zondag 24 juli 2016

Tao in Sichuan deel 1


De stralende Weg lijkt donker.
De Weg die voortgaat,
lijkt achteruit te gaan.
De juiste Weg lijkt vol hinderlagen.
Lao Tse-41


"Je moet je bagage van de band nemen in Beijing en er weer opzetten in de transitzone", had de hostess in Brussel gezegd.
De transitzone liep dood op een geüniformiseerde Chinees die met Engels-Mandarijns gemompel en armengezwaai aangaf dat we naar buiten moesten.



De jongen kroop in het wiel van drie luidruchtige Hollanders waarvan er twee voortdurend inspeelden op de instructies van de derde die zich als een ervaren Bejing-reiziger profileerde.
"Domestic flights vertrekken in Terminal 3 en daarvoor nemen we best de bus", sprak het Hollands orakel.
Hoewel zijn bestemming niet dezelfde was als zijn Nederlandse tochtgenoten, nam de jongen dezelfde bus die bijna 25 minuten boven en onder en op Chinese autostrades rondtoerde om Terminal 3 te bereiken.



Kennis is inzien dat men weet wat men weet en dat men niet weet wat men niet weet.
Confucius II-17

"Bij ons zouden ze spreken over twee luchthavens" dacht de jongen bij zichzelf :"maar per slot van rekening is China ook maar één land waar ze er bij ons in Europa meer dan een stuk of 50 van gemaakt hebben".
Chengdu stond aangegeven op het departure screen met een “L” en na een 300 m spurtje arriveerde hij bij de bewuste letter waar een Chinees met een groene kepie hem bevestigde dat hij de “queue” moest volgen in een 3-bochtige slangenrij.



Het was 5 minuten voor boarding time toen hij eindelijk zijn grote valies kon drop-off’en, toen de Chinese hostess hem in één zin duidelijk maakte dat hij niet alleen bij de verkeerde letter maar ook in de verkeerde terminal zat.
Hij had geen tijd om te vloeken op Hollanders of aan zichzelf te verwijten dat hij het vluchtnummer niet had gecheckt want hij raasde als een bezetene doorheen de derde terminal op zoek naar een bus voor de tweede, wetende dat het einde van de nieuwe busrit vermoedelijk zou samenvallen met het einde van de boarding.



Is het niet bedroevend om het onvermijdelijke proberen te vermijden?
Tswang Tse

Onderaan de roltrap meende hij achter zich een Chinese strijdkreet te percipiëren.
Hij draaide zich om en de man met de groene kepie stormde op hem af en duwde hem zijn paspoort in zijn handen.


Juist gaan betekent gaan zonder een spoor achter te laten.
Lao Tse

Eens buiten bewoog hij zich als een kip zonder kop, kakelend “Terminal 2”, in de hoop dat een voorbijganger het ei voor hem zou leggen.



Wie had hem midden alarmfase 3 een Chinees gestuurd die in gebroken Engels op één minuut poolshoogte nam van de jongen’s hopeloze toestand, hem meesleurde in een taxi, via drie pechstroken en vijf snelheidsovertredingen meetrok over het Pekinese banencomplex tot Terminal 2.



Niet gehinderd door de blauwgrijze valies van de jongen achter hem aan dobberend en evenmin geïnhibeerd door Chinese slangenrijen, stortte hij zich als een sperwer op zijn doel : een hostess van China Eastern Airlines die net haar balie aan het sluiten was.



"No pasaran", begreep de jongen uit het gegesticuleer van de taxi driver en de hostess. Het was 10u40 en de vlucht was voorzien om 11u10.
Pretty hopeless.
"I have a boarding pass, I have a reservation" probeerde de jongen en na nog een galante Chinese dribbel van zijn ploegmaat, viel het gezicht van de hostess in een andere plooi en binnen 30 seconden had hij een nieuwe boardingpass en spurtte hij samen met zijn lokale engelbewaarder de security binnen.



Wat meegeeft, zal heel blijven, wat buigt, zal zich rechten.
Wat leeg is, zal zich weer vullen, wat verbruikt is, wordt weer nieuw.
Lao Tse

De man deed een beweging die naar geld verwees, de jongen haalde de laatste € 50 uit zijn portemonnee, gooide zijn spullen op de band en net voor hij de poort naar zijn bestemming binnenliep, keek hij nog even om.



"Tao", riep de man en hij verdween even snel als hij gekomen was.



Eens in het hotel van Chengdu aangekomen, haastte de jongen zich om Tao te googelen.
Hij botste op de Chinese elektronische Muur en bleef hangen in het ongewisse.



's Avonds zocht hij inspiratie in de uitgangsbuurt van Chengdu, een paar kilometer ten noordwesten van het Tianfu Plein.
Bij gebrek aan een echt historisch centrum had men een paar traditionele Chinese straatjes gereconstrueerd omzoomd door souvenirshops, kledingwinkels, eettentjes en restaurants.





Eerst klampte hij enkele Chinezen aan die "Tao" beantwoordden met een uitleg die Chinees voor hem klonk en toen hij "English" zei, begonnen ze te schuddebollen ofwel omwille van het feit dat ze dachten dat “Tao” een Engels woord was dat ze niet kenden ofwel dat ze gewoon geen Engels konden praten of verstaan.



Als de woorden onjuist zijn, kan men geen samenhangende redevoering houden. Daarom is de oprechte man zo voorzichtig in wat hij zegt.
Lunyu XII-3

Een vrouw in een souvenirwinkel wilde hem een hangertje verkopen met twee in elkaar gevlochten foetussen terwijl een ander hem verwees naar een vegetarisch restaurant waar “Taoniet op de kaart voorkwam maar in een pub ernaast kon hij genieten van een Tsing Tao bier.



Er was er ook eentje die zijn handen vouwde toen Tao ter sprake kwam, en hem dan heel indringend aankeek en vertrok zonder iets te zeggen.

Hij stapte binnen in een etablissement waar de beroemde “Sichuan-opera” werd uitgevoerd.
Het leek te gaan over een prins die werd verbrand in het gezicht door kwade vuurspuwers en op het einde naar zijn geliefde terugkeerde.





Hij toonde zich met kleurrijke maskers die hij onmerkbaar snel wisselde tot grote hilariteit van het publiek.



“Misschien zegt het iets over Tao”, dacht de jongen :”een gezicht dat voortdurend wisselt en zo onzichtbaar blijft…”



Plots werd zijn blik meegenomen door een grote poster in de etalage van een plaatselijk reisbureau.



Hij stapte binnen en hij werd te woord gestaan door twee knappe Chinese vrouwen die perfect Engels spraken.



"Ik ben op zoek naar Tao", zei de jongen.
De ene vrouw glimlachte en antwoordde : "Dat verkopen wij hier niet maar ik kan wel voor jou een trip regelen waarin je heel wat kan leren over onze filosofie en ons denken."
"Welke attractie op die poster in jullie etalage,  brengt mij het dichtst bij Tao?", vroeg de jongen aan de andere verkoopster.
"Alle drie brengen ze je dichter bij Tao, alle drie leiden ze je verder van Tao weg.", klonk het Chinees nu niet omwille van de taal maar wel omwille van het ongerijmde van haar antwoord.

Elke waarheid heeft vier hoeken. Als leraar zal ik u één hoek geven, het is aan u om de andere drie te vinden.
Lunyu VII-8

"Hoe bedoel je?"

"De berg van Huanglong Si ligt in een diepe vallei, omringd door gletsjers en beboste berghellingen”, zei de eerste :
“De berg is ongeveer 7.5 km diep en 2.5 km wijd met een gemiddelde hoogte van 3550 m.
Indien je vanuit de lucht kijkt, lijkt het alsof een gele draak zich windt rond de heuvels en de valleien die bezaaid zijn met in elkaar overlopende vijvers in de kleuren geel, saffier, blauwgroen en wit.

Met zijn toppen in de wolken en zijn basis verankerd in de grond, vormt de berg een verbinding tussen hemel en aarde.



Jiuzhaigou ligt in het gewest Nanping in Noord-Sichuan, dichtbij de grens met de provincie Gansu.
Het gebied bestaat uit drie valleien die over een afstand van 40 km een letter Y vormen. De naam Jiuzhaigou (negen-dorpenvallei) is afkomstig van negen Tibetaanse dorpjes die in het gebied verspreid liggen.
Het water van de riviertjes, de meren, de kreken en de watervallen laat zich niet afleiden van zijn missie : stromen.
Zijn onverstoorbaarheid en zijn aanpassingsvermogen maken het water onoverwinnelijk.



De wijze die de wereld zou willen veranderen, 
moet de oplossing in het water zoeken.
Kuanzi 17

De Grote Boeddha is uitgehakt in de zandstenen rotsen van de Lingyun-heuvel in Leishan en ziet uit over de samenloop van de drie rivieren Qingyi, Min en Dadu.
Met zijn 71 m is hij de grootste Boeddha ter wereld.
Volgens de legende begon het werk aan het beeld in 713 n.C. onder leiding van de monnik Haiton en er waren 90 jaar nodig om de kolos af te werken.
De Grote Boeddha kan je iets vertellen over Tao ook al zal hij andere woorden gebruiken zoals Dharma, de weg van het Midden en Nirwana.”



"Maar waarom kunnen deze drie bestemmingen mij ook verder van Tao doen afdwalen?" vroeg de jongen.
"Omdat je Tao absoluut wil vinden" klonk het nog Chinezer dan voordien.

Wees niet bedroefd over uw vraagtekens:
wees bedroefd over uw onbekwaamheid”
Lunyu XIV-30

's Anderendaags werd hij door een vliegtuig boven Chengdu getild noordwaarts tot de Tibetaanse site Jiuzhaigou.
Onderweg van de luchthaven naar zijn hotel; werd zijn aandacht getrokken door een blitzerig gebouwencomplex dat  was versierd met fel gekleurde vlaggetjes.



Hij vroeg zijn taxichauffeur om even halt gehouden en hij begroette een donkerrood geklede man waarvan de leeftijd moeilijk te schatten was zoals meestal bij priesters het geval is.
Mits wat gegesticuleer werd hij doorverwezen naar een jonge monnik die minimale noties van het Engels beheerste.



"Is dit een Chinese tempel?" vroeg de jongen.
"Een Tibetaanse tempel, bedoelt u".
"Bij mijn weten bevind ik me nog steeds in China met name in de provincie Sichuan met als hoofdstad Chengdu en ligt Tibet meer dan 2000 kilometer zuid-westwaarts hiervandaan."
"U verwart de Autonome Regio Tibet (TAR) met het land van de Tibetanen", antwoordde de man: "Slechts 3,5 miljoen Tibetanen en dat is iets meer dan de helft, woont in de TAR terwijl 2,5 miljoen verspreid wonen in omschreven gebieden binnen de Chinese provincies Qinghai, Sichuan, Gansu en Yunnan.”
De jongen had op het nieuws al berichten gehoord over verzet van de Tibetanen tegen de Chinese overheersing.
Hij voelde zich wat geremd om dit onderwerp aan te halen bij de Tibetaanse monnik omdat hij niet wist of deze vrijuit kon of wou spreken en dan nog wel tegen een wildvreemde Europeaan.
Vrienden hadden hem gezegd dat je in China delicate onderwerpen langs een omweg moest aansnijden en dus vroeg hij  wat het verschil was tussen de honderden gele, rode, blauwe, groene en witte vlaggetjes enerzijds en de felrode vlag met hamer en sikkel anderzijds.

"Op onze gebedsvlaggen zijn gebeden en mantra's door middel van een houtblok op katoenen stof gedrukt", antwoordde de monnik: "en de rode vlag van de Volksrepubliek China verwijst naar de politieke staat waartoe wij behoren."



Geef aan de keizer wat de keizer toekomt
en geef aan God wat God toekomt”
Matteüs 22,15-21

"Wanneer zijn China en Tibet één land geworden?" vroeg de jongen.
"Het was onder Songsten Gampo, de stichter van de Tufan-dynastie (635-842) dat het land werd verenigd met als hoofdstad Lhasa.
Hij trouwde met de Chinese prinses Wen Cheng (de geadopteerde dochter van de Tang keizer Tai Zong) en met de Nepalese prinses Tritsun.
Zo werden Tibet en China niet alleen "in de echt verbonden" maar onder invloed van beide prinsessen werd het Boeddhisme in Tibet ingevoerd en verspreid.
In 1239 zond de Grote Kahn een invasiemacht naar Tibet maar Sakya Pandit, de abt van het Sakyaklooster, onderhandelde met de Mongolen en wist een verdrag met hen te sluiten.

Kunt u uw vijand niet verslaan, sluit dan vrede met hem.
Confucius

Nadat Kublai Kahn in 1280 heel China had veroverd en de Yuan-dynastie had gesticht, werd Tibet een éénheid met China.
De Mongoolse heerser, Althan Khan, verleende in 1578 Sonam Gyatsu, de titel van Dalai Lama (Oceaan van de Wijsheid) en de facto werden politiek en religieus leiderschap in Tibet versmolten.
In de daaropvolgende eeuwen probeerden de Tibetanen onder leiding van de Dalai Lama's zich onafhankelijk te maken van China, wat in de 17de eeuw ook tijdelijk lukte.”
"Als ik het goed voorheb leidt de huidige Dalai Lama nu een regering in ballingschap en heeft hij in 1989 de Nobelprijs voor de Vrede gekregen", probeerde de jongen zijn schaarse kennis over Tibet te etaleren.
De monnik zweeg.

"Ik ben op zoek naar de Tao", gooide de jongen het over een andere boeg.
De monnik zweeg opnieuw.

Tegen een kikker in een put; kunnen we niet praten over de zee;
zijn leefruimte is beperkt tot zijn put.”
Tswang Tse

"Heb ik iets verkeerds gezegd?", probeerde de jongen.
"Nee", antwoordde de Tibetaan: "ik was nog aan het nadenken en als ik geen gepast antwoord weet, dan geef ik ook geen antwoord. Heeft trouwens alles te maken met Tao.
Tao is iets van de Chinezen; in onze godsdienst spreken we over Dharma."
“Jullie zijn Boeddhisten zeker hé", probeerde de jongen : “Wat is Dharma,?”
"Dharma is ongeveer hetzelfde als Tao." klonk het stoïcijns.

De jongen begreep dat zijn gevraag hem langzamerhand op zijn darmen begon te werken.
Eerst had hij de monnik in het nauw gedreven met lastige vragen over de Tibetaanse kwestie en nu probeerde hij hem te forceren om Tao uit te leggen waarin nog geen enkele Chinees was geslaagd en dat zou hij nu verwachten van iemand van een ander volk en een andere religie.

Als het duidelijk is dat het doel niet bereikt kan worden,
stel dan niet je doel bij maar de stappen er naar toe.
Confucius

“Zou je mij een rondleiding kunnen geven?” klonk het al iets meer gereserveerd.
De monnik toonde hem de tempel met de wat feeërieke gebedsruimte.




“Het Boeddhisme ontstond in India 500 jaar voor Christus ongeveer rond dezelfde periode waarin Confucius leefde”, vertelde hij :
“Siddharta Gautama Shakyamuni was de zoon van de koning van een kleine staat in het noorden van India.
Hij had genoeg van de luxe en het plezier dat heerste in het vorstelijk paleis waarin zijn vader hem had afgezonderd sinds zijn geboorte.


Er bestaat geen groter onheil dan onverzadigbaar te worden.
Geen ergere plaag dan de geest van de begeerte.
Wie zich kan beperken, heeft altijd genoeg.
Lao Tse

Op een nacht ontvluchtte hij het paleis en ontdekte hij de buitenwereld.
Bij het zien van de oude mensen, de zieken en behoeftigen en de dode lichamen die brandend op een houtstapel lagen, besefte de jongeman dat hij tot hiertoe geleefd had als in een droom.
Jeugd, gezondheid en schoonheid waren slechts kortdurende illusies.
De toestand van de mensen was er één van lijden en hij moest ontdekken hoe hij ze kon helpen om ze uit hun schrijnende toestand te verlossen.


Niet handelen wanneer rechtvaardigheid het gebiedt,
is een teken van zwakheid.
Confucius

Op 29-jarige leeftijd verliet de jonge prins het ouderlijk paleis en trok hij als bedelaar door de straten.
Hij werd verlicht op 35-jarige leeftijd tijdens meditatie onder een "bodhiboom".



Siddharta Gautama was Boeddha geworden ofwel de Verlichte.
Hij ging naar Benares en gaf zijn eerste en beroemdste preek : die van de vier nobele waarheden.
Boeddha bracht zijn hele leven door met onderwijzen en stierf op 83-jarige leeftijd.

Volgens het Boeddhisme is alles wat ons overkomt slechts het resultaat is van wat we gedaan hebben in dit leven of in onze vorige levens. Al onze handelingen, zelfs de kleinste, zijn bedoeld om effecten te hebben die zich in de nabije of minder nabije of in de verre toekomst zullen voordoen.
Elke nieuwe wedergeboorte wordt bepaald door ons karma, met andere woorden onze gedane handelingen waarvoor we de volle verantwoordelijkheid dragen.
Het ultieme doel van het Boeddhisme is een einde stellen aan de “samsara”, een raderwerk van steeds onbevredigde verlangens die alleen maar lijden veroorzaken.
Als elk verlangen, elke begeerte en elke drang naar bezit uitgedoofd is, houdt het karma op te bestaan en eindigt de cyclus van de wedergeboorte.


Uw verwarring zal ophouden als u de dingen als dingen behandelt
in plaats van u als ding te laten behandelen door dingen.
Tswang Tse

Door de leer van Boeddha zijn vele scholen ontstaan gegroepeerd in drie "yana" of voertuigen: het originele Boeddhisme Theravada meestal Hinayana of Klein Voertuig genoemd, het Mahayana of Grote voertuig; het Vajrayana of Diamanten Voertuig die niets anders is dan het Tibetaanse Boeddhisme.”

“Maar in China zijn toch ook veel Boeddhistische tempels, zijn die dan van een ander voertuig?”, vroeg de jongen.
“Het Boeddhisme kwam China binnen tijdens de oostelijke Han-dynastie (25-200 n.C.) maar kende pas zijn volle expansie in de 6de eeuw en later in de Tang-dynastie.
Het was binnen de Mahayana-traditie vooral het begrip mededogen, verpersoonlijkt door de grote bodhisattva Avalokiteshvara, dat aansloeg bij de Chinese volgelingen en in het bijzonder de vrouwen die een geloof ontdekten waar ook zij toegang kregen tot de Verlichting en meer konden zijn als dochters van een vader, echtgenotes van een man of moeders van één of meerdere zonen.
Anderzijds heeft de Chinese vertaling van Boeddhistisch-canonieke teksten, Sutra’s genoemd, vanuit het Sanskriet, het integratieproces van de leer aanzienlijk vertraagd want het Chinese schrift was niet aangepast aan de abstracte denkwijze die het Mahayana-boeddhisme typeert.”
De uitleg van de monnik werd voor de jongen wat te abstract en na hem uitvoerig te hebben bedankt, trok de jongen verder richting Jiuzhaigou.

’s Avonds was hij aanwezig op een Tibetaans-folkloristische show.
Net niet Chinees uitziende knappe dames en stoere binken dansten in assertieve stijl op licht opzwepende muziek.









Bij de aanhef van een lied, ging plots iedereen rechtstaan en reminiscenties aan de openingsceremonie van een interlandenmatch, deden hem vermoeden dat het om het volkslied ging.
Even later zocht hij op een terras tussen de muggen en de rode pelletjes pikant, de microdeeltjes kip die hij besteld had.

De volgende dag zouden er volgens de gids ongeveer 30.000 Chinezen en 78 niet Chinezen in de Jiuzhaigou-vallei gedropt worden.
80.000 was het record in september vorig jaar net na het regenseizoen, wanneer de herfstkleuren er een prachtig schilderij van maakten.

Eén genereert twee. Twee genereert drie.
Drie genereert tienduizend wezens.
Lao Tse-42

De jongen werd gestationeerd in één van de lange rijen, vergelijkbaar met die van pretparken en wereldmonumenten.



Hij belandde uiteindelijk op een bus die hem meevoerde tot bovenaan de Zechawagou-vallei met op 3103 m hoogte het Lange Meer en enkele kilometers lager de Vijfkleurige Vijver.




Dieper in de vallei aan de splitsing van de “Y” nam hij foto’s van de Nuo Ri Lang waterval


Dan nam hij opnieuw de bus naar het hoogste punt Rizegou-vallei.
Hij wandelde het Zwanemeer en het Pijlbamboemeer voorbij, daarna het Pandameer en de Panda-waterval.




Niets is meer meegaand en zwakker dan water maar om het harde en het sterke weg te nemen, kan het door niets overtroffen of vervangen worden.
Lao Tse 78

Spectaculair was het Vijfbloemenmeer of het Pauwenmeer met een feest van turkoois-blauwe tinten, afgewisseld met geelbruine lijnen helemaal doorlopen van de spiegeling van bomen en bergen die het omzoomden.





Jonge trouwers vonden dit een decor voor de vereeuwiging van uw jeugdige schoonheid en toen hij stiekem een kiekje meepikte, kwam de Chinese bruidegom naar hem toe.



"Nooit foto's trekken van iemand zonder toestemming", staat in alle reisgidsen maar de man had helemaal niet de intentie om een scène te maken en vroeg in gebroken Engels vriendelijk waar de jongen vandaan kwam.
"Uit een land in Europa", antwoordde hij in de veronderstelling dat een precieze omschrijving voor de gemiddelde Chinees evenveel of even weinig betekende als een Chinese provincie voor de gemiddelde Europeaan.
"En wat kom je hier doen, behalve het bewonderen van onze mooie meren en onze mooie meisjes?", lachte de Chinees.
"Tja behalve dat", lachte de jongen groen: "ben ik op zoek naar Tao en het schijnt dat water er iets mee te maken heeft.
Maar als het gaat over de essentie van ons bestaan, zal het huwelijk tussen een man en een vrouw er ook wel iets mee te maken hebben. Misschien kan jij me helpen?"
"Tao is vooral iets voor monniken en kluizenaars en je merkt toch dat ik niet de intentie heb om één van die twee wegen in te slaan.
Mijn weg is mijn geliefde: met haar trouwen, kinderen krijgen, kinderen opvoeden volgens onze familietraditie zoals Confucius het ons heeft geleerd."

Wie is Confucius?", vroeg de jongen.
“Confucius of "De Wijze" werd geboren in 551 v.C; in de staat Lu, ten westen van de grote vlakte van het Midden”, begon de Chinese bruidegom :
”Zijn vader was een man van 64 jaar, afkomstig uit de kleine adel, die geen zonen had die het nakomelingschap en de cultus van zijn voorouders konden verzekeren.
Om dit te verhelpen huurde hij een vijftienjarig meisje van het gewone volk.
Ze beklom een naburige heuvel en daar deed ze een plechtige belofte: als ze het leven schonk aan een jongen, zou ze haar leven wijden aan de verering van de geest van de heuvel.
De geest hoorde haar verzoek aan en na 11 maanden zwangerschap verzamelden draken en eenhoorns zich rond haar huis en kondigden ze een bovennatuurlijke geboorte gaan : de toekomstige meester kwam ter wereld.
Hij onderscheidde zich door zijn kracht zijn grootte en zijn schedel die een ongewone vorm had. Hij had namelijk bovenaan een holte en vertoonde veel gelijkenissen met de heuvel waarop zijn moeder haar wens had uitgesproken.
Het kind kreeg de voornaam Qiu, wat "rituele heuvel" betekende.
Ontroerd door de emotie dat hij eindelijk een zoon had, stierf de oude vader kort daarna.
Moeder en kind werden weggestuurd uit het ouderlijk huis door de familie Kong en leefden in armoede en eenzaamheid.
De kleine Qiu speelde liever met bronzen rituele beelden dan zich te vermaken zoals andere kinderen van zijn leeftijd. Deze vroegtijdige voorliefde voor riten ontging de Kong-clan niet die nog steeds geen erfgenaam hadden die de verering van een voorouders konden verzekeren.

Toen zijn moeder stierf, werd Qiu weer opgenomen in de familie.
De toekomstige Confucius was toen 17 jaar.

Wanneer hij volwassen geworden was, begon de wees zijn carrière als ambtenaar en werd al snel enorm gewaardeerd om zijn kwaliteiten als administrateur.
Maar op 29-jarige leeftijd nam hij ontslag en opende een school die niet alleen de nazaten van de aristocratie toeliet maar ook de kinderen van alle klassen van de burgerlijke maatschappij.
Het aantal volgelingen nam voortdurend toe en de naam van meester Kong was al snel bekend bij alle vorsten van de vlakte van het Midden.
Prins Lu benoemde hem tot minister van Justitie maar de politieke carrière van de meester was van korte duur.
Teleurgesteld in de prins die niet naar hem wil luisteren, nam hij ontslag en, vergezeld door enkele volgelingen verliet hij zijn moederland.

Hij trok van provincie naar provincie in de hoop een vorst te vinden die zijn raad wou opvolgen en zijn ideeën over goed bestuur in de praktijk wilde omzetten.
Maar macht en morele principes bleken niet verzoenbaar en de sterke persoonlijkheid van de meester, die niet erg geneigd was om compromissen te sluiten als het ging over essentiële vragen, leidde tot ergernis bij de prinsen die hem vereerden maar hem toch voorzichtig op afstand hielden.

Hoe zou iemand die zichzelf niet kan besturen, anderen besturen?”
Lunyu XIII-13


Na 12 jaar van frustrerende omzwervingen gaf Confucius zijn politieke ambities op en keerde hij terug naar zijn geboortestad in de staat Lu waar hij zich definitief aan het onderwijs wijdde.

Confucius stierf op 72-jarige leeftijd in zijn geboortestad, omringd door zijn trouwe volgelingen.

Vervolg : deel 2 : http://turimm.blogspot.com/2016/07/tao-in-sichuan-deel-2.html



Met dank aan :
-Nathalie Chassériau, auteur van “Wijsheid uit het oude China”
-Inge Jansen, auteur  van “Dominicus reisgids China”

-Karin Haustermans, mijn co-fotograaf en (reis)partner

Geen opmerkingen:

Een reactie posten