Na
een veel te late drink en een veel te korte nacht
was rond 5u30 de sunrise over
Addis in mijn
raam binnengevallen.
.
.
Er was één
woordje veranderd
in de beroemde quote van
de Amerikaanse
kolonel Kilgore in Coppola's "Apocalyps now"
nadat hij de dag
voordien een Vietnamees dorp had platgebrand
: "I like
the smell of
napalm in the morning".
Welke woorden
hebben we om de geur van Afrika te beschrijven? Of die van Ethiopië in zover dat hij ervan verschilt?
Als we de geurbron als uitgangspunt
nemen, leidt onze nasale prikkeling
langs dampende
houtskool vuurtjes, vliegenbemest
vlees, tropische kruiden
op stinkende marktjes, eucalyptusdamp of langs geraffineerd parfum voor verleidelijke zwarte madammen hier en daar vermengd met een vleugje muggenmelk
van blanke toeristen.
Het
is weinig waarschijnlijk dat
al deze ingrediënten mijn
neus naar binnen waaiden maar vermoedelijk
wordt ons olfactorisch systeem
getriggerd door
een paar van deze bestanddelen die
via het hypothalamus-geheugen
worden aangevuld
met impressies
uit vroegere Afrikareizen in Kongo,
Rwanda, Burundi, Brazzaville, Senegal, Liberia en Ivoorkust.
Ik
rook Afrika zoals je ruikt aan een grote Bordeaux maar het was mijn ambitie om in de volgende twee weken de streek en eventueel zelfs het kasteel en het jaartal zo fijn mogelijk te discrimineren.
Als oorlogsjournalist voor de Vlaamse Televisie
had men mij gevraagd
om een reportage te maken over de toenemende spanningen in Ethiopië.
Nieuwsberichten hadden in de voorbije maanden
gewag gemaakt van verschillende
betogingen tegen het regeringsbestuur
en bij deze demonstraties waren
tientallen doden
gevallen.
Het recente geweld begon enkele maanden
geleden nadat een religieus festival uit de hand was gelopen toen betogers
politieke slogans riepen en er een stormloop ontstond. Hierbij kwamen minstens
vijftig burgers om het leven.
Het protest richtte zich ook tegen
buitenlandse bedrijven waarin vernielingen werden aangericht.
De protestbeweging in Ethiopië kwam in
de internationale aandacht toen marathonloper Feyisa Lilesa, die zilver haalde
in Rio de Janeiro, met gekruiste arme over de streep kwam.
Twee
weken voordien
had premier
Desalegn de noodtoestand uitgeroepen
voor zes maanden om de toestand onder controle te krijgen.
Samen met
cameraman Yannick
en producer
Caroline was
ik de avond voordien
vanuit Brussel via Frankfurt en Jeddah iets meer dan een uur te
laat in Addis Abeba geland.
De visumprocedure
en het wisselen van euros in birrs was Afrikaans traag verlopen als een heen-en-weer processie van bureau naar bureau maar het was pas toen Yannick zijn
televisiecamera van
de transportband haalde, dat het lome wat ingezakte douane-mannetje plots hevig begon te gesticuleren.
We
hadden gehoord
over het sluiten van niet-regeringsgezinde
media en men wist maar al te goed dat buitenlandse journalisten
op hun scherpst beginnen
staan als hun collega’s
de mond gesnoerd worden.
Het systeem
was hierop voorbereid en had ondubbelzinnig
een alarmprocedure ontwikkeld
die nu door het mannetje in
"code rood" werd gezet.
Er volgden
meer uniformen
en meer strepen en politiegekakel in
een taal die achteraf Amharisch bleek te zijn.
We
deden alsof we niet begrepen wat het probleem was terwijl we van
de eerste minuut direct doorhadden waar de Ethiopische klepel hing.
Het dovemansgesprek
mondde uit in een totale patstelling
tot een Engels sprekende
official ons
duidelijk maakte
dat we de spelregels
grondig hadden
overtreden.
We stonden
op het punt om de Belgische ambassade in te schakelen doch een telefoontje met
het VRT-bestuur, leerde
ons dat het een “lost case” was
geworden.
We
leverden al
onze zware
TV-apparatuur in
en hielden onze smartphone-achtige
devices vastgeplakt in onze zak.
En toen we plechtig
beloofd hadden
dat we geen televisieprogramma
zouden maken,
noch een artikel schrijven
in een Belgische krant
of weekblad, lieten ze ons met enige tegenzin vertrekken.
We zouden
een blog maken over onze "discovery", zo hadden we met elkaar afgesproken,
en dat was nu net hetgeen we niet hadden moeten aftekenen.
Wanneer u
dit leest, dan weet u dat we onze journalistieke
missie uiteindelijk
met succes hebben vervuld.
De
driver had ons gevraagd om zo vroeg mogelijk te
vertrekken omwille van de "traffic jams" want na een rit van meer dan 500 km zouden we die avond overnachten in
de hoofdstad
van Amhara-gebied, Bahir Dar, gelegen aan de zuidzijde van het Tanameer.
Caroline was niet opgezet met het feit dat haar vertrouwde orange juice was vervangen door mangosap, dat er eerst geen glazen waren, dan wel kopjes maar geen koffie.
Yannick vond het wel niet erg dat zijn
gevraagde "sunny-side-up" op zijn bord was geland als een "sunny-side-down" en ik vond dat, afgezien van deze kleine details, de breakfast
al bij al vrij “American” was en dat ze maar beter goed konden ontbijten
omdat niemand
echt goed wist
wat er culinair in de highlands te verwachten was.
We vertrokken in noordelijke richting
door gebied van de Oromo die enkele maanden voordien de kat de bel aangebonden
hadden tegen het
Addis-bestuur onder sterke controle van de
Tigray, een stam
uit het noorden, die 5% van de Ethiopische bevolking uitmaakt.
Zij hadden een belangrijke rol gespeeld
bij het verdrijven van de communisten in 1991 en sindsdien domineerden ze het
centraal gezag in Addis Abeba.
De Oromo zelf maken 34 procent uit
van de totale Ethiopische bevolking.
Hun regio ligt ten zuidoosten en ten
westen van Addis Abeba en ze voelen zich op economisch vlak uitgesloten van de
economische boom die de hoofdstad de afgelopen jaren volledig heeft veranderd.
In die optiek voeren ze al jaren oppositie
tegen het centrale regeringsbestuur dat altijd werd gedomineerd door andere
stammen.
Van oorsprong zijn het nomadische herders en landbouwers die in de 16-de eeuw vanuit Kenia Ethiopië zijn binnengetrokken.
Onderweg had
onze crew tal van kleine “agricultural
compounds” opgemerkt met traditionele lemen
hutten typisch
voor deze volksstam.
Bij het oversteken van de Blauwe Nijl, zouden we binnenrijden in het land van de Amhara, een stam bekend om zijn grote krijgers en bekwaam bestuur.
Ze maken 27% uit van de bevolking en
leven op de centrale hoogvlakte ten noorden van Addis Abeba.
Zij hadden
sinds 1270
het land gedomineerd op cultureel en politiek vlak en waren erin geslaagd hun taal als de officiële Ethiopische
landstaal te doen erkennen.
Omwille van deze
dominantie waren
ze niet altijd graag gezien door de andere tribale groepen
die hen soms als interne kolonisten beschouwden.
Ze hebben een
grote traditie
in landbouw en het merendeel van
de Amhara-bevolking is christelijk
hoewel er ook een minderheid moslims wonen.
De
weg was voor Afrikaanse
normen tot dan toe weergaloos geasfalteerd
maar bij
het afdalen naar
de Blauwe Nijl Kloof hadden
de weggespoelde
grond en zandverschuivingen van het wegdek een Strade
Bianche gemaakt.
Vlak
voor en na de oversteek was er nogal wat gedoe met politie- en legeruniformen die bussen en auto's tegenhielden
met Wayne Rooney
als lachende
getuige.
Het
was niet duidelijk wie wie vertegenwoordigde
maar westerlingen
zouden worden
met rust gelaten, had
de driver ons
gezegd, en zijn statement
werd zonder
problemen bevestigd.
Eenmaal
terug op de hoogvlakte
werd het team vergast op een
landschap van vierkante veldjes van koren en bloemen die als een lappendeken tegen
de heuvel waren aangeplakt.
Bavianen supporterden langs de weg.
Bavianen supporterden langs de weg.
Dit impliceerde
dat, trouwens
ook vanuit België, aangeraden werd om alleen noodzakelijke reizen
te maken.
Dit
zou ook het punt zijn waarop je reisverzekering
verstek laat gaan omdat je, ondanks een negatief reisadvies, toch
het betrokken
gebied hebt betreden.
Yannick
hunkerde naar
de eerste sporen van woeligheid terwijl
Caroline deed
wat van haar als vrouw verwacht werd : zich ongemakkelijk
voelen en de twee mannen aanmanen tot voorzichtigheid.
ik
hoopte toch wat "bezwarend materiaal"
te kunnen verzamelen maar liefst vanuit een gevaarloze positie.
Barir Dar was de hoofdstad van de Amhara provincie
maar eens ik het voorgeborchte van
het Kuriftu Resort was doorgewandeld, waande ik mij in een zwembadvakantie met zicht op “Lake
Tana” dat evengoed
de Rivièra had kunnen zijn.
Toen
we ‘s anderendaags tijdens
een tochtje op het meer de papyrusbootjes
voorbijvaarden, werd
de kloof met de Monegaskische jachten meteen weer tot oneindig uitgediept.
We bezochten
op een pensinsula het Ura Kidane Meret Monasterium dat zich op een half uur
lopen van de oever diep in het woud had weggestoken.
Het rotsblokkenpaadje liep langs souvenirwinkels,
koffiehuisjes
en aanklampende kinderen die een stylo vroegen of iets wilden verkopen.
Het monasterium bestond
uit drie delen: aan de buitenkant de muziekzone, dan
de plaats voor
gebed en helemaal vanbinnen -alleen
toegankelijk voor
monniken- het
Heilige der
Heilige.
Zonder schoenen
raakten Yannick, ik en ook Caroline (wat niet zou gelukt zijn in de andere monasteria’s,
zei de gids) toch tot aan het tweede niveau.
We werden
overvallen door
een felkleurige
wat naïef geschilderde wandbekleding
die het Heilige der Heilige omsloot.
Het monasterium was van de 14e eeuw, de schilderijen
van twee eeuwen later behalve de onderste rij die men in de 19e eeuw had gerestaureerd
omdat mensen
er vanuit een religieuze aspiratie, te veel hun handen op hadden geplakt.
Wanneer
een gids je langs
de mythologie
voert van
Mohammed, Boeddha of de Hindoegoden, raak je snel verdwaald
als in een surrealistisch schilderij
van Dali maar de Bijbelse tafereeltjes
van Abraham,
Isaak, Mozes
Maria, Jezus
en de apostelen gingen
er als koekebrood in.
We hadden
hem heel goed zelf kunnen uitleggen
hoe Jezus in Kanaän water in wijn had veranderd ook al geloofden we dat zelf niet helemaal.
Het was
niet helemaal
duidelijk wat
hij zelf allemaal
geloofde en
als hij begon over aanvullende Ethiopische
boeken bij
het Oude en
Nieuwe Testament, waanden we ons even op het niveau van Sinterklaas en
Zwarte Piet.
Maar toen
de gids zich eerbiedwaardig
door een monnik liet zegenen, begrepen
we dat zijn geloof en zijn respect voor
de waarden die hij had meegekregen evenals de sereniteit van
het huis dat we bezochten, geenszins moest
onderdoen voor
de religieuze
uitstraling van
een kathedraal
of een moskee, wel integendeel.
Toen even
later een gesluierde
moslimvrouw
ons pad doorkruiste, leek het bizar dat de breuklijn van identiteiten in
dit land blijkbaar meer was geënt op etnische stammen dan religieuze wortels.
Reeds van in de 13e eeuw ontstonden
er spanningen
tussen christelijk
Ethiopië en
de moslimemiraten
van Ifat en Adal.
Op het
einde van de 15e eeuw, verklaarde de charismatische moslimleider
Mahfuz de Jihad tegen
christelijk Ethiopië.
Keizer Lebna Dengel kon Mahfuz’ militaire intrusie pas
stoppen met
een overvloedig
aanbod van Ethiopische slaven
en vee.
Ibrahim al Ghazi of Ahmed Gragn de Linkshandige,
zette de Jihad van Mahfuz verder en versloeg de
Ethiopische keizer in 1529.
Met
de steun van de Turken en Zuid-Arabië veroverde
hij enkele jaren later heel Oost en Zuid Ethiopië.
Wanhopig
riep Lebna Dengel
de zoon van de Portugese ontdekkingsreiziger
Vasco de Gama
te hulp en het was vlakbij het Tanameer dat het hoofd van Don Cristovao
van zijn lichaam werd gescheiden.
Uiteindelijk duurde tot 1543 tot de nieuwe Ethiopische keizer
Galawdewos samen
met de Portugezen Ahmed kon verslaan.
Toen
in het begin van
de 17e eeuw, de Oromo-stam vanuit
Kenia naar grote delen van Ethiopië migreerde, zochten verschillende
Ethiopische keizers
steun bij de
Portugese jezuïeten.
De prijs
was de adoptie
van het Europese katholicisme
ten koste van de christelijk-orthodoxe
traditie wat maar weinig werd gesmaakt door de bevolking.
Uiteindelijk leidde dit tot
een burgeroorlog
die pas ophield toen
de nieuwe keizer Fasiladas de Jezuïeten buitengooide en alle buitenlanders
verbood om nog een voet te zetten in zijn keizerrijk.
Op dit ogenblik bestaat 63 % van de
Ethiopische bevolking uit orthodoxe christenen, 34% uit moslims met nog 3% joden (Falasja’s), protestanten en animisten.
De gele kleur van hun vlag verwijst naar
religieuze tolerantie, rood naar het bloed dat vloeide voor de bescherming van
hun onafhankelijkheid en groen naar vruchtbaarheid.
De Ethiopiërs hebben voorlopig de
symboliek van hun vlag wel waargemaakt behalve dan de gele ster op een blauwe achtergrond
in het midden die verwijst naar éénheid binnen diversiteit en vrede.
Het zou spoedig duidelijk worden dat
hier nog werk aan de winkel was.
Tijdens
een autorit
die namiddag, langs
een onmogelijke
"bumping
road"
merkten we dat een sterk verankerd
christelijk geloof
geen voldoende
hefboom was
om armoede te bestrijden
De winkelstraat van
Tis Abay was omzoomd
met kleine
landbouwbedrijfjes waar men boter, honing, peper en
zout produceerde of hout en andere handelsgoederen verkocht of
transporteerde op een vrouwenrug naar Bahir Dar.
De
etalagepoppen en
de heupstukken
van de plaatselijke Louis
Vuitton konden
niet op tegen de schoonheid van
Ethiopische Amhara's die soms half verborgen onder
een paraplu, voor ons heen en weer defileerden.
De
mannen hielden
bamboestokken vast,
soms karig versierd met gekleurde banden
die potentieel in staat waren zich te transformeren tot
wapen doch eerder dienden
om op te leunen bij een praatje
met de “guys”.
De orthodoxen hielden het bij de staf
van Mozes waarmee die het water van de Rode Zee bedwong.
Een lijkstoet trok voorbij.
Een lijkstoet trok voorbij.
Dat
hier in de lucht
en elektriciteitsnet
hing, was niet verwonderlijk
wanneer onze crew een
half uur later
neerkeek op
de electriciteitscentrale
die haar energie verwierf
van het aftappen van 3/4 van het water van de Blauwe Nijl.
Daardoor waren
de echte watervallen in
hun volle breedte
geamputeerd en
het water spuwde zich
erg gefragmenteerd
over een drietal parallelle
lijnen.
Samen met
de zon
projecteerden ze een
regenboog en
waren ze decor voor twee rustieke bruggetjes, één gebouwd in de 17e eeuw door Portugezen
(als eerste om de
Nijl te overspannen) de tweede een hangbrug over de Alatarivier
waar een ezel zijn baasje behoorlijk op de zenuwen werkte.
Op
de terugweg
naar Bahir Dar, werden
we plots tegengehouden door
een groep van Amhara jongeren die
een lint hadden gespannen over
de hele breedte van de weg om ons te doen
stoppen.
Yannick
keek onmiddellijk
of ze bewapend waren
terwijl de driver vertraagde
en zelfzeker met
zijn stamgenoten
begon te discussiëren.
Caroline werd
gerustgesteld doordat
ze begonnen te lachen en tien seconden later
was het incident vergeten
"Naughty
boys",
mompelde de chauffeur
en we begrepen dat de Amhara-rebellie nog
niet was uitgebroken.
“Wie krijgt de kruimels van de rijkgevulde
tafels met onze westerse contreien?”,
dacht Yannick luidop.
Op weg naar Gondor, de volgende dag, passeerden
we een kerkdienst
en een
lokale begrafenis, een "welriekend" marktje en een kinderfeest..
Yannick hield de wit geklede orthodoxen
voor moslims
te meer daar de twee en een half durende gebedsdienst over de hele buurt werd gemegafoond
met dezelfde klanken als in de Arabische steden waar hij was geweest.
Onderweg
naar Gonder kwamen we een fallische rotsblok
tegen die ooit vanuit een
vulkanisch gerommel
naar boven was geduwd.
"Het gerommel op de Ethiopische Hoogvlakte
staat ver van de vuurspuwende oorlog in Syrië en
Irak waar de breuklijn tussen sjiieten en soennieten
een groot deel van het Midden-Oosten lijkt te
desintegreren”, zei Yannick.
“Maar in de voorbije maanden was Gonder
toch wel het middelpunt van het verzet van de Amhara tegen de bonzen van
Addis”, dacht Caroline te hebben gelezen.
“In
de traditie van die Fasilidas 400 jaar voordien”, vulde Yannick aan : “die zijn
pa opvolgde, de Jezuïeten terug naar Europa stuurde en de Ethiopische touwtjes stevig
in handen nam.”
Zijn paleis had hij laten ontwerpen door een Indische architect,
vertelde later de gids, en het vertoonde een ongewone mengeling
van Indische, Portugese, Moorse
en Islamitische
invloeden.
Het
gelijkvloers werd gebruikt
als eetkamer en receptieruimte, het eerste verdiep
als gebedsruimte en op de tweede verdieping bevonden
zich de slaapruimte en de uitkijktoren
van waar hij
een zicht had tot aan het Tanameer.
De Davidster
verwees naar de
joodse traditie
van Salomon waarvan ook
Fasilidas overtuigd was een afstammeling te zijn.
Later nam elke nieuwe koning het paleis van zijn voorganger in gebruik maar bouwde er tevens nog één extra bij.
De gids bracht ons ook bij Fasilildas
Bad, een tweetal km verderop, dat één keer per jaar vanuit een
cisterne verbonden
met de rivier volledig gevuld werd met water.
Men viert
er dan de doop
van Christus in de Jordaan door
zich onder luid gejoel massaal in het gelegenheidszwembad te storten.
De Debre Berhan Selassie Kerk bleef van verwoesting gevrijwaard door
een zwerm
(goddelijke) bijen die de Soedanese Dervishes
in 1880 wegjoegen toen die de kerk wilden
verwoesten.
Het
kindergezang in de ruimte naast de kerk herinnerde mij
aan de "lering"
voor mijn eerste communie.
Yannick
en Caroline
hielden het
bij een puur inheems Ethiopisch fenomeen
waarbij ik
hen, wat het instrument
betreft,
gelijk gaf.
Gonder werd in 1636 de eerste permanente
hoofdstad sinds Lalibela.
De hofhouding was Versaillaans en in het
begin van de
18e eeuw
gingen de machthebbers
ten onder
aan intriges, samenzwering
en moorden.
Het Gonder kingdom desintegreerde als in
een Shakespeariaans drama.
De provincies
kwamen in opstand en tussen 1784 en 1855 waren
de keizers nauwelijks meer
dan een
"puppet on a string" in de handen van rivaliserende
feodale edellieden
en hun zwaar bewapende
legers. Chaos
en burgeroorlog
werden de norm.
“Je kan de
opkomst en
ondergang van Gondar inderdaad vergelijken met
de val van de Bourbons en de Franse Revolutie
", gaf Yannick
aan: "maar
In Europa was het eerder een idee,
een stroming, met name de Verlichting
en het Liberalisme, die enigszins antireligieus
de Middeleeuwse monarchieën aan
het wankelen
brachten of termineerden
op de guillotine.”
“Maar
ook hier waren vadsigheid, decadentie en intriges de oorzaak van de val van de Ethiopische Keizer “aldus Caroline.
“En het duurde 100 jaar vooraleer keizer
Theodorus een ééngemaakt Ethiopië terug op de kaart kon zetten", vulde de gids aan, net toen we zijn
standbeeld bij onze terugkeer passeerden.
Als jonge gast met de naam Kasa Hailu,
had hij na een opvoeding in kloosters zich geamuseerd met het herverdelen van
goederen tussen rijk en arm in een soort "Robin Hood" achtig
avontuur.
Populist avant la lettre, begon hij de
ene na de andere machtsrivaal te elimineren tot hij in 1855 zichzelf kroonde tot keizer Theodorus II.
Hij herenigde het Ethiopische volk,
richtte een nationaal leger op en een groot wegennetwerk alsook een programma
van landhervorming.
Hij voerde het Amhaars in als officiële
taal waarbij het geschreven Ge'ez (te vergelijken met een soort Latijn voor
West-Europa) werd vervangen als geschreven taal.
Toen hij onvoldoende steun kreeg van de
Britten voor zijn hervormingsprogramma tegen een groot deel van de bevolking
in, overspeelde hij zijn hand toen hij enkele Engelsen in de gevangenis wierp.
Wanneer de Britse troepen een alliantie
sloten met rebellerende Ethiopische edellieden, schoot Theodorus een kogel door
zijn mond liever dan zich over te geven.
Na een korte machtsstrijd nam Kassa
Mercha van de Tigrey-stam de keizerlijke scepter over als emperor Johannes voor
de volgende 17 jaar.
In tegenstelling tot Theodorus steunde
Johannes de Kerk en had hij meer begrip voor de autonomie aspiratie van de
lokale machthebbers.
Toen de Italianen na de opening van het
Suez-kanaal in 1869 het huidige Eritrea binnenvielen, zocht Johannes tevergeefs
steun bij zijn vrienden de Britten.
Intussen kreeg hij een tweede front op
zijn bord vanwege de Dervishes die Soedan hadden veroverd en uiteindelijk
Gonder in 1888 waren binnengevallen.
Op het moment dat Johannes hen ging
verslaan in Kalabat werd hij dodelijk getroffen door een kogel van een
sluipschutter.
Zijn opvolger keizer Menelik II, koning
van Shoah, sloot een vredesverdrag met de Italianen waarbij hij afstand deed
van Eritrea.
We werden een eeuw verder in de tijd gevoerd
toen we het amfitheater voorbijreden
waar de communistische “Derg” in de jaren ’80 hun toespraken hielden.
Enkel een paar koeien bleken nog
belangstelling te hebben voor de site.
Het was met deze geschiedenissen in het achterhoofd
dat we een glas wijn dronken op het terras van het Goha Hotel met nice view op
Gonder.
We hadden er een afspraak met een Amhara
militant
"De
mechanismen die
koninkrijken, totalitaire
regimes of
zelfs democratische
staten doen desintegreren zijn niet zoveel verschillend", begon Caroline resoluut :
"maar de breuklijnen in een land of maatschappij zijn niet altijd dezelfde : etnisch, ideologisch, religieus of zelfs de sympathie voor een voetbalploeg kan kleine oorlogjes veroorzaken."
"maar de breuklijnen in een land of maatschappij zijn niet altijd dezelfde : etnisch, ideologisch, religieus of zelfs de sympathie voor een voetbalploeg kan kleine oorlogjes veroorzaken."
"Hopelijk zijn
dit hier in Ethiopië
niet de prodromen van een volgende desintegratie", vulde ik aan : "want het begint altijd met discussies,
betogingen en
stakingen en voor
je het weet, zit je in de logica van aanslagen en burgeroorlogen,
liefst nog
gesteund door lachende
derden van
buiten die
van het conflict misbruik
willen maken om hun positie te versterken."
"Ja. ", antwoordde Caroline: "de regering van Addis Abeba heeft al beweerd dat er militaire steun
is voorzien
vanuit Egypte
aan de rebellerende stammen."
Onze informant luisterde gespannen en
leek wat geïmponeerd door onze snelle start.
Na een tijdje vroeg hij of Brussel de
hoofdstad van Europa was, en ik begon een heel verhaal over het kruispunt
tussen de Latijnse en Angelsaksische culturen, de centrale ligging maar ook de
onbeduidendheid van België in relatie tot de grote jongens Frankrijk Duitsland
en Engeland en het multicultureel karakter van de Belgische hoofdstad.
Met het doel een soort "common
frustration " te evoceren bij de man, bracht Yannick de aanslagen in
Zaventem en de Brusselse metro in herinnering en de desastreuze gevolgen voor
de geloofwaardigheid en ook het toerisme in ons land.
Hij vergeleek alarmfase drie in ons land
met de noodtoestand in Ethiopië en de man begon met het klassieke zinnetje dat
steevast op onze crew werd afgevuurd wanneer we iemand vroegen hoe de situatie
in Ethiopië was: "They're busy to arrange it!"
"Wie is busy en wat er
"gearranged?" vroeg Yannick. "Het gaat hier toch om
stammentwisten, de Oromo en de Amhara tegen de Tigrey die het in Addis voor het
zeggen hebben.”
De man zweeg en begon over iets anders.
"Weet je", zo sloot hij toch
weer aan bij de vraag van Yannick: "dat er in Mekele zestig nieuwe
fabrieken staan en in Gondor twee?
De Tigrey gedomineerde regering zorgt alleen
voor zijn eigen stam en dat geeft ongenoegen bij de anderen.
De Oromo die rond de hoofdstad leven,
zien hun land meer en meer opgeslorpt door de expansie van Addis Abeba zonder
dat ze daar een fatsoenlijke compensatie voor krijgen.
En de grenzen tussen de Tigrey provincie
en het Amharaland schijnen progressief te fluctueren in zuid-westelijke
richting.
Dat zijn de zaken die mensen boos maken
en dan vergeet ik nog de corruptie waarbij de strafmaat kleiner is dan hetgeen
de corruptie aan winst oplevert.
In zo'n systeem worden mensen
gefrustreerd en soms wanhopig waardoor ze extreme dingen doen."
"Ja dat begrijpen we",
antwoordden we in koor, enigszins verrast door de scherpte van zijn analyse en
de plotse voortvarendheid waarmee hij ons dit vertelde.
"Weet je”, zei de man alsof hij
onze gedachten las: "als Ethiopiërs hierrond mijn Engels zouden begrijpen,
riskeer ik voor zo'n uitspraken in de gevangenis te geraken. De noodtoestand
die ze hebben uitgeroepen, stipuleert onder andere dat men zomaar mijn huis kan
doorzoeken en mij zonder vorm van proces oppakken en voor onbepaalde tijd in de
gevangenis steken. Ik vertel jullie dit omdat ik jullie vertrouw."
"Maar wie is eigenlijk wat aan het
regelen?" drong Caroline nog eens aan: "Die mensen in die bamboe-lemen
huizen kunnen toch niet voor zichzelf opkomen. Is er iemand die hen
vertegenwoordigt?"
"In theorie zijn de verschillende
strekkingen van het Ethiopische volk in het parlement vertegenwoordigd maar het
zijn alleen de jaknikkers en de pionnen van de regering die toegelaten worden
om democratisch de leiding van het volk gelijk te geven. Wie niet akkoord is
wordt uitgeschakeld, soms letterlijk.
Wanneer, zoals bij de laatste verkiezingen, de
regeringspartij honderd procent van alle zetels wint, zou dat bij de
machthebbers toch een belletje moeten doen rinkelen "
"En vrije meningsuiting?"
vroeg Yannick.
"Er is de Ethiopische
staatstelevisie, er is de regeringsvriendelijke "Voice of Amerika" en
zoals jullie zelf al hebben gemerkt : het Premier League football moet de jongeren
in hun rode Manchester-truitjes doen vergeten hoe uitzichtloos hun situatie is.
Weet je waarom ze zo revolteerden tegen de Nederlanders die hier in Ethiopië
investeerden in de bloemenindustrie?"
We knikten van nee.
We wisten dat de bloemenkwekerij van
Esmeralda niet alleen was in brand gestoken, maar dat betogers er urenlang hadden
rondgelopen om alles systematisch te vernietigen en spullen te stelen.
"Omdat alle key posities in deze
bedrijven worden ingenomen door Nederlanders en enkel het uitvoerend werk is
voor Ethiopiërs en - ik moet u niet zeggen - dat de overgrote profit van deze
business richting Nederland gaat.”
We voelden ons enigszins opgelucht dat
we hier niet in de brokken deelden met ons Kongo-verleden wat ongemakkelijk in
onze nek.
Met de tocht vanuit
Addis door Oromogebied langs de Blauwe Nijl en het Tanameer en op visite in de belangrijkste Amhara
steden Bahrir Dar en Gondar, hadden we niet alleen meer dan
3 eeuwen Ethiopische geschiedenis doorlopen
maar waren we
ook de oranje
steden van onze ambassade gepasseerd.
In Debark
moesten we ons inschrijven
voor toegang tot het Simien Nationaal
Park en enigszins beteuterd kwam onze gids ons vertellen dat we
ons wat moesten samenpersen op de achterbank want
een onverwachte
gast bleek ons te zijn opgedrongen. Een wat verschrompeld, blauw mannetje met een geweer bijna groter dan hemzelf, zou ons
escorteren op onze gevaarlijke tocht door het
Simien-gebergte.
Ook
Al Qaeda had in Afghanistan de traditie om zich in de bergen te verschansen, wist Yannick, maar al na een paar honderd meter trekking, hadden
we door dat het ging om een economische
kruimel voor de lokale bevolking.
We bevonden ons
even hoog als op het hoogste skistation in de Franse Alpen en
werden door een cohorte gelada-aapjes
getrakteerd op adembenemende “scenaries”
De gids vertelde ons hoe de aapjes elke nacht gingen slapen tegen de loodrechte wanden van de klif om zich te
beschermen tegen luipaarden en hyena's. De aapjes hadden zo’n stevige nagels en waren zo bedreven in dit soort rotsklouteren, dat hij nog nooit een dier beneden dood had teruggevonden.
Op één of andere wijze had de Schepper elke diersoort van kwetsbaarheden
en troefkaarten
voorzien met
als resultante een
soort ecologisch
evenwicht waarbij
de verschillende
diersoorten elkaar
met hun vaardigheden en voordelen in evenwicht hielden.
Wat
waren de troeven
van de 90% kleine landbouwers
of van de achtjarige schaapherders
zonder onderwijs, tegen
de hyena's van Addis Abeba?
Met dank aan :
-Jean-Bernard Carillet, autuern Lonely Planet
-Mohammed Adem, onze chauffeur en gids www.awesomeethiopiatour.com
-Karin Haustermans, mijn co-fotograaf en (reis)partner
Geen opmerkingen:
Een reactie posten