Donderdag 22 augustus
Ciriri was gelegen in de buitenwijken van
Bukavu en werd bestempeld als de trots van BDOM.
We werden verwelkomd door Dr Bernard, een
basisarts met vooral chirurgische interesse die zeker een hoofdrol verdiende in
een Afrikaanse ziekenhuissoap.
Tijdens de rondleiding begrepen we dat hier een
aantal zorgprogramma's en mogelijkheden waren die we tot dan toe niet hadden
gezien zoals conventionele radiologie, echo, klinische scheikunde en vooral
goed uitgeruste OK's.
Een nieuwe dienst Intensieve Zorgen was in constructie en blijkbaar was de beddendruk zo hoog opgelopen dat op de materniteit, 2 moeder waren gehuisvest in hetzelfde bed.
Een nieuwe dienst Intensieve Zorgen was in constructie en blijkbaar was de beddendruk zo hoog opgelopen dat op de materniteit, 2 moeder waren gehuisvest in hetzelfde bed.
Groot was onze verbazing toen we werden
rondgeleid in een gebouw onder constructie waar zich een operatiekwartier
bevond zo groot als een balzaal wat je alleen voor cardiochirurgie nodig kon
hebben.
We vielen bijna van onze stoel toe Dr Bernard
doodleuk bevestigde dat ze met de
hulp van een zekere Dr Vincent in Ciriri hartoperaties wilden doen.
hulp van een zekere Dr Vincent in Ciriri hartoperaties wilden doen.
Daarnaast wou men ook een CT installeren.
We gaven toch wel aan dat dit "une très
grande ambition was" met in mind de hele discussie over hartcentra in
Belgie.
We insisteerden niet echt om zijn droom te
ontmantelen.
AZV werd bevestigd in zijn intentie om de
samenwerking met dit ziekenhuis te herevalueren in het kader van de nieuwe
strategische lijn, ook al omdat tijdens de laatste missie onze gynaecoloog
verplicht werd consultaties te doen in plaats van ingrepen omdat dit voor het
ziekenhuis financieel voordelig was.
Toen Dr Bernard liet uitschijnen dat hij maar
fragmentarisch op de opleiding zou aanwezig zijn, werd een vriendelijke
omsingelingsstrategie uitgewerkt vanuit het programmateam-AZV-BDOM en dit met
een glas bier in zijn woning.
Het ging er heel gemoedelijk aan toe en zonder
het weten was het zijn superleuke tweeling die de show steelde en zorgde dat de
"ambiance congolaise" niet te veel werd verstoord.
Sosame was een psychiatrisch ziekenhuis vlabij
Ciriri, het enige voor een populatie van 3 miljoen inwoners.
Het waren de Belgische Broeders van Liefde die hier het initiatief hadden genomen en het overgrote deel van de kosten op zich namen.
Het waren de Belgische Broeders van Liefde die hier het initiatief hadden genomen en het overgrote deel van de kosten op zich namen.
Merkwaardig was dat het voorschrijven van medicatie
door verpleegkundigen gebeurde.
Er waren 3 basisartsen de consultatie deden, er
was geen psychiater maar wel een arts in opleiding die net teruggekeerd was uit
Senegal en zijn derde jaar specialisatie aan de UCL ging doen.
We werden aanklampend begroet door een
sympathiek schizofreen meisje en het geheel ademde een open vriendelijke
atmosfeer.
Er was geen gesloten afdeling maar wel een
isolatiekamer waar 2 familieleden een jongen bijstonden terwijl hij gefixeerd
was omwille van psychotische agitatie en voedselweigering.
Ze hadden witte borden waar ze met stift een
overzicht bijhielden van alle patiënten maar de vooropgestelde datum voor evaluatie
was nergens ingevuld wat ons deed vermoeden dat ze de instructies van hun
adviseur nog niet ten volle implementeerden.
Bij de afronding bleek de verpleegkundig
directeur omwille van een "urgence autre part" verstek te moeten
geven voor onze opleiding en hij liet zich vervangen door zijn adjunct.
Ondanks fel aandringen bij de "frère
directeur" kregen we het tij niet meer gekeerd : ontmoedigend voor onze
delegatie die maanden met deze opleiding is bezig geweest en met een heel team
uit Belgie is komenovervliegen.
In de auto vertelde Kash dat het patiëntendossier
dat ik vorig jaar samen met de directie had ontwikkeld in Muyinga
(Oost-Burundi) nog steeds gebruikt werd.
Soms valt er dan toch een succesje in je korf
van een kant waarvan je het helemaal niet verwacht
De lijdensweg om in BDOM een fatsoenlijk
internet vast te krijgen wil ik jullie besparen maar het goed nieuws was dat ik
voor het eerst kon douchen in warm water.
Anderzijds kan ik niet nalaten om te vertellen
dat ik die nacht wakker werd van een lekkende douche die voor de tweede
opeenvolgende nacht tussen 4u en 5u mij treiterde met een metronomaal getik.
"Rien à faire, c'est du Congo", dacht
ik bij mezelf en ik viel weer in slaap.
Vrijdag 23 augustus.
In de voormiddag vond een afstemmingsmeeting
plaats tussen AZV en BDOM, weliswaar zonder Maria Mason die in België was.
Het was by far in de sjiekste vergaderzaal die
wat tot dan toe hadden gezien.
Het debat ging over de driehoeksrelatie
partnerziekenhuizen-BDOM-AZV en de atmosfeer evolueerde van gespannen naar meer
welwillend zoals het in onderhandelingen voor een conventie meestal gaat.
In de namiddag zouden we kennis maken met de “top
of the bill” van wat er in de Kivu aan gezondheidszorg mogelijk was : het Hôpital
Provencial de Bukavu.
Het bilan was bevredigend.
Labo was goed uitgebouwd voor de meeste
conventionele testen mbt chemie, microbiologie en hematologie.
Het ziekenhuis beschikte samen met Lumumbashi
en Kinshasa over de enige diensten anatomopathologie n Congo.
Op de radiologie stond een half ingepakte occasie CT die niet werkte “parce qu’on avait besoin des techniciens”.
Op Intensieve hoorden we voor het eerst monitoringgepiep
en er lag een patiënt die tot 2 dagen voordien beademd geweest was nog met een
tube in zijn luchtpijp wat volgens PIeter hem het bijzonder moeilijk maakte om
spontaan te ademen.
Waarom er een sterilisator stond en waarom we
gele schorten en overschoentjes moesten aandoen, begrepen we niet helemaal.
Er waren prachtige privéverblijven en een
keizersnede kostte hier dubbel zoveel (120 dollar) als in andere ziekenhuizen.
Er was dus een selectie naar pathologie maar
ook naar inkomen.
's Avonds stapten we door de voordeur van
restaurant Orchids, België binnen maar toen we langs de achterdeur de tuin inwandelden,
lag tussen de orchideën eindeloos wijds het Kivumeer om niet te vergeten dat
het echt Bukavu was.
Toen we terug buiten waren, vertelden de witte
terreinwagens ons dat het bijna allemaal internationale humanitairen waren.
Pieter had een mooi afscheid gehad.
Zaterdag 24 augustus
En
de zevende dag rustte hij (niet).
Want
vanaf 8u 's morgens tot 22u30 's avonds werd er gewerkt aan het
opleidingsprogramma van de volgende week.
Het
is pas sedert een tweetal jaar dat Artsen Zonder Vakantie heeft gekozen voor
managementsondersteuning van Afrikaanse ziekenhuizen vooral onder impuls van
Krista.
Ze
had reed verschillende missies achter de rug waarbij ze ter plaatse veranderingsprojecten
opzette rond administratieve en logistieke organisatie van apotheek, het patiëntendossier,
briefings en andere organisatorische aangelegenheden.
Het
waren vaak “hands on” opdrachten waarbij ze bv in Walungu een
opruimingsoperatie opzette waarbij al de rommel van het terrein in een
container belandde.
Ze
overtuigde AZV dat managements-ondersteuning één van de hefbomen kon zijn voor
een meer duurzame optimalisatie binnen de ziekenhuizen en op die manier het
effect van de klinische missies beter kon verankeren.
Oorspronkelijk
had ik het idee opgevat om een assessmentmodule uit werken voor Afrikaanse
ziekenhuizen met betrekking tot algemeen organisatorische aspecten zoals
zorgaanbod, positionering in de zorgomgeving, technical en human resources, performantie
en kwaliteit, financieel beleid en sturing en beheerscontrole, dit alles
verankerd binnen een duidelijke missie en doelstellingen.
Zo
zou men een benchmark kunnen creëren voor vergelijkbare ziekenhuizen, men zou
longitudinale progressie kunnen opvolgen en AZV zou beschikken over een
gevalideerd instrument om prioriteiten te stellen met betrekking tot hun missies.
Krista
overtuigde me om mee te gaan naar Oost Congo (leek me aanvankelijk niet de
veiligste plek) om een managementsopleiding te gaan geven voor de directies van
een tiental ziekenhuizen.
We
verleidden Marc voor een eerste Afrikaans avontuur en in een paar goede
meetings legden we de design vast van het programma.
We
weerhielden 5 thema's : strategisch management, medisch en verpleegkundig
management, logistiek-administratief management en kwaliteit en patiëntveiligheid.
We
vroegen de verschillende ziekenhuizen cases voor te bereiden vanuit een actuele
probleemstelling of een succesvol veranderingsproject.
Dit
zouden we gebruiken als input voor discussie, gevolgd door een theoretische
uiteenzetting en een aanzet tot project door het ziekenhuis zelf uit werken.
Krista
had tijdens een missie begin mei het opzet aan de directies toegelicht en
enkele weken later kwam de voorbereiding van de cases druppelsgewijs binnen.
We
hadden voorzien dat er wel nog wat afstemmingswerk op voorhand noodzakelijk was
en we wilden ook meer voeling hebben met de werking van de ziekenhuizen om onze
cursus "taylor made" uit werken.
Daarom
zouden we de week ervoor alle ziekenhuizen bezoeken en dit was een
opportuniteit voor Inge en Pieter als nieuwelingen bij AZV om snel vertrouwd te
geraken met de situatie op het veld.
Voor
Inge was het ook een kans om de vernieuwde strategie van AZV voor te stellen en
Kash te introduceren als de lokale coördinator voor AZV in de streek van de
Grote Meren.
Op
Katana en Monvu na hadden we nu alle ziekenhuizen gezien en we hadden enkel nog
zaterdag om ons programma verder uit werken en aan te vullen met de “experience”
van de voorbije week.
Ik
sliep goed en zag er tegen op mijn vertrouwde kamer 's anderendaags te moeten
achterlaten.
We
vertrokken (opnieuw) drie kwartier te laat in noordelijke richting langs de westelijke oever van het Kivu-meer.
Het
ziekenhuis van
Katana was gelegen op een heuvel met tussen de bomen een impressie van het meer.
Daarnaast bevond zich een hogeschool voor opleiding van kinesitherapeuten.
In
SWOT-termen gesteld
waren netheid en ziekenhuishygiëne zeker een aandachtspunt terwijl
anderzijds hier
wat mosterd te vinden was voor mijn presentatie
over boordtabellen.
De overgang van een ambachtelijke naar een industriële samenleving werd geïllustreerd door een geschilderde en geprinte excelgrafiek onder elkaar aan de muur te hangen.
De overgang van een ambachtelijke naar een industriële samenleving werd geïllustreerd door een geschilderde en geprinte excelgrafiek onder elkaar aan de muur te hangen.
Vooral de
apotheek was een pareltje met aan de muur een set van kerncijfers, een ordelijke medicatiestock
met fiches en de apotheker beschikte zelfs over een microscoop en chemietesten
om de conformiteit van
medicatie na te gaan.
Voor het
eerst kwamen we ook
een ziekenhuis
tegen dat geen problemen had met water en elektriciteit.
Ze waren
geconnecteerd met
een bron hogerop en hadden een eigen waterkrachtcentrale om
elektriciteit op te wekken.
Dit liet hen toe prematuren op te vangen in een kamer met een verwarmingsradiator op electriciteit.
Dit liet hen toe prematuren op te vangen in een kamer met een verwarmingsradiator op electriciteit.
Het gastenverblijf
van de plaatselijke abbé
had op het eerste zicht de vergelijking kunnen
doorstaan met
een villa aan het meer van Keerbergen doch hoe dieper we het huis binnengingen,
hoe meer Congo.
In
de tuin vertelde Josef,
onze chauffeur, over
de blijvende
spanning in
de Kivu
vooral tussen
de (gehate) Ruandezen, al dan niet met de Congolese nationaliteit,
die zonder belemmering de
grens frequenteerden
om in Congo te komen halen wat ze nodig hadden.
Anderzijds was het vermoedelijk ook een bewuste strategie van president Kagame om de militante Hutu's in de bush op afstand te houden en natuurlijk ook de bodemrijkdom was verleidelijk.
Anderzijds was het vermoedelijk ook een bewuste strategie van president Kagame om de militante Hutu's in de bush op afstand te houden en natuurlijk ook de bodemrijkdom was verleidelijk.
"Ze komen hier in Congo hun
binnenlandse vetes
uitvechten", zei Josef, "en
we worden nauwelijks of niet beschermd
door onze president."
Hij vertelde
dat het
in de laatste jaren
vooral in Bukavu veiliger
was geworden
waardoor nog
meer volk van de omliggende dorpen
naar de benedenstad trok.
Hij was
zelf indertijd
gevlucht voor
Ruandees gezinde rebellen
en zijn verhaal convergeerde
met dat
van Congo-kenner David Van Reybrouck.
“Bij de recente verkiezingen van 2011
is er massaal gefraudeerd. We konden zelfs het stembureau niet binnen”, zei Josef.
Dozen vol stembrieven zouden overgevlogen
zijn vanuit Zuid-Afrika.
Hij leek hierbij te insinueren dat dit
voortsproot vanuit een gemeenschappelijk belang van Kagame en Kabila.
Het
vormingscentrum van
Muresha was
eigenlijk een
seminarie voor
priesteropleiding en droeg in zijn mooie binnenplaats
en stemmige
gebouwen de stempel mee van de katholieke kerk. Binnen was het ook hier jammer genoeg Congo-infrastructuur.
En
het werd nog meer “Congo” toen de openingssessie
in het opkomende donker
verdronk terwijl
de elektriciteit
nog maar eens verhinderd
was om het daglicht te vervangen.
Het
moet een zielig zicht geweest zijn om ons daar te zien zitten in een zaal waar elkanders beeld
steeds meer
onherkenbaar werd.
Een aantal
directeurs trachten
de schijn te redden door met een zaklamp wat te gaan lezen in hun
cursus tot Krista iedereen
opriep om dan toch maar buiten wat te
palaveren.
We
verhuisden “à
l’ improviste” naar
een andere,
totaal ongeschikte zaal maar dan toch wel goed genoeg om de voorstellingsronde vlot te laten verlopen.
Alle medisch
en verpleegkundig
directeurs die
hadden toegezegd, waren aanwezig
behalve de dissidenten van
Ciriri
en Sosame.
Tijdens het
avondeten bleek
het aantal flesjes water geteld
(26 voor 26 deelnemers)
wat uitmondde
in Congolese
onderhandelingen waarbij een rantsoen van vier flesjes per dag werd bedongen.
Eerst werden
twee
cases voorgesteld met
name het strategisch
plan van BDOM en de organisatie
van de ziekenhuisdirectie in Nyentende.
Nadien werden
de deelnemers
in vier groepen verdeeld
waar ze onder begeleiding
van Krista, Marc, Kash
en ik een SWOT-analyse
voorbereidden die nadien plenair werd voorgesteld.
Dit
werd gevolgd
door een theoretische uiteenzetting
over strategische
concepten en
de implementatie
ervan,
die ik grotendeels voor
mijn rekening
had genomen.
Mijn verhaal liep door tot in de namiddag en werd gevolgd door een half uurtje "lessons learned" waarbij elk ziekenhuis gevraagd
werd om objectieven en
acties te formuleren op korte en lange termijn.
De
case-discussies waren
bijzonder levendig
en het werd geapprecieerd
dat BDOM
(voor de eerste keer) zijn strategie
ten opzichte van
de partnerziekenhuizen
met verve had gepresenteerd.
Er
werd zeker niet met modder gegooid
maar anderzijds
scheen niemand
moeite te hebben
om zijn gedacht te
zeggen met betrekking tot de toch wat subtiele relatie
tussen koepel
BDOM in de ziekenhuizen.
Ik
vroeg me af wie er voor mij al gesproken zou
gesproken hebben over strategie in Congolese ziekenhuizen.
Ik
had mijn best gedaan om mijn "klassiek"
strategieverhaal toch
concreet te houden en aan te rijken met voorbeelden,
verhalen en foto's van wat ik de week voordien in de ziekenhuizen
had meegemaakt.
Mijn frans was nog een lastige
horde en ik bleef af en toe haperen met mijn voet maar zonder op
mijn gezicht
te vallen.
Tragikomisch
was het moment waarop ik als voorbeeld een armfractuur wou aangeven en een
hakkende beweging maakte met mijn hand terwijl ik het woord "arme"
gebruikte ipv "bras".
Het
rollenspel over
vergadertechnieken sloeg ons met verbazing. Ze hadden zo'n spelletje nog nooit gedaan maar de gedrevenheid
en gevatheid
waarmee ze
hun rol opvoerden, deed
ons alleen maar plusjes
geven.
Geef
deze mensen
meer mogelijkheden
en ze zetten een gezondheidszorg op de kaart om u tegen te zeggen.
Maar
het was Dr.René van Walungu
die ons al wat
had ingewijd in het geheim waarom het systeem dan toch mank draaide.
Artsen en
verpleegkundigen zijn
ambtenaren maar
ontvangen van
de staat in wisselende frequentie en
ongelijk volume
een zogenaamde
"prime de risk "die nauwelijks
iets voorstelt.
De uitbetaling
van deze gelden gebeurde
recent via de bank waarbij een overschot werd
vastgesteld van
USD 20.000.000.
Dit was het bedrag dat niet was opgeëist, bij nader toezicht door
ambtenaren die
gewoon niet
bestonden of
ten onrechte
op de lijst waren
blijven hangen.
René
vertelde later
op de avond dat hij recent een interim had gedaan als "médecin
de chef de zone", ook
een ambtenarenpost
quasi zonder
inkomen.
Toch was
deze functie
zeer gegeerd
en bleek bijzonder goed
geremunereerd want het was publiek geweten dat men overal zijn percentjes
op kon heffen.
"Geld voor ontwikkelingssamenwerking langs Kinshasa
sturen", zei René, "is hopeloos want er schiet gewoon niets meer van over als het op zijn bestemming
arriveert.”
Ik
herinnerde mij uit
het boek “Congo” dat indertijd Mobutu
geld liet drukken voor zijn getrouwen
die het onmiddellijk inwisselden
voor dollars
wat aanleiding
gaf tot een gigantische inflatie waarbij
de bonen
en de rijst voor de gewone Congolees
steeds duurder
werden.
Als de
staat steelt, stelen de
mensen ook en
als de staat zijn mensen niet betaalt, dan zit er niets anders op dan zichzelf te betalen. Ca
c'est le Congo.
Maandagavond tijdens
het avondeten geraakten Marc
en ik met Séraphin en Pierrot aan de praat over het katholicisme. Ze konden
niet begrijpen dat in Europa haast geen mensen meer naar de mis gingen.
Ik probeerde uit te leggen dat het uitgeselecteerde
staal van gelovigen die nog 's zondags in de parochiekerk bijeenkwamen, een zeer
hoge gemiddelde leeftijd had en verder niet meer
representatief
was voor de gemiddelde bevolking van een stad of een dorp.
Zich erkennen
binnen een religie is één, zich herkennen in de bijhorende geloofsgemeenschap is
twee.
En
dat laatste was tegenwoordig
bijzonder moeilijk
geworden vooral
omwille van de
talrijke pedofilieschandalen
in de kerk.
Dat
laatste wilde
Séraphin wel begrijpen maar als
onze kerkgemeenschap
niet meer inspireerde, wat stelden de Europeanen dan
in de plaats? Geen kerk meer, geen geloof, individualisme?
"Daar heb je wel een punt", was
onze repliek maar als de nieuwe paus Franciscus
naar de Europese christenen
een opening
wilde creëren, zouden er toch een paar positieve signalen
moeten komen met betrekking tot,
wat ons betreft, achterhaalde opvattingen. Waarom konden vrouwen geen priester worden? Was
het niet achterhaald
dat men het celibaat
nodig heeft om zich met hart en ziel aan een missie of levensopdracht te
wijden? En wat met intolerantie
tegenover homoseksualiteit?
"Homoseksualiteit komt
bij ons nauwelijks voor;
het is toch onnatuurlijk", antwoordde Séraphin bijna met dezelfde woorden als de Russische polsstokspringster
Isinbajeva
enkele weken geleden op een persconferentie.
De radicaliteit
en vanzelfsprekendheid
waarmee hij zijn
punt naar voor bracht, maakte
ons even stil.
"Ik
hoop dat de paus zijn standpunt over die dingen niet wijzigt",
zette hij de puntjes op de “i”. Zijn vrouw bleek in elk geval consequent te
leven met Humanae Vitae want ze hadden 7 kinderen, ze accepteerde alleen
periodieke onthouding als contraceptie en ze had dientengevolge pas recent haar
eerste maandstonden gehad sinds ze getrouwd waren.
Met dezelfde
vanzelfsprekendheid als zijn afkeer voor homoseksualiteit, vertelde hij wat later dat binnen de Congolese cultuur
mannen en vrouwen gelijk
zijn tot ze
trouwen.
Vanaf dat
moment wordt
de vrouw verondersteld aan haar
man te gehoorzamen. Een man mag een
maîtresse hebben, een vrouw niet; het gebeurt nog regelmatig dat
een man officieel polygaam
is en er een soort van verstandhouding ontstaat
tussen de verschillende leden
van zijn harem ook al kan jaloezie toch nooit ver weg zijn, dachten
wij.
Hij gaf
wel toe dat het katholieke geloof
hier wat strikter in was doch hij leek te insinueren
dat deze deeltjes in het klein geschreven waren
terwijl die
over homofilie
in
hoofdletters moesten
blijven staan.
Marc
en ik concludeerden in stilte dat onze verontwaardiging hierover
niet goed zou begrepen worden en we hielden het bij een onoverbrugbare
kloof tussen
twee culturen.
Toen
ik wat later de deur van mijn kamer sloot, werd ik bevangen door de venstertralies,
de metalen luiken die met vier sloten konden worden afgesloten
en de verbindingsdeuren
tussen salon
kamer en wc, allemaal van slot voorzien.
Ik realiseerde
me dat mijn kamer was gelegen helemaal geïsoleerd
op een uithoek van het terrein onmiddellijk grenzend
aan de bush zonder muur of poort of sentinelle (bewaker) in de buurt.
Ik vroeg me af waarom Kash gezegd had
dat ik niet eens een mis mocht bijwonen in het dorp omdat dat te gevaarlijk
was.
Toen ik
die avond bij
Reybrouck gekomen was aan de verovering van Uvira, Goma en Bukavu, begon ik me plots wat ongemakkelijk te voelen.
Ik was
beslist geen
onaantrekkelijke partij
voor gijzeling
en zoveel mensen wisten intussen dat ik in die afgelegen kamer zat.
Ik herinnerde
mij hoe de chauffeur mij vertelde dat
de spanningen op het platteland nog
zeker niet bekoeld waren en ik bevond me ten slotte in quasi oorlogszone
tussen Goma
en Bukavu.
Ik deed
alles op slot, ik had geen te beste nacht en zou 's anderendaags naar een andere kamer verhuizen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten