Terwijl de
voorsteven van
de sampan het bladerkroos
van het kanaal brutaal openrijtte, klapperden grote witte vogels verschrikt
weg van de mens.
Was
dit het hart van de duisternis, begraven onder de witte
lotusbloemen en hun
groene mantelpakken, aan het licht onttrokken door
het gebogen gebladerte van de verdronken bomen?
Lag
onder het vreedzaam wateroppervlak
van het Tra Su Forest de geschiedenis verborgen van de ultieme wreedheid van de mens, van de koloniale onderdrukkers, het militaire geweld van westerse imperialisten, de terreur van revolutionairen en
de killing fields van meedogenloze machthebbers?
Was de paradijselijke uitstraling van dit verdronken woud het weke omhulsel van kolkende vergelding of de zelfzekere etalering van verzoening en een hervonden rust en voorspoed.
Vragen die
spookten door
het hoofd van Charles Foley die enkele dagen voordien met een bijzondere missie
in Vietnam was aangekomen.
Aflevering 1
Het
eerste wat hem opviel bij het binnenrijden van
Saigon (of liever Ho
Chi Minh City), was
het toeterend
gegons van continu aanstormende
zwermen brommers
die het autoverkeer dreigden
te verstikken.
Aanvankelijk dacht
hij dat ze zich wilden beschermen
tegen Ebola
doch later werd duidelijk dat het bedoeld was als afweer tegen de luchtpolutie en
voor de vrouwen ook een beetje tegen de zon.
Hoe blanker
de huid, hoe mooier de vrouw, zegden ze in Vietnam, terwijl ze in de States die bleekscheten langs het strand maar niets vonden.
Dokter
Charles Foley
was door de World
Health Organisation naar Vietnam gestuurd met een bijzondere missie.
Hem was
gevraagd om een man op te sporen die zowat een week voordien Ebola-patiënten had
verzorgd in West-Afrika en daar vermoedelijk besmet
was geraakt.
De man, een zekere Kurtz, was geboren
in de buurt
van Saigon en had
tijdens de Vietnamoorlog samen
met de Amerikanen gestreden
tegen de Vietcong.
Toen
in '75
de communisten
Saigon hadden
veroverd, was hij gevlucht naar de Verenigde Staten waar
hij een opleiding had gevolgd tot verpleegkundige.
Een
half jaar geleden
was hij met een missie van Artsen zonder Grenzen
vertrokken naar
Liberia om daar Ebola-patiënten te gaan verzorgen.
Meer dan
waarschijnlijk was
hij er zelf
besmet geraakt
en omwille
van de strenge
controles op
de Amerikaanse
luchthavens,
was hij vermoedelijk via
Brussel en Parijs gevlucht naar zijn geboorteland.
Gezien
er dus een substantieel
risico bestond
dat er een Ebola-haard
was ontstaan
in Zuidoost
Azië, was gevraagd aan Dr
Foley om de man, Kurtz, zo snel mogelijk
op te sporen en desgevallend de
nodige maatregelen
te nemen om de ziekte in te dijken.
Kurtz was een Vietnamveteraan
en dus had Foley als eerste bestemming gekozen
voor het War
Remnants Museum, vroeger
genoemd het
oorlogsmisdadenmuseum en gevestigd in het vroegere gebouw
van de US Information
Service.
Aflevering
2
Eigenlijk
waren het de Fransen die de Amerikanen in de zogenaamde Indochinese
oorlogen hadden meegesleurd.
Frankrijk was verwikkeld geraakt
in een conflict met Vietnam halfweg
de 19e eeuw toen de Vietnamese vorsten Thieu
Tri en
Tu Duk verschillende
executies lieten
uitvoeren op
Franse missionarissen
die het katholicisme in
Vietnam probeerden
te introduceren.
De
Fransen startten
een "beschavingsmissie"
en in 1859 bezette Frankrijk
korte tijd Danang, twee jaar later nam het Saigon in en in 1865 dwong het Tu Duk
tot het vormen van Cochin-China,
een Franse kolonie.
Later bezette
Frankrijk ook
Cambodja en Laos en creëerde in 1887 de Indochinese
Unie met als hoofdstad Hanoi.
In het
begin van de 20e eeuw ontstonden
verscheidene nationalistische
bewegingen in
Vietnam waarbij
12 revolutionairen
van de Nationale Partij
van Vietnam
veroordeeld werden
tot de guillotine.
In 1941
keerde Ho
Chi Minh, de latere architect van
de Vietnamese
onafhankelijkheid, na vele jaren terug naar Vietnam.
Hij vormde
de Liga voor Vietnamese
Onafhankelijkheid of Viet
Minh en organiseerde een
nationalistische
beweging tegen
de Fransen en de Japanners tijdens
de Tweede
Wereldoorlog.
Na
de overgave
van de Japanners riep
Ho Chi Minh
de nationale
onafhankelijkheid uit op het BA Dinhplein in Hanoi.
Doch
na de Tweede
Wereldoorlog wou generaal Charles
de
Gaulle de heerschappij
over Indochina
herstellen wat
leidde tot de eerste Indochinese oorlog met de Viet Minh.
Ho
Chi Minh had de Fransen in '46 nochtans gewaarschuwd: "jullie kunnen 10 van mijn mannen doden voor elke dode Franse soldaat
maar zelfs dan verliezen jullie de oorlog en win ik".
De
Verenigde Staten, erop gebrand het communisme te bestrijden,
subsidieerden toen
al 80% van de kosten van het Franse leger.
Tijdens
de conferentie
in Genève in 1954 deelden Frankrijk, Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en
de Sovjetunie
Vietnam op langs de 17e breedtegraad
in afwachting
van verkiezingen
in 1956.
Deze werden
nooit gehouden
en de opdeling werd permanent doch
het noorden
met Ho
Chi Minh sloot een
bondgenootschap met
China en de Sovjetunie en vormde in 1960 het Nationaal bevrijdingsfront (FLN)
of Vietcong
met als doel de vereniging van Vietnam.
In het
zuiden werd
de anticommunistische
republiek Vietnam
met als hoofdstad Saigon, geleid door de katholiek Ngo
Dien Dinh, bondgenoot van de VS.
Boeddhisten kwamen in opstand tegen Dinh
en zijn Amerikaanse vriendjes met al tragisch hoogtepunt de zelfverbranding van
Thich Quang Duc die in juni 1963 met deze intentie in een blauwe Austin naar
Saigon reed.
In 1960
arriveerden Amerikaanse
militaire adviseurs
in het zuiden en dit was het begin van de 15-jarige oorlog die in Vietnam Amerikaanse oorlog
heet en in de VS en elders de Vietnamoorlog.
Mede door een sterke protestbeweging in de VS en de westerse wereld, trokken
de Amerikanen
zich in 1973 uit Vietnam terug in 1975 veroverden de
Vietcong
Saigon en doopte het om tot Ho Chi Minh City.
Du
Hang was sinds de dood van Ho
Chi Minh secretaris
van de communistische partij
geworden en
zijn strenge
communisme was
bepalend voor
de volgende 10 jaar. Industrie,
handel en landbouw werden
gecollectiviseerd in het zuiden en vertegenwoordigers van
het vroegere
zuidelijke regime
werden vervolgd
en voor langdurige heropvoeding
naar onontwikkelde
grensgebieden gestuurd.
Het
verhaal van
de Vietnamoorlog
dat in het
museum werd
geëtaleerd,
was het spiegelbeeld van
wat Foley
altijd had gehoord, gelezen en in
films had gezien in de Verenigde
Staten.
De Amerikanen
werden afgeschilderd
als brutale
agressors die
puur uit
imperialisme het
Vietnamese volk
kwamen onderdrukken.
Er
werden statistieken
getoond van
de groeiende
militaire machtsontplooiing
van Amerika
in de jaren 60, hun tanks en helikopters en
vooral de ravage die ze hadden aangericht bij
de burgerbevolking.
Ook de
wijze waarop
ze met Noord-Vietnamese krijgsgevangenen
waren omgegaan, werd met foto's geïllustreerd.
Het meest
schokkend waren
de posters en foto's over de chemische oorlogvoering vooral
dan
met betrekking tot het sproeien van hele hectaren akkerland
met “Agent Orange”, een ontbladeringsmiddel waardoor de Vietcong makkelijker kon
worden opgemerkt
vanuit de lucht of was het gewoon om de voedselaanmaak
in bepaalde
regio's uit
te schakelen.
Of
de geëtaleerde
misvormingen allemaal
te maken hadden met deze chemische
oorlogsvoering,
was niet met zekerheid uit te maken doch dat er door de Amerikanen massaal
chemische
agentia zijn
gebruikt en
dat de Vietnamese oorlog
honderdduizenden slachtoffers heeft
gemaakt, werd op pancardes met gedetailleerde
cijfers gestaafd.
Na
de dood van Le
Duan in 1986 kwam Nguyen Van Linh, een zuiderling aan de macht en er werd een beleid gevoerd
van “doi moi” (economische hervormingen)
wat de weg vrijmaakte voor
geleidelijke sociale
hervormingen.
Door het
ineenstorten van
de Sovjetunie
was Vietnam
zijn belangrijkste
bondgenoot kwijt
en werden de relaties genormaliseerd met
China, de Zuidoost-Aziatische
buren en het Westen.
In 95
werden de diplomatieke betrekkingen
met de VS hersteld en in 2000 werd de verzoening met de vroegere aartsvijanden bevestigd
door het bezoek
van president
Clinton.
Toch moet
het voor de Amerikaanse
toeristen "annoying" zijn om hier in Saigon te worden afgeschilderd
als halve nazi's.
Bij
de val van Zuid Vietnam in
1975 was het presidentieel paleis door de FLA niet gerecupereerd voor
gouvernementele doeleinden
maar vrijgegeven
aan het publiek.
Het was in de jaren 60 herbouwd op de grondvesten
van het vroegere Norodom
paleis, toen de residentie van de Franse gouverneur-generaal en later van
president Diem.
Binnen in
het paleis werd een fotoreeks tentoongesteld
van de overgave van de Zuid-Vietnamese
president Van Thieu
wat samen met de dubbele
kolonne rode vlaggen aan
weerszijden van het
gebouw het
vroegere regime
wat te schande
scheen te zetten.
Aflevering
3
Enigszins
gedegouteerd
liet Foley zich afzakken naar het museum voor Vietnamese geschiedenis
waar hij vooral geïmpressioneerd was door het aardewerk van
de Cham.
Reeds tijdens
de 1000-jarige Chinese
overheersing (tot
938) ontwikkelden er
zich in het zuiden twee Indische rijken: Funan en Champa.
Funan,
een voorloper
van het grote Khmerrijk, zou in de eerste eeuw in de Mekongdelta zijn gesticht.
Tussen de 2de en 6de
eeuw strekte hun
invloed zich
uit over een groot deel van Cambodja en langs de Oostkust van Thailand, dit als
voorloper van het grote Khmerrijk tussen 800 en de 15de eeuw.
Toen in
de 16e eeuw Vietnam verdeeld geraakte
tussen twee
krijgsheren families, de Trinh en de Nguyen, waren het de laatste die Zuid-Cambodja
en de Mekong veroverden op
de Khmers.
De oudste
bronnen over
het Koninkrijk
Champa
stammen uit
192, toen nederzettingen
van de Cham, mogelijks afkomstig
uit Java, langs de kust van midden Vietnam verrezen.
Op het
hoogtepunt van
hun macht rond de 8ste-10de eeuw, domineerden
zij de gebieden tussen Vinh en
de Mekongdelta.
Het
Chamrijk
zat geprangd
tussen het machtige Khmer
rijk Angkor
in het zuiden en de
Viet in het noorden die hen in 1471 hen
definitief onderwierpen.
Later bracht Foley een bezoek aan het museum voor Chamkunst in Danang dat beschikt over een prachtige verzameling van
zandstenen en houten sculpturen.
Deze zijn onder andere afkomstig uit de Cham stad “My
Son” waarvan de historische resten grotendeels vernield zijn door de
Amerikaanse bombardementen eind jaren ‘60 naar aanleiding van het Tet-offensief
van de Vietcong.
Momenteel
bevindt zich in Vietnam nog een Cham-minderheid van 133.000 mensen, vooral
moslim en gevestigd in Zuid Vietnam en de Mekongdelta.
Foley voerde samen met een horde
motards een misviering bij aan de De Notre Dame kathedraal, gebouwd in 1880.
Deze verwees naar de kerstening die op
het einde van de 16e eeuw was gestart door Alexander
de Rhodes een Franse jezuïet
die duizenden Vietnamezen tot het christendom bekeerde wat tot
zijn verbanning had geleid.
Dit was een van de verklaringen voor
de grote betrokkenheid van de Fransen in Vietnam ook al waren het de Portugezen
geweest die in 1545 de eerste Europese handelsposten in Vietnam hadden
opgericht, nadien gevolgd door de Nederlanders.
Het Postkantoor dat uitkeek op de kathedraal, was ontworpen door de Franse architect Gustav Eiffel tussen 1886 en 1891 en deed meer denken aan een tempel of een treinstation.
Het Postkantoor dat uitkeek op de kathedraal, was ontworpen door de Franse architect Gustav Eiffel tussen 1886 en 1891 en deed meer denken aan een tempel of een treinstation.
Het was vermoedelijk gefinancierd met
de hoge belastingen, de staatsmonopolies op zout,
alcohol
en opium en de opbrengsten van de koffie en rubberplantages.
's Avonds liet Foley zich uitzakken in de rooftop
bar van
het Caravelle Hotel dat tijdens de
Vietnamoorlog had gefungeerd als hoofdkwartier voor diplomaten en journalisten.
Daar
kreeg hij een bericht van de Amerikaanse inlichtingendienst dat Kurtz’ geboortenaam
“Kaing Varman” luidde.
Zijn
ouders hadden in de Mekongdelta gewoond en hadden daar door handel in ananas
een behoorlijke welstand opgebouwd.
Kurtz
zou niet lang na zijn migratie naar de Verenigde Staten in 1975 gescheiden
zijn.
’s Anderendaags huurde Foley
een terreinwagen en vooraleer zuidwaarts
te nemen richting Mekong, wou hij eerst een bezoek brengen aan de tunneltjes van
Cu Chi omdat de CIA ook had vermeld dat Kurtz in de Vietnamoorlog ten westen
van Saigon samen met de Amerikaanse mariniers gevochten had.
In
het toeristisch centrum werd op een schraal verlichte pancarde getoond hoe het
tunnelsysteem was uitgebouwd.
De
diepste gangen boden bescherming tegen de zwaarste bommen maar moesten boven
het grondwaterniveau blijven en er diende een luchtverbinding aangelegd te
worden met de buitenwereld.
De tunnels waren in de jungle met bladeren gecamoufleerd
en waren net breed genoeg voor de kleine en smalle Vietcongsoldaatjes terwijl
de forse Amerikanen er vaak niet in geraakten ofwel
klem geraakten meestal
met dodelijke
afloop tot gevolg.
Verder waren er bunkers voor verschillende
doeleinden (overleg, eten, munitie-opslag, slapen…)
Buiten de
tunnels (en
soms ook erin) werden Amerikaanse
indringers vergast
op ingenieuze
boobytraps met in hun buik scherp afgesneden
bamboestokken of
explosieven.
Wanneer Amerikaanse
mariniers een
Vietnamese deur inbeukten, werden ze vergast op een soort van slingerend nagelbed in
twee stukken
waardoor het
onderste derde
zich met des te meer kracht door de benen priemde wanneer het bovenste stuk
in een paniekreactie van zich weggeduwd
werd.
Waar in het War
Remnants Museum de oorlogsmisdaden van de Amerikanen uitvoerig werden geëtaleerd,
werden deze Vietcong-wreedheden wat protserig verkocht als slimmigheden waarmee
Calimero de grote Reus wist te verschalken.
Foley vervolgde zijn weg zuidwaarts
langs de nieuwe autostrade en aangekomen in de Mekongdelta
nam hij de ferry in Cai
Be tot Vinh Long.
Hij
doorkruiste de brede armen van de Mekong, smalle kanaaltjes en moerasachtige
meertjes.
De
huizen waren gebouwd op palen en bijna alle boten hadden een rode drakenkop als
voorsteven wat bij Foley associaties opriep met de plundertochten van de
Vikingen maar in Vietnam is de draak een beschermer en brenger van macht en
welvaart en geluk.
Op
verschillende plaatsen stonden bamboeconstructies om vissen te vangen en om ze
vers te houden.
Omdat
hij Amerikaan
was en er ook zo uitzag, werd hij tijdens de lunch aangeklampt door
een traditioneel
Vietnamees muziekensemble
met twee vrouwen en een man voor
zang, een man met een peervormige gitaar
(dan ti ba)
één met éénsnarige luit
die met
een houten plectrum bespeeld
(dan
pau)
en een man met een maanvormige
luit (dan
unguy).
Bij
momenten hevig
gesticulerend,
evoqueerden ze een liefdesverhaal dat
niet goed scheen af te lopen.
Toen Foley
meer uitleg vroeg, vertelde men hem via een tolk dat het ging over
een knappe Amerikaanse die
in Vietnam was geboren en verliefd geworden was op een Khmer van een rijke familie in de Mekongdelta.
De
familie van de man had de relatie
gesaboteerd en
hem
gedwongen te trouwen met een Khmer-vrouw die
men voor hem had uitgekozen.
Korte
tijd later migreerde ook de “Khmer-Vietnamees” naar de VS en belde haar om te zeggen dat hij nog steeds van haar hield doch
ze weigerde
hem nog te zien. Dit was het droeve eind van de Vietnamese song "the Lover".
Eén van de zangers beweerde dat het huwelijk van de Vietnamees in de Verenigde
Staten op de
klippen
was gelopen waarna hij in dienst was
gegaan bij het
Amerikaanse leger.
Foley voelde hierbij
een rilling over
zijn rug lopen tegelijk
met een donderslag die
de volgende
moessonbui aankondigde.
De zangeres verwees Foley naar Sa Dec waar het vroeger huis van de Khmer-familie nu dienst
deed als politiebureau.
De
vader van de Khmer-Vietnamees had het huis gekocht
van een Chinees die voor zaken was geëmigreerd naar Singapore.
De
vloertegels waren
oorspronkelijk aangevoerd
vanuit Frankrijk, de
deuren waren
versierd met
prachtig houtsnijwerk
en de hele woning ademde een semi religieuze
atmosfeer.
Met veel moeite kon Foley de politie
een aantal vragen stellen omdat die het beu waren dat het huis regelmatig werd
bemonsterd omdat het enige bekendheid had opgebouwd via het lokaal schlagertje.
De naam van de oorspronkelijke
bewoners was Kaing Varman, meer wist hij de politieman niet, en Foley begreep
dat het om de familie van Kurtz ging.
De
straat van het huis was half opgegeten
door kraampjes
van een fruitmarkt waar hij zich enkel liet
verleiden door
de zaadjes van de lotusbloemen en
het exotische
geurend vlees
van de doerian.
Hoewel Kurtz
misschien nooit
in Cambodja
had gewoond, toch was de ontdekking van zijn Khmer-wortels het enige aanknopingspunt voor
Foley
om verder op zoek te gaan.
Hij overnachtte
in Can To
en 's
anderendaags heel vroeg liet hij zich voor 10 dollar
inschepen op
een ananasboot die 's middags terug
zou keren naar een plaatsje vlakbij
Chau Doc.
Aflevering 4
Zijn kompas
wees naar Cambodja en hij hoopte via de “inner circle” van de Mekong
Delta people een spoor op te vangen van zijn doelwit.
De vrouw
vertelde dat
een tante van Kaing Varman in 1976 door de Rode Khmer was vermoord
omdat ze ziek geworden was en onvoldoende hard werkte op de rijstvelden. Ze was voor de ogen
van haar familie door een opzichter doodgeslagen.
Landbouwers zoals zij, die al eeuwen de kanalen van de Delta gebruikten voor het transport van hun producten, laadden hun boten vol met fruit en groenten en waren soms tot 8 à
10u onderweg om
dan te dobberen op
de "floating
markets" tot hun ruim was leeggekocht.
Ze vertelde
dat na de overwinning van Noord Vietnam een groot deel van de economie in het zuiden was ontwricht geraakt
vooral omdat de intellectuele
elite naar het buitenland was gevlucht en alle contacten en communicatie met
het buitenland
sterk werd ingeperkt.
Toch werd tot op vandaag Ho Chi Minh
beschouwd als de vader des vaderlands ook voor de Zuid Vietnamezen.
Getuige daarvan dat hij in veel
woningen aan de muur een ereplaats had gekregen in de buurt van de trouw- en
familiefoto’s en religieuze symbolen.
De vrouw vertelde dat haar vader
ambtenaar geweest was bij de Zuid-Vietnamese overheid met als gevolg dat de
familie gedurende 3 generaties geen lid
kon worden van de Vietnamese communistische partij.
Toch was deze vrede in een ééngemaakt
land voor haar belangrijker dan de naweeën van een oorlog waarbij haar familie
voor een kleine 100 jaar bij de verliezers hoorde.
Na zijn studie in de befaamde Quoc Hoc
school verliet hij Vietnam om een wereldreis te maken.
In Europa raakte hij gefascineerd door
ideeën van Marx en de linkse Franse intellectuelen en hij richtte communistische
organisaties op in Parijs, Moskou en China.
Hij sprak vlot verschillende talen
waaronder Chinees, Russisch, Frans en Engels.
IN 1941 keerde hij terug naar Vietnam
waar hij de naam Ho Chi Minh (Brenger van Verlichting) aannam en de Viet Minh oprichtte (Alliantie
voor de Onafhankelijkheid van Vietnam).
Na de overwinning tegen de Fransen in
Dien Bien Phu in 1954, werd hij de eerste president van de Democratische Republiek (Noord)-Vietnam.
Uiteindelijk konden ook de Amerikanen
zijn guerrillatroepen niet onder controle krijgen en 2 jaar na hun aftocht werd
Saigon door de Noord Vietnamezen ingenomen. Ho Chi Minh was toen reeds 6 jaar
overleden.
Zowel
hier in de Mekongdelta als op het Tonlé Sapmeer, waar Foley later zou passeren,
kon je ook woonboten en “floating villages” op je weg vinden.
Op
het einde van het moessonseizoen trad het Tonlé Sapmeer buiten zijn oevers en
vergrootte het zijn oppervlakte van 2500 km2 tot ongeveer 12000 m2
in een soort communicerend vat met de Mekong die vanuit China en Laos,
Cambodja doorkruiste.
De
drijvende dorpen migreerden naar de overstroomde zone’s omwille van de betere
omstandigheden voor visvangst die trouwens verantwoordelijk was voor de helft
van de visproductie in Cambodja.
Foley
vond het bevreemdend dat er haast nergens kunstmatige oevers werden gebouwd om
overstromingen te voorkomen.
Maar
misschien vertrok de Vietnamees of de Cambodjaan niet van het principe dat de
rivieren per definitie grillig en onbetrouwbaar waren en dat men ze moest
“inbinden “ en “temmen” om zich te beschermen tegen hun vernietigende kracht.
Men
scheen hier de redenering om te draaien : het op en af gaan van het water was
een natuurlijk en onveranderlijk gegeven en men zag vooral de opportuniteiten
hiervan voor de rijstteelt en de visvangst.
In
functie van de capriolen van het water, paste men zijn leefwijze aan en men
bouwde drijvende huizen in plaats van hoge oevers.
Men
kon zich trouwens afvragen of het aanleggen van dijken het waterpeil in de Mekong
en het Sapmeer niet helemaal zou ontredderen en oncontroleerbare
hoogteschommelingen zou creëren.
Leerde
hij hier iets over de overlevingsstrategie van de Cambodjaanse Vietnamees Kurtz,
die liever dan zich toe te vertrouwen aan de “indijking” van het Westers
gezondheidszorgsysteem, eerder op zwerftocht ging maar om wat dan te bereiken?
Bracht
hij zo niet het leven van duizenden mensen in gevaar?
De “ananasvrouw” had nog het adres
meegegeven van een Cambodjaanse dame wiens vader vroeger een hoge diplomatieke
post had gehad en die nu een zijdefarm runde in de buurt van Siem Reap.
Zij had zowel in het binnen- als
buitenland een enorm netwerk en er was een kans dat ze iets van de verdwenen
Vietnamees gehoord had tenminste als die zich in deze contreien bevond.
Bij de
grenspost met
Cambodja, bleek al gauw
dat de mannetjes bruiner werden en niet
alleen de taal maar ook het Sanskriet geschrift nu compleet onverstaanbaar was
geworden.
Foley
werd begroet door
Cambodjaanse mannetjes
die met gevouwen handen en als een knipmes hun hoofd bogen en direct weer strekten.
Phnom Penh werd
de hoofdstad van het Khmerrijk halfweg
de 15e eeuw nadat Angkor was verlaten. De bewoners dreven
vooral handel
met Laos en China tot de 17e eeuw toen de plaats werd gereduceerd
tot een buffer tussen de elkaar bestrijdende Vietnamezen
en
Thai.
In
1863 kwam de stad onder Frans bestuur en het bleef zo totdat koning Sihanouk in 1953 de onafhankelijkheid uitriep.
Phnom Penh viel
op 17 april 1975 in
handen van de in het zwart geklede Rode
Khmers van Pol
Pot die de bevolking naar de beruchte Killing
Fields (velden
des doods) dreven.
Het werd
in 1979
door de Vietnamezen bevrijd maar het zou nog 10 jaar duren voordat de hoofdstad weer autonoom was.
Vergeleken met
Saigon
was Phnom Penh een zuiderse stad : kleurrijk, chaotisch en wat vuiler, zo een
beetje het verschil tussen Napels en Milaan maar dan een categorie armer.
Het Koninklijk
Paleis met daarnaast de Zilverpagode evokeerde
reminiscenties
naar de grote Khmer tijden met een foto van de king als verheerlijking
van de grote leider (zonder macht) met daarnaast
het tempelcomplex
ter ere van Boeddha.
Naar
de kustlijn toe werd de majestueuze grandeur
doorbroken door
een kitscherig
monument dat
recht van Las Vegas was overgevlogen.
Het
jonge volk,
vaak als koppel op hun rondgierende Honda's, de smartphone cultus en de westerse muziek in de bars reveleerden het streven van deze nieuwe generatie
naar “the
american way of life”.
Ergens
“entre ces deux mouvements”, lagen verspreid
eilandjes van nostalgie naar het Franse kolonialisme.
Tijdens een
lunch in een donker houten restaurant
moest Foley
met een vergrootglas zoeken
naar een Cambodjaans gerecht
midden de
cuisine Française.
Naast
een verloren nummer van de Beach
Boys kon hij nostalgisch
meedromen van "Boum Boum"
van Charles
Trenet
en de Franse
chansons van
Patricia Kaas.
In 1863
had Frankrijk,
dat Zuid Vietnam had koloniseerd, Cambodja bescherming geboden
in ruil voor economische privileges.
Het Franse
protectoraat was uitgemond in
volledige controle
nadat een anti Franse opstand in 1880 was neergeslagen.
Frankrijk dwong
Thailand het geannexeerde grondgebied
van Cambodja terug te geven en ze investeerden
in infrastructuur
met als gevolg een economische heropleving.
Anderzijds hieven ze
hoge belastingen
en deden ze weinig om het onderwijs en de gezondheidszorg
te verbeteren.
In1941
kroonden de
Fransen de 19-jarige prins Norodom
Sihanouk
tot koning van Cambodja en gaven Japanse troepen
toestemming zich
in Cambodja te stationeren tijdens de Tweede Wereldoorlog.
"Uit dank "zetten de Japanners in maart 45 Franse ambtenaren in heel Indochina gevangen en spoorden Sihanouk
aan om de onafhankelijkheid
uit te roepen.
Toch
verwelkomde Sihanaouk
de Fransen toen ze in oktober 45 weer aan de macht kwamen doch vanaf 1952
begon hij een felle campagne waarbij
hij de
Fransen dwong
om Cambodja de onafhankelijkheid
te schenken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten