Woensdag 6 december
Met romans beladen vertrok de Belgische
delegatie om 6u42 richting top van de “Jebel Shams” of de “Berg van de Zon”.
Over de kopgroep kunnen we kort zijn : ze
vlogen over de ronde, vierkante, scheve en door elkaar gerommelde rotsblokken
en arriveerden na vier en een half uur op de top van de eerste berg.
Vermits de televisiehelicopter de lucht niet in
kon en de fotofinish defect was, moeten we u de volgorde van aankomst schuldig
blijven.
Uit verschillende bronnen vernamen we dat Frans
en Ralf de hele tijd kop trokken en dat Tim als trouwe ploegmaat bij zijn
achtergebleven makkers bleef.
Verder werd er nog gewag gemaakt van een
valpartij van Ralf in een rotskloof maar dit leek zijn sportieve vermogens
geenszins te hebben aangetast.
Meer informatie kregen we van onze
verslaggever-gids die de coördinatie op zich had genomen van de bus der
gelosten.
Daar vond men niet de rasklimmers die mee
konden dingen voor een ereplaats maar eerder amateurs, levensgenieters en
klimmers die pas terug uit blessure nog aan het revalideren waren.
Zo te zien was het een zelfregulerend
gezelschap met vier doelen :
-binnen de tijd niet zozeer de top halen maar
wel de camping
-samen de weg zoeken
-mekaar steunen bij moeilijke momenten
-niet meer energie verspillen dan nodig
Na amper één uur moest in dit peleton Kristine al
haar roman bovenhalen omdat ze met haar hoofd tegen een rots gevallen was en
hevig bloedde.
Gids Niels pakte haar hoofd vakkundig in en
wachtte tot ploegmaat Joris zich uit de eerste groep had laten afzakken om zijn
poulain te ondersteunen.
De bus der gelosten trok op zijn gemakje verder
en had bijna Paul en Katrien opgeslorpt toen na een moeilijke klimpartij plots
Goedele getroffen werd door een onweerstaanbare aanval van leeswoede.
Ze bleef in haar eentje achter.
Vanuit de veronderstelling dat de tocht naar de
top vier uur zou duren, zoals Tim had aangegeven, declareerde Erik officieel
het halfwegpunt na twee uur stappen doch dit scheen duidelijk een overschatting
ten opzichte het aantal afgelegde kilometers en hoogteverschil die de andere
peleton’ers van hun smartwatch konden aflezen.
Erik zei dat je moest geloven dat, achter de
kam waar ze niet over konden kijken, de aankomst lag en als ze daarachter dan
toch een colletje geserveerd zouden krijgen, waren ze zeker vlakbij de top. De
hoogtemeters maakten rare sprongen en werden dus snel gediskwalificeerd als
kompas.
Niels die zelf nog nooit de top bereikt had en
kilo’s energie te over had om desnoods naar de top te lopen, had zich
opgeofferd als waterdrager voor de bus.
Kilometers lang bleef hij maar zeggen dat het
vermoedelijk nog een uurtje was wat vier van de vijf der gelosten in een
opwelling deed besluiten om het objectief van de tocht -de top te bereiken-
direct in te ruilen voor het objectief van de bus -de kampplaats bereiken-.
Erik trok nog koppig enkele honderden meters in
hoog tempo mee met Niels naar boven tot ze bij een bus van later gelosten
kwamen die over betrouwbare informatie beweerden te beschikken, met name dat
het nog een uurtje was tot aan de top.
Bovendien had Tim na de lunch op de top van de
berg, de koplopers de instructie gegeven al met de afdaling te beginnen
waardoor het peleton der gelosten de facto niet meer in aanmerking kwam voor de
bergprijs.
Maar hun achterstand van een uur werd nu een
voorsprong en ze doken als een sneltrein van het rotsenfestival naar beneden om
die voorsprong tot Camp Belgium te behouden.
Of het ooit de bedoeling was geweest van de
Belgische delegatie om op de Jebel Shams of in de Wadi Nakir waterbronnen te
vinden, is niet duidelijk maar dat Oman er in de Arabische wereld boven
uitstak, had misschien wel te maken met het feit dat zij de hoogste bergen en de diepste kloven
hadden.
Een paar uur later zag je over de kampplaats mannetjes en vrouwtjes strompelen die water lieten koken op gasvuurtjes, het goten in een brandvrij puntzakje, het enkele minuten lieten intrekken en dan de illusie hadden dat ze spaghetti bolognaise of kip curry aten.
Even sidderde er een moment van consternatie
door de groep toen wolken zich in de opkomende nacht schenen samen te pakken en
sommigen de wadi -en hun tent- al zagen volstromen.
“Ik heb gebeld met mijn vrienden van de
meteorologie en er komt geen regen”, sloot Tim de discussie.
Zijn leiderschap werd gewaardeerd en niet in
vraag gesteld.
Hoe lang en hoeveel het kampvuur nog uitgeputte
lichamen had kunnen verwarmen, konden alleen die laatste twee weten toen de
overgrote meerderheid al paraplu lag opgevouwen in hun slaapzak.
Donderdag 8 december
Die nacht verbeterde Caroline het Omaans record
langslapen met twaalf uur ononderbroken relatieve deconnectie van de
hersenschors.
En moest Erik haar om 8u niet gewekt hebben
omdat ze de eerste tenten al aan het afbreken waren, had ze ongetwijfeld het
wereldrecord gebroken.
Twee uur later had het terrein zijn
oorspronkelijke staat hervonden.
Enkel achteraan was er een kuiltje verlegd in
de wadi.
Tijdens de volgende Landcruiser drive, vroeg
sexuloge Caroline aan Mia voorzichtig in het Vlaams of ze Abdel, de chauffeur,
een paar vragen wou stellen over Omaanse relaties en huwelijk.
“Good question”, antwoordde Abdel verrassend en hij vertelde dat vroeger alle huwelijken gearrangeerd werden door de ouders maar dat tegenwoordig, vooral in de steden, in iets minder dan de helft van de gevallen, de partnerkeuze het voorrecht was geworden het koppel zelf.
Net zoals collega Reni bevestigde Abdel dat je als
moslima enkel met een Omaanse moslim kon trouwen. Reni’s escape om in het
buitenland te trouwen en later terug te keren was volgens Abdul geen oplossing
omdat je huwelijk door de Omaanse autoriteiten niet werd erkend en je daardoor
ook geen toegang had tot onderwijs, gezondheidszorg en andere maatschappelijke
privileges.
Omgekeerd kon een moslim man wel met een
niet-moslima huwen en er zelfs tot vier vrouwen kon op nahouden zolang hij ze
maar kon onderhouden.
Maar in de praktijk was monogamie de regel geworden
en door het sterk toegenomen aantal hoog opgeleide vrouwen, werden de klassieke
rollenpatronen meer en meer doorbroken.
Toen Erik het woord “sex” liet vallen, haakte Abdel
daar ongegeneerd op in door aan te geven dat betrekkingen voor het huwelijk wel
vaak voorkwamen maar eigenlijk verboden waren zodat extramaritale sex de factu
in den duik gebeurde.
Het gebeurde wel vaak, zo vertelde hij, dat
mannen in deze clandestiene vrijage loze beloften maakten aan hun geliefden
maar ze dumpten als het menens werd.
Ontmaagde vrouwen kwamen op de huwelijksmarkt
niet meer aan den bak.
Voor mannen was een onbesproken sexleven geen
issue.
Was het uit pure schaamte dat de chauffeur
aangaf dat hij dit “probleem” al met zijn vrienden had bediscussieerd.
Zoals enigszins te verwachten was abortus in Oman
niet toegelaten maar gezinsplanning door contraceptie was een verworvenheid ook
al leidde dit niet tot een dalend geboortecijfer (24/1000 in 2018).
De psycho-sociologische tak van de groep kon
niet nalaten om hem te vragen waarom er in Oman zo weinig conflicten waren noch
naar het buitenland, noch intern.
Het was intussen de nationale sport om voor
alle goeds van het land te verwijzen naar sultan Qaboos maar van Abdul kregen
ze toch een paar specificaties.
De sultan was altijd veel bezig geweest met
diplomatieke afstemming met de buurlanden maar intern trok de sultan het land
rond om te gaan spreken met de sjeiks (soort plaatselijke machthebbers, te
vergelijken met burgemeesters).
Hij noteerde hun problemen en ambities en
probeerde daar op in te spelen.
Even hoopten Caroline, Erik en Mia een
democratisch tintje te vinden maar tevergeefs; de sultan was de baas van de
regering en het leger en er was geen politieke oppositie noch waren er
verkiezingen.
Wetende dat in het Mekka van de democratie, met
name de Verenigde Staten van Amerika, de binnen- en buitenlandse conflicttemperatuur
heel wat hoger stond, ging het klassiek antagonisme democratie/(verlicht)
despotisme voor de drie Belgen eventjes wat wankelen.
Anderzijds herinnerden ze zich de woorden van
Rani die had gezegd dat er vooral orde was doordat er overal zoveel politie
was.
En toen Mia het verhaal vertelde van een
zestienjarige Engelse bakvis die maanden werd opgesloten in de gevangenis omdat
ze een Omani had doodgereden en daar geconfronteerd werd met een heleboel
ongehuwde moeders die daar moesten bevallen, leek het prachtportret van sultan Qaboos
toch wel een paar krassen te vertonen.
Toch
was er vooral in de kuststeden een langzame evolutie naar meer Westerse opvattingen
en gewoonten door de sterk toenemende influx van buitenlanders in de loop van
de laatste decennia.
Enerzijds
waren het laaggeschoolden, meestal uit Indië, maar vanuit datzelfde land hadden rijke Indiërs in het verleden sleutelposities ingenomen in de
commerciële wereld.
Daarnaast was er een actieve migratie van meestal
Westerse hooggeschoolden voor zeer gespecialiseerde jobs.
Maar omdat in Oman de jonge populatie snel
toenam, moesten er voor een steeds groter wordende groep jonge goed opgeleide
Omani jobs worden voorzien.
Qaboos had met zijn “Omanisering” incentives
voorzien om meer landgenoten tewerk te stellen in privébedrijven en anderzijds werden
buitenlandse ondernemers verplicht om te associëren met lokale sponsors die als
een soort stille vennoot mee konden cashen maar waarbij het ook de bedoeling
was dat ze de expertise zouden verwerven om minder stil en meer actief vennoot
te worden
Competitie voor jobs was één van de centrale thema’s
tijdens de Arabische Lente en bleef voortsluimeren onder de Omaanse bevolking.
Krassen en spleten en schots en scheef elkaar
kussende rotsen vormden het decor van de Landcruiser drive door de bedding van de
Wadi Nakhr.
Ook zonder bordje “doodlopende straat” vermoedden
ze al dat ze zouden vastrijden tussen steeds hogere en nauwere rotsmuren die
als een gevangenis hun
ruimte steeds meer schenen te beperken.
In ruil kregen ze meer water in de wadi uit onzichtbare bronnen en met onduidelijke bestemming tot de auto’s in amfibiestijl diepe plassen moesten doorwaden.
Het doodlopend gat bleek een oud dorpje te zijn met in het midden een moskeetje waar verder geen ziel te bespeuren was.
Sommigen vermoedden dat het was omgebouwd tot
hotel maar om hier te verblijven, moest je al heel erg verzot zijn op het
episch panorama van de wadi of de complete isolatie opzoeken om een wereldroman
te schrijven.
Het enige teken van leven bleek de passage van
een colonne geiten die door een familiale KMO het dorpje doorgejaagd werd op
zoek naar voedsel en water..
Intussen snakte de groep naar water, niet van één of ander bron dit keer maar stromend vanuit een doucheknop om alle lichaamsporiën te zuiveren van twee dagen zweet en tentenzand.
Ze
landden terug in de beschaafde wereld in de stad Nizwa die lang de hoofdstad
was geweest van “Interior Oman” en ook gedurende vele jaren de zetel van de
zittende Imam.
Tot
in de jaren ’50 had de stad de reputatie gehad van religieus fanatisme en een
paranoïde reflex naar outsiders.
Ironisch
genoeg kon de stad zich meer recent heruitvinden als één van de meest
toerist-vriendelijke steden van Oman.
Guesthouse
Antique Inn presenteerde zich als een labyrinth van kamertjes in
aanpalende oude huizen met in het midden een kamer met tapijt dat geen schoenen
verdroeg en waar je ongelimiteerd een paar millimeters Omaanse thee kon
drinken.
Voor het avondmaal gingen Caroline en Erik twee
etages hoger om vanop het terras de rood ondergaande zon in Nizwa te begroeten.
Enkel een vlaag luidruchtige Hollanders kon
even het stil verduisteren van de stad verstoren.
Zij las en hij schreef.
Vrijdag 9 december
Onze reporter ter plaatse lag nog in zijn bed
toen een groot deel van het team om halfzeven ‘s morgens de veemarkt ging
bezoeken.
De business werd gerund door mannen in “dishdash” (lang wit kleed) en getooid met een “kummah of “Omani cap” (een wit hoofddeksel geborduurd met een blauw grafisch patroon).
Arabische vrouwen waren niet “in charge” op
deze markt en als ze al te zien zouden zijn geweest, waren ze goed verborgen
onder hun “abbaya” (zwart kleed) en “shayla” (zwarte hoofddoek).
Hun plaats was, zeker in het binnenland, in
huis aan de kookpot of in het beste geval als verkoopster in de soeks.
Sara vertelde over het ongewenst betasten van
de koeien en geiten in de mond, de rug en het geslacht, gevolgd door de halsstarrige
nee’s die in de nek van de kopers geprogrammeerd zat.
De lunch in een road restaurant was door Tim
aangekondigd als een bord rijst met iets erop maar bleek dat de groep kon
kiezen tussen vier verschillende soorten rijst met kip of vis of lam of
garnalen en een delicieus groenteslaatje met een sausje op basis van yoghurt.
Hij had ons weer op het verkeerde been gezet.
Toen de groep even later enige gewenning begon
te krijgen aan het monumentale rotsgebergte en meer ingenomen werd
door hun intra-jeep-talk, zag Sonja in Landcruiser 3 plots een dorp aan de
rotswand hangen.
Haar foto doorheen het raampje was nog niet
koud of de colonne maakte een bocht en hield halt aan de overzijde van de wadi
van waaruit het dorp aan de andere kant was opgebouwd.
Even later werd de groep verwelkomd door
Mohammed, de 28-jarige Omani-baas van het hotel “Cliff House”.
Hij vertelde dat het dorp 500 jaar geleden was gesticht omwille van de nabijheid van water en in de rots gebouwd waardoor het warmer was in de winter.
Tot voor 2014 woonden er zes families, in totaal zo’n 35 personen waaronder hijzelf, en hij toonde hen het huis waar hij geboren was.
Voor er een weg aangelegd was in 2004, bedroeg een verplaatsing naar Nizwa voor inkopen en handel twee dagen.
Pas in 2006 was er slechts met mondjesmaat elektriciteit.
In 2016 besliste de familie om het dorp te renoveren als guest house, eerst twee kamers, momenteel elf en men wou evolueren tot maximum vijftien, zo vertelde de jonge eigenaar.
De slaapkamers en badkamers waren eenvoudig geconstrueerd in
een combinatie van hout en pleister als lokale materialen.
Sanitair en elektriciteit waren conform de
standaarden van een modern hotel.
De gastenkamers stulpten lukraak uit de
rotswand rond steil kronkelende rotstrappen die als een soort stratenlabyrinth
het hotel bijeenhielden.
Het dorp was gestorven maar ook herrezen als
een ressort voor reizigers van heel de wereld die connectie zochten met rust,
de woeste natuur en het verleden van heel eenvoudige hardwerkende Arabieren die
er eeuwen hadden gewoond.
Ook al sprak Mohammed iets te goed Engels en
droeg hij een iets te flashy horloge om nog het eenvoudig leven van toen te
belichamen.
“Een man met een plan” liet Ralf zich
bewonderend ontvallen.
Zaterdag 10 december
Ook Niels en Tim waren mannen met een plan en
op zaterdagochtend trok de groep met een plaatselijke gids de bergen in maar wat
ze vonden was niet een waterbron maar een min of meer vlak voetbalveld, gelegen
een half uur lopen van het dorp.
Maar evenmin als de Rode Duivels en de jongens
van Oranje, zouden de Omani ook dit jaar de wereldbeker niet winnen.
Naast het voetbalveld lagen twee lichamen
begraven omzoomd door stenen en een rots aan het hoofd- en voeteinde die
aangaven dat ze op hun zij waren begraven met de blik gericht naar Mekka.
Het inspireerde Joris tot een contemplatief
moment.
De tocht zelf was pittig, vond Katrien, hoewel Tim het later in zijn classificatie eerder belachelijk zou noemen.
Voor sommigen sloeg die classificatie op de
hoogtemeters, voor anderen op de ongedisciplineerd gestapelde rotsblokken en
voor nog anderen op de lengte van de walk hoewel dit achteraf onterecht bleek.
‘s Namiddags kregen de waterzoekers wel spek
naar hun bek.
Her dorp Shuraygah was omzoomd met de resten
van ooit groen gepenseelde terrassen die, op enkele na, door de plaatselijke
bevolking waren opgegeven en verwaarloosd.
Het grootste deel van de dorpsbewoners was
gemigreerd naar de bovenstad waarvoor het meeste water uit de hooggelegen bron
werd afgeleid voor het de terrassen had bereikt.
Recent moest die watertoevoer nog aangevuld
worden met ontzilt zeewater dat 2000 m omhoog werd gepompt voor de inwoners.
Het discreet watervalletje bovenaan de terrassen en de falai die zich als een slang rond de tuintjes slingerde, schenen de illusie van vruchtbare groenmozaïeken in stand te willen houden.
Een koffieshop op de terugweg werd door de
groep omgetoverd in een internetcafé.
De gretigheid waarmee elkeen zijn smartphone
indook, toonde aan dat de cloudverslaving binnen de groep reeds een vergaand
stadium had bereikt.
Zondag 11 december
Zondag zou een hoogdag worden in de zoektocht
naar de bronnen van Oman.
“Alle wegen leiden naar water”, aldus Tim maar
op een tweesprong werd aan elk lid van de groep gevraagd om te kiezen tussen
het linker en het rechter pad.
Tien van de achttien sloegen af naar rechts en
zagen zich dieper en dieper in het rotsgebergte opgezogen.
Na enkele uren pittige walk met stevige klauterpartijen, ontwaarden ze een klein pooltje in een rotskloof.
De mannen klommen naar beneden en gingen
terstond uit de kleren om zich te laten dopen.
Groep twee belandde vrij snel op een
geasfalteerde baan die uitmondde in een soort lange oprit met op het einde een
monumentaal atrium dat toegang gaf tot een sprookjesachtige infinity pool,
vermoedelijk wat groter dan het badje van de andere groep en bovendien totaal
ongeschikt voor nudistisch plezier.
Subgroep twee liet zich dopen in de religie van
de wellness met stoombad, jacuzzi en Balinese massage.
Hotel Alila werd, ook door de kosmopolitische hotelgangers van de groep, helemaal bovenaan de world tour gerangschikt, niet alleen in het licht van de impeccable service maar ook omwille van de inrichting van lobby, de tuin en de kamers.
De sereniteit van het bruingrijs kleurenpalet van de houten en stenen constructie was perfect in balans met de tapijten, lampen en andere ornamenten.
Maar hét oooh-moment liep tegen je aan op het
terras wanneer het grillig rotsgebergte zich als een driedimensionale postkaart
op je netvlies genesteld had.
Groep één besloot zich aan te sluiten bij de
apostelen van de wellness en zich opnieuw te laten dopen.
Eens gemasseerd, gestoomd en lui van het
zwemmen, bleek gelukkig dat de nieuwe religie ook alcohol toeliet wat de hele
groep tijdens het avondmaal in een lichte extase bracht, tot de rekening zorgde
voor een ontnuchterende tegenimpuls.
De nacht was stil en vol sterren en omzoomde de
nieuwe volgelingen in hun prinsheerlijk bed.
Maandag 12 december
De volgende dag zouden ze van de hemel naar de
hel vliegen.
Het zou verzengend heet worden in de woestijn
en ijskoud ‘s nachts in de tent.
De food was een groot vraagteken maar zou in
geen geval de klasse van Alila kunnen benaderen en aan drie opeenvolgende dagen
alcoholabstinentie viel niet te ontsnappen. Velen telden de dagen af
naar
de aankomst donderdagavond in het Crown Plaza hotel in Muscat.
Het was iets na de middag toen 4x4 kolonne de
zandbak binnenvloog.
Waar de drivers er in het rotsgebergte vaak een
voorzichtig slakkegangetje op nahielden, stoven ze in het woestijnzand aan een
snelheid van bijna zestig per uur.
“Necessary
pace not to stick on the sand”, leerde ons de driver.
“Wasbordribbels of tôle
ondulée (golfplaten)”,
legde Carl uit toen ze in de jeep dooreen geschud werden zoals Tom Boonen op de
kasseien Parijs-Roubaix.
“Heeft te maken met kleine putjes in het wegdek
waarin de banden lichtjes worden afgeremd en een streep zand naar boven stuwen,
op hun beurt gevolgd door een putje wat uiteindelijk leidt tot een
golfplaateffect.”
Aangekomen in the middle of nowhere in de Wahibi-woestijn,
was niets nog zoals het was voorspeld.
De tentjes floepten vanzelf open met een paar
piketten verankerd in het
zand.
Na de groentesoep was er kip met humus, koude
groenten, pannenkoekbrood en rijst met daarbij tot ieders verbazing bier en
wijn door chauffeurs binnengesmokkeld in hun tentenkamp.
“Het smaakt me beter dan in Alila” zei Ria.
“Goedkoper alleszins” vulde Sara
aan. En toen het een beetje kouder werd, zorgde de crew voor een kampvuur dat zijn
vlammen dansend liet knetteren.
De ondergaande zon voerde een kat- en muisspel op met een paar wolken als voorspel op een sterrenparade die het zwart van de hemel als kerstlichtjes versierde.
De groep kreeg sterrenkundeles van Ralf en Tim
(en zijn app) met als capture de poolster, Mars, Uranus en het Zuiderhuis.
De Grote en de Kleine Beer waren verzwolgen in de lichtvervuiling van het noordelijk gelegen dorp.
Was Alila vergeten in de warme slaapzak midden
in de woestijn?
Of misschien wordt het genot wel gewekt door
het schijnbaar tegengestelde samenspel van de tedere schoonheid van de natuur
en het passioneel hedonisme van de luxecultuur.
Met dank aan :
- Insight Guides Oman
- Jens Wielandt die met The Wildinger de trip organiseerde
- Patrick, die met zijn terreinkennis de reis instrueerde en met zijn verhalen de groep animeerde
- de groep der Belgen die whatsapp deden kraken met hun tonnen foto’s. zij waren de inspiratie voor de personages in de blog (hoewel elke gelijkenis met bestaande personen compleet uit de lucht gegrepen is)
- voor Els, mijn partner die ervan geniet als ik naast haar zit te schrijven
Geen opmerkingen:
Een reactie posten