die de ruïnes van Esperitu Pampa had overwoekerd.
Pas 52 jaar later zou een andere Amerikaa,n Gene Savoy,
deze plaats als Vilcabamba identificeren.
In juli 1911 daalde Bingham van Yale University via een
smal muildierpad af in de kloof van Urubamba.
Aan de oever van de rivier ontmoette hij bij toeval
Melchior Arteaga, een plaatselijke campesino, die hem meenam naar de
overwoekerde ruïnes van Machu Pichu (is “Oude Bergtop”)
Tot zijn dood was Bingham er van overtuigd dat het
Vilcabamba was.
Maar gaandeweg stapelden de bewijzen op dat deze ruïnes
onmogelijk Vilcabamba kon zijn maar wat was het dan wel?
Bob
en Britt hadden heel erg uitgekeken naar deze reis, zeker omdat ze uitgenodigd
waren door een Inca-Peruaan en zo gehoopt hadden om een diepe kennis en
affiniteit te ontwikkelen met de oude beschavingen van Peru.
Maar
niets was wat het leek.
Zonder
het te beseffen waren ze in handen gevallen van vermoedelijk een gevaarlijke
bende en als hun gastheer niet Tupac de vriendelijke Inca was, wie was hij dan
wel? En wat had hij te maken met de foto’s van hun kinderen?
In 1941 ontdekte Paul Fejos tijdens één van zijn tochten
door de Urubamba-kloof de ruïnes van Huiña Huayna, en dit 4,5 km ten zuiden van
Machu Picchu.
De Incatrail en de kleinere en grotere nederzettingen in de
buurt van het complex, toonden aan dat Machu Picchu geen geïsoleerde vergeten
stad was maar deel van een compleet vergeten provincie.
Vermits een levendige stad of dorp onmogelijk aan de
aandacht van de Spanjaarden of hun Indianen-bondgenoten had kunnen ontsnappen,
moet Machu Picchu al verlaten geweest zijn voor hun komst.
Ofwel was de Incastad verlaten ten gevolge van een
epidemie, ofwel was de bevolking gevlucht of vermoord door aanvallen van de
Anti, een vijandige stam uit het Amazonewoud?
Maar als Machu Picchu al onder radar van de Spanjaarden was
gebleven, dan kon het complex onmogelijk ontsnapt geweest zijn aan de
mondelinge overdracht van de kaste van
quipucamayocs of historici die de overlevering van de Inca’s nauwgezet
bewaakten.
Als hypothese zou men kunnen denken dat Machu Picchu en co
een rebelse provincie was geweest met wie meedogenloos was afgerekend en die
nadien uit het collectief geheugen werd gewist.
Archeoloog J.H. Rowe vond in Spaanse archieven, dat er ten
noorden van Cusco een plaats Picchu moet hebben gelegen, een vorstelijk
landgoed gesticht door panaca (vorstenhuis van Pachacútec).
Een andere veronderstelling naar het ontstaan van Machu
Picchu is dat in het kader van de expansiedrift van de Inca’s vanaf 1438 dit
bergachtig gebied strategisch als één van de eerste gekoloniseerd was vooral om
de Chanca-stam uit het noorden af te slaan.
Anderen wijzen op een spirituele en ceremoniële betekenis
of volgens Bingham zou Machu Piccu een toevluchtsoord geweest zijn voor de
maagden van de zon uit Cusco omdat er meer vrouwelijke schedels werden gevonden,
hoewel rond dit laatste nog twijfel bestaat.
Dus in elk geval lijkt het erop dat Machu Picchu binnen één
eeuw is gebouwd en terug verlaten.
Bij
de tempel van de condor, hield Britt langer halt dan de gids en duwde haar
iFoon voor de ogen van Tupac met de woorden “Heeft deze gier het ook op
kinderen gemunt?”
Tupac
werd lijkbleek::”Van wie heb je dat bericht?”
“Van
een Venezolaan en val niet uit de lucht want je bent een condor die niet kan vliegen.
Wie
bedreigt hier mijn kinderen en wat heb jij daar mee te maken?”
“Niets,
helemaal niets.”
“Ik
geloof er niets van”
Tupac
scheen al zijn zelfzekerheid en slagkracht te hebben verloren.
Hij
draaide zich om, leek te willen weglopen maar het was alsof hij zelf in een
onbeweeglijke rotsblok was veranderd.
Langzaam
draaide hij zich terug naar Britt die hem woedend en verwilderd stond aan te
kijken, intussen geflankeerd door haar man.
“Ik
heb er niets mee te maken maar ik vermoed dat ik weet uit welke hoek het komt.”
“Moet
ik je een linkse hoek geven of een puma of een slang op je afsturen of ga je
deze wansmakelijke berichten op die offerblok ginder verbranden “ kwam Bob in
actie.
“Het
zijn vermoedelijk de Venezolanen en ik vermoed dat ze niet de beste bedoelingen
hebben.
Ik
weet niet wie er in deze mensenmassa ons probeert af te luisteren maar voor je
eigen bestwil, laten we dit gesprek onmiddellijk stoppen en ik zal je meer
uitleg geven op een geschikt tijdstip op een geschikte plaats.
Ik
ben je vriend.”
Dat
laatste deed Bob kokhalzen maar het koppel volgde met tegenzin en vervolgde
trail 3 om terug aansluiting te vinden met de gids.
Volgens John Hemming telde het complex 200 woningen voor
1000 inwoners.
De landbouw op de terrassen van Machu Picchu en omgevende
Inca-vestingen voorzagen in meer dan
voldoende voedsel voor hun bewoners; en sommige archeologen dachten dat er
cocabladeren werden geteeld voor de Inca-vorsten uit Cusco.
In de jaren na Binghams ontdekking, werden de ruïnes
ontdaan van vegetaties.
Met de aanleg van een spoorlijn langs de rivier in jaren
‘40 kwamen de eerste toeristen met een volledige expansie vanaf de jaren ’70.
Hotel
El Albergue was gelegen binnenin het station zelf van Ollantaytambo vanwaar de
toeristen ‘s morgens heel vroeg vertrokken naar Machu Picchu voor de korte
Incatrial of verder doorreden tot aan het dorpje aan de rivier dat met de bus
rechtstreeks toegang gaf tot de site.
Terug
in de kamer van het hotel, kreeg de al gespannen atmosfeer nog een boost toen
bleek dat Bob’s valies, daar achtergelaten voor de trip naar Machu Picchu,
gelocked was en hij de code niet kende.
Bob
beweerde dat hij de valies niet gesloten had, vermits hij dit nooit deed en
zelfs de code niet kende.
Hij
keek half beschuldigend naar Britt die wel een valies-locker was en weliswaar
zijn grote blauwe bij gelegenheid al zelf had gesloten maar ook zij pleitte in
alle talen onschuldig.
De
baas van El Albergue vroeg na bij zijn valiezendragers maar ook daar kwam nul
op het request.
“Tupac,
weer zo’n streek! Hoofdstuk 4 van zijn duivels plan.”
Bob
ging regelrecht naar zijn kamer en de Inca ging drie stappen achteruit toen
Bob’s vulkaangezicht in de deuropening verscheen.
Instinctmatig
liep Tupac de kamer van het koppel binnen, nam een schaartje en forceerde het
slot.
Met
deze eerste kruimel van vertrouwen die hij had verworven, nodigde hij Bob en
Britt uit aan een tafeltje in de tuin van het hotel.
Hij
tastte schichtig de hele buurt af en begon:
“Vrienden,
het spijt me verschrikkelijk dat ik jullie in moeilijkheden heb gebracht.
Je
kan me wel een fundamentalistische Inca noemen en inderdaad is Tupac Amaro mijn
grote voorbeeld en ik ben inderdaad de Inca leider van een ondergrondse
beweging die vooral communiceert via beveiligde websites en chatgroepen en ik
zoek inderdaad naar nationale en internationale steun en credibiliteit en
daarom heb ik jullie uitgenodigd voor deze trip.
Maar
ik heb geld nodig en enkele maanden geleden kwam ik in contact met een
Venezolaans genootschap dat me feliciteerde met mijn initiatief en me
financieel wou steunen omdat ze onze ideologie en strategie zagen als een
inspiratie voor een hun eigen verzet tegen de corrupte regering van Maduro.”
“Je
had ons daarvan toch iets kunnen zeggen” reageerde Britt.
“Als
we je verhaaltje überhaupt geloven” vulde Bob aan.
Tupac keek verward voor zich uit.
“Ik
weet niet wat ze van plan zijn maar dit heb ik in geen geval gewild. Morgen is
een cruciale dag. Ik zal zorgen dat jullie niets overkomt.”
“Moeten
we jou vertrouwen idioot” reageerde Bob :”We gaan hier stante pede mee naar de
politie om het hele boeltje aan te geven.”
“Ik
begrijp je reactie, Bob, maar naar de politie gaan is het laatste wat ik zou
doen.
Je
zou wel eens bij de duivel te biechten gaan. Er is zeer veel corruptie.
Ik
smeek je, je moet me vertrouwen. Ik wil soms wel stevig met jullie discussiëren
en misschien heb ik je af en toe beledigd maar ik wil jou of je vrouw of jullie
kinderen zeker geen kwaad doen.
Breng
al jullie kinderen in veiligheid en geef me tijd om één en ander te checken en
de nodige maatregelen te nemen. Je moet me vertrouwen.”
“Wat
ga je doen!” drong Bob aan.
“Dat
kan ik je niet zeggen. Ik heb je ongewild in problemen gebracht maar ik ben de
enige die het kan oplossen.”
Vrijdag 1 november
Bob
en Britt hoopten dat hun tocht door de Sacred Valley mystieke krachten van de
Inca’s zou mobiliseren om hen te beschermen.
De
avond voordien hadden ze op het punt gestaan om ayahuasca te roken bij een
plaatselijke sjamaan, niet om hallucinaties op te wekken maar om overtuigd te
worden dat, wat hen nu overkwam, één grote hallucinatie was.
Ze
hadden bij Tupac fel aangedrongen voor meer informatie over wat er de volgende
dag te gebeuren stond maar hij had zich beperkt tot het verwijzen naar het
reisprogramma dat ze intussen ongeveer van buiten kenden.
Eerst
maakten ze een wandeling rond concentrische terrassen, een prachtig decor voor
de Griekse drama’s van Aeschylus, Sophocles en Euripides (of intussen van Bob
en Britt).
Door
de terrassen aan te leggen in een soort van natuurlijke kuil, waren de onderste
niveau’s beter beschermd tegen de frisse wind en kon men afhankelijk van de
planten, de zone identificeren die het meest rendement gaf.
Elke
terrasverdieping was gebouwd op een rotslaag met daarboven grind, dan zand en
bovenaan de vruchtbare laag.
Op
die manier kon het water de planten bevloeien waarbij het overtollige water
wegliep naar de volgende verdieping.
Op
het ogenblik van hun bezoek was men gestopt met telen omdat water al van voor de
terrassen werd afgetapt door lokale boeren.
Intussen
hield Tupac niet op met telefoneren terwijl hij voortdurend rondom zich de
omgeving taxeerde en totaal niet toegankelijk was voor het koppel, laat staan
voor de uitleg van de gids.
Hetzelfde
scenario maar nog heftiger en schichtiger bij het bezoek aan de zoutmijn van
Maras.
De
gids vertelde dat in het droog seizoen zoutrijk water van ongeveer 32 graden
door wadi’s in honderden kuipen werd gevoerd waarbij door verdamping na een
maand een zoutlaag werd gevormd met aan de bovenkant fleur de sel, dan pink
salt en tenslotte medicinaal zout.
Het
stemde niet overeen met de smaakpapillen van Britt en Bob die eerder op zuur en
bitter geprogrammeerd stonden.
Bij
het verlaten van de zoutmijn stond er een jeep op hen te wachten en een uur
later begrepen ze waarom.
Het
dorpje Ollantaytambo stond bijna volledig onder water en zag eruit als een
spookdorp met nauwelijks een mens te zien.
De
jeep deponeerde hen aan de voet van de Inca-site waar honderden gewapende
mannen in Inca-tenue hadden postgevat op de terrassen.
Bob
en Britt werden door Tupac snel meegeleid naar de bovenste regionen en werden
verzocht plaats te nemen en zich stil te houden op een kleine ruimte grenzend
aan een vijfdelige rots met uitgesleten puma-afbeeldingen.
In
de verte kon je getoeter horen en ontploffinkjes die leken te verzuipen in de
overstroming die een passage in de laagvlakten onmogelijk had gemaakt.
“What
the fuck gebeurt hier?” riep Bob Tupac toe.
“Heel
dit theater heeft maar één doel, gringo : jullie beschermen.”
“Hoezo?”
“Je
hebt de geschiedenis van ons verzet niet volledig gelezen.
Anders
zou je weten dat Manco Inca, de grootvader van Tupac Amaru I, na het opgeven
van Cusco, zich had teruggetrokken hier in Ollantaytambo toen de mannen van
Pizarro hem en zijn troepen achtervolgden.
De
Inca’s leidden de rivier om en de Spanjaarden geraakten niet tot hier met hun
paarden.
Ze
moesten afdruipen!”
“Straffe
zet, Tupac” zei Britt bewonderend :”maar waarom bracht je ons hier?”
“Ik
had afgesproken dat ik jullie hier aan hen zou voorstellen maar toen ik van die
schandalige berichten hoorde , vreesde ik dat ze jullie zouden kidnappen om
losgeld te vragen. Ze rekenden erop dat jullie weinig weerstand zouden bieden
als jullie kinderen in gevaar waren en dat ik wel zou plooien voor de dollars
die mijn beweging van hen in de wacht zou slepen.
Je
hebt begrepen dat ik het niet zo voor die gringo’s heb; mijn Inca-eer staat
boven Machiavelli : het doel heiligt niet de middelen.
Misschien
moet je me bedanken.”
Britt
omhelsde hem en Bob volgde haar voorbeeld met tegenzin :”ik zou zeggen : je
hebt ons in de shit gestoken en er weer uit gehaald. Maar je blijft voor mij
een beetje een mysterie: wat was eigenlijk je bedoeling om ons voor deze trip
uit te nodigen en zijn we nu buiten gevaar?”
“Straks
brengen mijn mannen jullie naar Cusco en dat is nog altijd onze hoofdstad.
Ik
zorg voor jullie veiligheid tot je op het vliegtuig stapt.
Maar
morgen wil ik jullie gids zijn in onze hoofdstad en dan zal ik jullie mijn
echte naam onthullen en de reden waarom ik jullie gevraagd heb.”
Zaterdag 2 november
Toen
Franciscus Pizarro bijna 5 eeuwen geleden in de Incahoofdstad aankwam, woonden er
naar schatting 1.5000 priesters, edelen en dienaars.
Cusco
werd volgens de legende gesticht door Manco Capac en zijn zuster en gemalin
Mama Ocilo.
Ze
waren door de zonnegod Inti gezonden om een plek te zoeken waar ze hun gouden
staf moeiteloos in de grond konden steken wat zou wijzen op een vruchtbare
bodem.
In
Cusco onderrichtte Manco Capac de mannen in de landbouw en bracht hij de
vrouwen de weefkunst bij.
Het
Incarijk kreeg pas envergure onder de heerschappij van Pachacutec (= “hervomer
van de wereld”) nadat hij in 1438 in een strijd op leven en dood, de Chanca, een
machtig volk uit het noorden, had verslagen.
Cusco
evolueerde vanaf dan van een stad van leem en stro tot een welvarende metropool
die kon wedijveren met veel Europese steden.
Het
betekende het begin van een enorme expansie, het zogenaamde Tahunatinsuyu of
het Rijk van de Vier Windstreken dat zich uitstrekte van het huidige Colombia
tot Chili en Argentinië en verder werd gezet door zijn zoon Tupac Yupanqui en
zijn kleinzoon Huayna Capac.
In
hun veroveringsdynamiek ging hun voorkeur uit naar assimilatie en coöperatie
waarbij ze de kennis en de vaardigheden van de onderworpen bevolking overnamen
en integreerden in hun eigen cultuur.
Maar
hoe meer ideeën en gewoonten verschilden van die van hen, hoe meer de Inca’s de
inlijving in hun rijk met machtsvertoon moesten afdwingen.
Maar
vermits hun militaire strategie en oorlogstechnologie niet op hetzelfde niveau stonden
als hun expertise in bestuur, architectuur en landbouw, vermeden ze veldslagen
en opteerden in hun gevechten eerder voor het afsnijden van watertoevoer of
uithongeren.
Hun
gebrek aan militaire slagkracht zou hen later in de strijd tegen de Spanjaarden
zuur opbreken.
De
Iglesia di Santo Domingo was gebouwd op de grondvesten van een Inca Tempel van
de Zon waarvan alleen nog enkele rotsblokken getuige waren.
Al
het goud en zilver hadden de Spanjaarden van de muren en de ornamenten
geschraapt, zo vertelde Tupac, en nadien vervangen door muurschilderingen en de
bouwlijnen van een klassieke katholieke kerk.
Ergens
had een mesties-Inca natuurelementen op een altaar aangebracht om zijn eigen
duale identiteit vorm te geven in een eveneens duale religieuze beleving.
Want
ook al had en heeft de katholieke kerk eeuwenlang haar stempel gedrukt op het
geloof en bijhorende cultuur van Peru, toch heeft ze de laatste grondvesten van
de Inca-cultuur nooit kunnen vernietigen.
Zeker
ook in de gezondheidszorg blijven “natuurlijke behandelingen” op basis van
planten en sjamanisme bij de bevolking zeer populair.
In
de kathedraal van Cusco werd Jezus op het kruis afgebeeld met een soort
traditionele rok en zijn beeld bleek bovendien een zwarte kleur te hebben, afkomstig
het roet van de kaarsen die eeuwenlang het kruis garnierden.
Deze
Christus was gebombardeerd tot de God die Cusco beschermde na de dramatische
aardbeving van 1700?
“Wil
je de Inca- of traditionele cultuur vanonder de Spaans-katholieke traditie weer
naar boven halen, Tupac of hoe je ook heet.?” vroeg Britt terwijl hij het
koppel door de twee kerken gidste.
“Ik
begrijp na deze reis en al onze gesprekken dat dit misschien inderdaad een
onbegonnen zaak is en waarschijnlijk ook niet erg nuttig.
Laat
de honderden souvenirwinkels hotels en restaurants en massagesalons maar teren
op de Inca’s en er geld mee verdienen met hopelijk voor iedereen een fair
deel.”
“Je
bent tot inzicht gekomen?” nam Bob het woord.
“Ja
en nee.
Je
moet weten dat mijn engagement en strijd voor het Peruaanse volk eigenlijk is
ontstaan tijdens de regering Fujimori die verrassend mijn oom had verslagen in
de verkiezingen van 1990.
Fujimori
was voor mij nog maar eens een buitenlander die ons volk hier kwam bezoedelen
en onderdrukken terwijl zijn beul, Montesinos, in alles geleek op Pizarro.
Ik
probeerde me aan te sluiten bij oppositiegroepen maar die hadden weinig impact
en bovendien was het zeer gevaarlijk.
Uiteindelijk
richtte ik 8 jaar geleden een groep op die zich bezig hield met de studie en de
herwaardering van de Incabeschaving.
Toen
ik merkte dat hiervoor veel belangstelling was, organiseerde ik bijeenkomsten
en richtte chatgroepen op.
Gaandeweg
kwam er spanning tussen de duiven die het puur cultureel zagen en de haviken
onder mijn leiding die pleitten voor meer activisme.
Omdat
we “gevolgd werden” waren we genoodzaakt om ondergronds te gaan wat ons verzet
alleen maar radicaliseerde.
Ik
had een grenzeloze bewondering voor mijn oom Mario Vargas Llosa met wie ik het
maatschappelijk engagement deelde maar niet zijn eminente literatuurtalent.
Toch
verweet ik mijn oom, die intussen in Spanje woonde, een gebrek aan moed en
radicaliteit en onvoldoende interesse voor onze Inca-roots.
Anderzijds
begreep ik dat zijn impact op het denken en doen in de politiek van Peru en zelfs
daarbuiten, door zijn literatuur en zijn Nobelprijs gigantisch was.
Dus
had ik het idee opgevat om mensen met een goede pen en liefst in internationaal
perspectief, te engageren om ons verhaal meer diepgang te geven in een mooi
uitgesponnen taal ook al zou dat niet in het Quechua zijn.” lachte hij.
“En
zo kwam je bij ons” ging Britt verder.
“Ja
maar zo kwam ook de Venezolaanse maffia bij jullie terecht en dat had ik niet
voorzien.”
“Wij
ook niet “ klonk Bob cynisch.
“Maar
ik begin langzamerhand te vermoeden dat jij geen “zuivere ”Inca bent; trouwens
je ging ons je echte naam onthullen.”
“Ik
weet niet hoeveel Inca- en hoeveel Spaanse genen ik heb maar ik ben opgegroeid
in een welstellend milieu in Arequipa.
Ik
studeerde geneeskunde aan de plaatselijke universiteit maar ik werd onder
Fujimori weggestuurd omdat ik deel uitmaakte van een oppositiegroepering van
studenten.
Ik
had geen inkomen en geen toekomst meer en ik ging op zoek naar een uitweg en
nam daarbij een nieuwe identiteit aan waarmee ik me kon afzetten tegen de
gehate, gevestigde orde.
Ik
verhuisde naar Cusco en nam de codenaam aan van Tupac omwille van de connotatie
van verzet die met die naam verbonden was maar zonder Amaru, enerzijds omdat
mijn rebels denken dan al in mijn naam was bloot geven en anderzijds omdat ik
me ook wou identificeren met Tupac Yupanqui, de zoon van Pachacitec, die mee de
expansie van het Incarijk belichaamde.”
“Wat
is je echte naam?
“Manco
Vargas Llosa”
“Dus
toch al Manco van bij je geboorte “ sprak Britt :”Je was voorbestemd.”
Manco
zweeg en tuurde over de Plaza de Armas omzwachteld door de kerken, de hotels,
de restaurants en de winkeltjes.
Op
deze plaats werden Tupac Amaru I en II terechtgesteld wegens rebellie tegen de
Spanjaarden.
Het
drietal wandelde in een zijstraatje waar een oude man met drie instrumenten
tegelijkertijd “El Condor Pasa speelde.
“I’d rather be a writer
than a fighter
Yes I would
If I only could
I
surely would”
“En
Bob, wil je nog schijven over de Inca’s?”
“Het
is al geschreven.
Met dank aan :
Insight Guide Peru
De onberispelijke reisorganisatie Evaneos/Vamos Expeditions
en de schitterende gidsen die met eindeloos geduld mijn vragen bleven beantwoorden
Mijn partner-reisgenoot, Els, die evenveel Vargas Llosa
heeft gelezen als ik heb geschreven aan de blog