Vrijdag
13 januari
"Ik koop me een Indisch hemd, ik laat mijn baard groeien en ik bedek mijn ongewassen haar desnoods met een tulband."
was ik mezelf
aan het oppeppen,
wetende dat onze
valiezen ergens
in de Indische chaos waren blijven hangen.
"Vermoedelijk
zitten ze vast bij de douane op de luchthaven van Delhi", vertelde ons een jong kereltje dat ons te woord stond in
het Jet Airways
kantoor op de
luchthaven van
Varanasi.
We hadden toch wel moeten weten dat we onze luggage hadden
moeten ophalen wanneer
we de Indische hoofdstad
waren binnengevlogen."
“In Brussel is ons nochtans verzekerd
dat de bagage rechtstreeks
door zou vliegen naar
Varanasi ",
protesteerde Bart
die nu al meer dan 20 keer in Indië had verbleven en zoiets nog nooit had meegemaakt.
Het jongetje leek veel meer begaan met een boze landgenoot
die zich dik
maakte omdat er
een wieltje van zijn valies was afgebroken.
Hij maakte een kopij van onze instapkaart en bagagetag en schreef er een telefoonnummer
op waarmee we het maar moest regelen.
Langzaam ontwaakten
we uit onze schaapachtige
submissiviteit en
we eisten dat het kereltje
zelf de telefoon nam, verifieerde waar
onze bagage
zich bevond
en het stante pede oploste.
Het resultaat
was nog een half uur wachten op zijn baas die een telefoontje
deed zonder
resultaat, wat kopijen
nam van onze
paspoorten en
ons visum en
ons e-mailadres
vroeg met de geruststellende
boodschap dat
hij zijn best ging doen om het op te lossen.
“Don’t worry”, had Bart
een uur voordien nog tegen mij gezegd toen het groepje passagiers aan de baggage
reclaim area vervaarlijk was uitgedund : “Ik heb ooit als laatste mijn valies
uit het zwarte gat zien komen.”
Maar de band viel stil
en wij ook…
Ik had Bart leren
kennen toen ik in het begin van de jaren 2000 de grote Leuvense ziekenhuisdeal
onderhandelde met hem als OCMW-voorzitter.
Die samenwerking was
alvast succesvol geweest en ik had dan ook geen enkele reden om te aarzelen
toen hij me op Hapje Tapje in de Naamsestraat vroeg om eens naar zijn projecten
te komen kijken in India.
Bart studeerde
sociologie aan de KU Leuven, trad gedurende enkele jaren binnen in het
seminarie voor priesteropleiding en werkte 20 jaar als directeur van een
beschutte werkplaats.
Intussen had hij
allerlei vrijwilligersinitiatieven opgezet rond buurtwerking, opvang van
ex-gevangenen en begeleiding rond drugs.
Nadien was hij actief geweest
in de Leuvense politiek, 18 jaar als schepen van Ruimtelijke Ordening en 2 jaar
als OCMW-voorzitter.
Op zijn 57ste
werd hij directeur van de Medico-Sociale Diensten van de Christelijke
Mutualiteit.
Vanaf 1996 was hij
actief in India binnen de ngo Women in Need en in 2004 richtte hij zelf een ngo
op met de naam PAZ (Partners Zonder Grenzen/Spaans voor vrede)
Deze steunde vooral
ontwikkelingsprojecten in de Sundarban, een eilandengroep ten zuiden van
Kolkata.
Sinds 4 jaar is Bart
gepensioneerd en is hij, naast zijn ontwikkelingswerk, nog actief in talrijke
socio-culturele initiatieven.
Op de achterbank van de auto waarmee Father Amal, onze lokale contactpersoon, ons
kwam halen,
werd ik opgenomen in het apocalyptisch
schouwspel van
aarden weggetjes, lichtloze fietsen en af een toe een nest winkeltjes
als voorposten
van de echte stad.
Het lukte me snel om de hoop op een fatsoenlijk
hotel en dito dinner op
te geven en ik
was zelfs bereid mijn afsluiting van
het internet
onder ogen te zien ware het niet dat precies Indië op het vlak van informatica een
hoge reputatie
genoot.
"Laat je to do-lijstje maar
verdrinken in
de Ganges ", scheen de oranjegele maan
mij lachend
toe te fluisteren.
Drie kwartier
later was ik snel uitgepakt in een grote koude kamer met twee
britsen en een dun matrasje dat vroeg om bedekt te worden met de lakens en
een deken die
aan zijn
voeteinde hadden
postgevat.
Langs alle kanten werd
je bekeken door Jezussen en Maria's behalve in de badkamer waar een doucheknop
vroeg of je zou riskeren om onder hem te gaan staan.
Het was er veel kouder dan ik me had voorgesteld
en ik was blij dat ik mijn trui uit mijn rugzak kon halen.
Was het daarom dat we in de
eetplaats van het convent; door de hoofdzuster van
de verpleegsterschool
een glas warm
water geserveerd kregen?
Ik hield het liever bij koffie dat voor hen gelijk stond met café latte zodat ik spijt had dat ik niet meer kon switchen toen ze de theezakjes op tafel zette.
Bart bleef een tijdje overtuigd dat
het gold als aperitiefhapjes
voor de
"real dinner" die ons door de zusters zou worden geprepareerd.
Een opeenvolging
van kippeboutjes, een berg zaadbolletjes,
een soort Indische kroepoek
en een groenteschotel met
olijven en spinazie overtuigden
ons dat de zusters hun culinaire taken hadden gedelegeerd aan
de twee pastoors.
Ze vertelden dat
ze allebei afkomstig waren
van de
Tamil Nadu provincie en in Varanasi
waren in het kader van hun opleiding en missioneringstaken.
Eén van beiden had in Leuven theologie
gestudeerd en
vertrok eerstdaags naar Wenen om gedurende vier
jaar zijn doctoraat voor
te bereiden.
Hij vertelde dat over heel India ongeveer
2% van de bevolking christelijk
was, in aantal het hoogst in Tamil Nadu
en Kerala en procentueel het hoogst in de Noord-oostelijke provincies
onder andere Assam
en Manipur.
In de loop van de laatste decennia
zou de enorme economische
groei in India vooral ten goede gekomen
zijn aan de superrijken
en de Indiase middenklasse, de zogenaamde "creamy layer" die werd geschat
op iets meer dan 20% van de bevolking.
Van de 1.24 miljard inwoners waren er ongeveer 350
miljoen mensen (27%) die leefden onder de armoedegrens die
was vastgesteld
door de Indiase regering,
bijna 42% van de bevolking wanneer men de definitie nam van de Wereldbank.
Schrijnend was
dat de kindersterfte in
India vergelijkbaar
was met het
veel armere
buurland Bangladesh
en dit gepaard gaande met een groot probleem van ondervoeding terwijl
anderzijds het
land netto voedsel exporteerde.
Daarbij kwam dat slechts de helft van de Indiase meisjes
basisonderwijs volgde
en daarvan viel 10% voortijdig af.
Zeer optimistisch schatte
de overheid
zelf dat 14% van deze kinderen een vaste baan had, meestal als een vorm van slavernij
Het was Jeanne Devos die in dit verband
een jarenlange
strijd gevoerd
had tegen de uitbuiting en het seksueel misbruik
van deze zogenaamde "domestic house workers".
"Door de groeiende opkomst van het hindoe-fundamentalisme
komen andere
religieuze groeperingen
zoals de christenen maar
ook de moslims meer en meer onder druk te staan", vertelde
Vimal, de andere
priester
:
”Op federaal valk heeft de BJP (hindoe-partij) de macht overgenomen van de Congress Partij van de Gandhi’s.
”Op federaal valk heeft de BJP (hindoe-partij) de macht overgenomen van de Congress Partij van de Gandhi’s.
Hier in de staat Uttar
Pradesh zijn er
ook politieke
groeperingen die
samenvallen met
een kaste, een moslimpartij en
ook een politieke groepering
die opkomt voor de laagste kasten
met name de
Bahujan Samaj Party onder leiding van de charismatische
Mayawati, die in het
verleden viermaal tot chief minister
van Utah Pradesh
was gekozen."
De diepe wortels van het
hindoe-fundamentalisme zijn nauw verbonden met het moslim-fundamentalisme en dateren van de periode net voor de onafhankelijkheid van India.
Tijdens de Eerste
Wereldoorlog hadden twee Indiase juristen zich geprofileerd in de politiek : Muhammad Ali
Jinnah (1876 - 1948) en Mohandas
Karamchand Gandhi (1869 - 1948).
Binnen de zogenaamde "Congress Partij" ijverden ze voor de éénheid tussen moslims en hindoes. Jinnah wilde via een grondwettelijkje
benadering tot zelfbestuur komen terwijl Gandhi
opteerde voor een strategie
van geweldloos
verzet met als hoogtepunt de Zoutmars op 12 maart
1930.
Die leidde tot honderden arrestaties en
een ongekend brutaal optreden van de politie dat lijdzaam werd
ondergaan door de
"satyagrahi's”.
Toen in '37 de resultaten van
de eerste verkiezingen bekend
waren, bleek dat het Indian National Congress
de overwinning
had behaald in 8 van de 11 provincies.
Jinnah stelde voor dat “zijn”
All-India Muslim League en het Congress hun krachten zouden bundelen op voorwaarde dat
het Congress de
League als enige stem van de moslimgemeenschap accepteerde.
De Congresspartij die een groot aantal moslim-leden telde, verwierp zijn voorstel en van toen af eisten Jinnah en zijn
getrouwen een
afzonderlijke moslimstaat.
Aan het einde van de Tweede
Wereldoorlog maakte de Labour-regering in Londen een begin
met de dekolonisatie van
het Britse imperium.
Lord Louis Mountbatten, die verwant was aan de Britse koninklijke
familie, werd de nieuwe viceroy
en kon het goed
vinden met Nehru, de leider van de Congresspartij en
vertrouweling van
Gandhi, en veel minder met Jinnah.
Hij kon niet vermijden dat het land werd gesplitst
in India met 82,5% van de bevolking en Pakistan dat bestond uit 2 provincies met
name Oost- en
West-Pakistan.
Later zou Oost-Pakistan zich
met de hulp
van Indië
losscheuren van het dominante West-Pakistan en
in 1971 onafhankelijk worden als Bangladesh.
Na de onafhankelijkheid
van India op 15 augustus 1947 ging Gandhi in hongerstaking omdat
hij ontzet was over de aanvallen van extremistische
hindoes op moslims.
De schok bracht de natie weer bij zijn zinnen en Nehru slaagde er
in om in zijn ambtsperiode als eerste minister
tussen 1950
en 1964 een socialistisch
beleid te voeren
en een economische groei
op gang te brengen door steun zowel van het Westen als
van de Sovjetunie.
In het begin van de jaren '60 verslechterden
de relaties tussen
India en Pakistan vooral
met betrekking tot de provincie Kasjmir en beide landen ontwikkelden een
atoombom.
Nehru's dochter, Indira Gandhi, voerde een nog socialistischer
beleid dan haar vader
maar kreeg een
zware slag
toen ze in '75
werd schuldig
verklaard door het
hooggerechtshof van
misbruik van
overheidsmiddelen voor verkiezingsdoeleinden.
Dramatisch voor
het einde van haar regeringsperiode was
de bestorming
door het leger van de Gouden Tempel van
Amritsar in
Punjab, het land van de Sikhs, waarbij
duizenden sikhs
om het leven kwamen en de Gouden Tempel ernstig werd beschadigd.
Ook haar zoon, Rajiv Gandhi, die haar was opgevolgd,
werd uiteindelijk
in 1991 slachtoffer van
een zelfmoordaanslag
door de Tamil-tijgers.
In december
1992 verwoestte een
groep fanatieke
hindoeïstische kar sevaks (vrijwilligers) de 16e-eeuwse moskee
in Ayodhya
die zou gebouwd
zijn op de plaats waar vroeger een belangrijke
hindoetempel had
gestaan op de geboortegrond van Rama.
In' 96 kwam voor het eerst de
Bharatiya Janata Party (BJP) op als politieke arm van een groep rechtse hindoe-organisaties die ijverden voor India als thuisland voor
de hindoes.
Voorzitter Atal B.
Vajpayee wist een
coalitie te
smeden maar
die hield nauwelijks
twee weken stand en opnieuw kwam het Congress aan de macht.
Twee jaar later werd Vajpayee opnieuw
premier en zijn regering stelde de Indiase
economie open
voor buitenlandse bedrijven.
Maar het hindoe-nationalisme van
de BJP hield ook in dat landelijke wetenschappelijke
en culturele
instellingen werden
gezuiverd van
degenen die
zich niet konden vinden in de “Hindutva-lijn” en dat schoolboeken
werden herschreven
volgens de
BJP-interpretatie van India's geschiedenis.
De wraakacties
na gewelddadigheden
tegen hindoes
in Gujarat joegen 150.000 moslims
op de vlucht en kosten ongeveer
2000 van hen het leven.
In 2004 kwam opnieuw het Congress aan de markt onder
leiding van Rajiv Gandhi's weduwe, Sonia Gandhi, die omwille van haar Italiaanse
rooms-katholieke achtergrond
de partij aanstuurde van
achter de schermen.
De economie bleef sterk groeien en in 2007 telde India het op drie na grootste aantal
dollarmiljardairs ter wereld.
Anderzijds nam
de onrust vanaf 2008 opnieuw toe met gecoördineerde
schietacties en bomaanvallen op 12 locaties in Mumbai, vermoedelijk vanuit
Pakistaanse hoek.
Bovendien vonden er regelmatig
aanslagen plaats
door de "Naxalites", maoïstische opstandelingen die
in echte Robin Hood stijl, de rijken beroofden
om het aan de
armen uit te delen.
Later pleegden ze
terroristische aanslagen en dit vooral in de staten van Midden India maar ook in
West-Bengalen en de noordoostelijke provincies.
Intussen heeft de BJP
sinds 2014 op federaal vlak de absolute meerderheid verworven met Narendra Modi
als premier.
"Binnenkort
zijn er nieuwe deelstaatverkiezingen" zuchtte
father Ashish die was komen aansluiten: "Als de BJP hier in Uttar
Pradesh de meerderheid pakt, is het met ons gedaan…”
Zaterdag
14 januari
In de voormiddag kocht
ik in de plaatselijke supermarkt een Philips scheermachine, een hemd, een
pyjama, ondergoed en tandpasta voor nog geen 60 euro.
Incredible India...!?
Incredible India...!?
Het rechthoekig
wit gebouw met een rozentuin als entree, verklapte
zijn verval door afgebladderde
verfplekken die
Bart toeschreef
aan het klimaat.
Een achttal geneesheer-specialisten
hield drie voormiddagen per
week raadpleging, zo vertelde pater Vimal,
zijnde zo'n 30 consultaties
per dag.
Tijdens ons namiddagbezoek waren
alle deuren vergrendeld inclusief
die van het Labo en de Medische
Beeldvorming en er hing een pancarde tegen de muur met activiteitstargets
voor 2014-15.
De nieuwe targets waren "in proces", zo zei onze gids, net als onze bagage en net als het certificaat dat
ontbrak bij de aanvraag van Barts visum en waarvan we nu vermoedden dat het wel had bestaan maar
reeds geruime
tijd vervallen
was en dus…” in proces”.
Met het” inpatient”-gedeelte ging het duidelijk in “decline” gezien
onze queeste door tal van leegstaande verpleegafdelingen uiteindelijk
leidde tot het vinden van twee patiënten, bijgestaan
door vier verpleegkundigen in
opleiding en
een jonge "staf nurse.”
Toch vonden we een goed uitgeruste
operatiezaal en
een kleinere
ruimte voor
oogheelkundige ingrepen
met phaco-toestel.
Op onze vraag, antwoordden
wat giechelend-verlegen stagiairs-verpleegkundigen dat de laatste patiënt
was beademd
ongeveer een
maand geleden
en momenteel
nog in proces/progress was
(konden we niet onderscheiden).
De spoedgevallendienst was met een hek afgesloten
en toen we vroegen hoe patiënten daar terecht konden, antwoordde vader
Vimal dat er een 24 uurs permanentie
was en het patiënten wel wisten waar ze moesten bellen
om het
urgentieteam te
mobiliseren.
Nochtans was het een tiental jaar geleden een bloeiend ziekenhuis geweest
met veel patiënten, meende Bart zich te herinneren.
Toen ik vroeg of ze samenwerkten met
ambulante centra
in de "community",
verwees hij
naar de zogenaamde
"camps" waar artsen met een verpleegkundige
in de dorpen raadpleging hielden
en in principe voor gespecialiseerde
pathologie naar
het ziekenhuis
konden verwijzen.
Dat laatste gebeurde dus quasi niet en we meenden te begrijpen dat er voldoende andere hospitalen
waren in de regio om patiënten op te vangen, 't is te zeggen degenen
die vooral de dure medicatie konden
betalen.
Het kon toch niet anders dat in een dergelijke overbevolkte
en arme regio een gigantische vraag
moest zijn naar preventie
en medische
zorg.
Toen ik vroeg of dit het enige hospitaal
was in de streek, antwoordde
hij:
"Ja het
enige in deze diocees"
en hij bedoelde dus het enig katholiek ziekenhuis
waaruit kon
afgeleid worden
dat er weinig afstemming
was binnen een verzuild systeem.
Over de kwaliteit van de zorgverlening
konden we moeilijk
een oordeel
vellen maar
indien men nog iets met dit ziekenhuis wou
bereiken, dan was de enige escape een betere afstemming
met de andere zorgvoorzieningen
in de regio, de aanpak van corruptie en een economisch
model dat hapbaar was én voor het privé-initiatief
van het bisdom, de overheid én dat voor een voldoende groot
deel van de populatie betaalbaar was.
Het feit dat een leeg restaurant
geen nieuwe
klanten trekt, was bovendien voor
dit ziekenhuis
een reputatieprobleem
dat moeilijk
zou te keren zijn.
Later vertelde
vader Ashish,
de baas van
het ziekenhuis, dat het grootste probleem erin bestond om artsen aan te trekken en up to date apparatuur te
voorzien.
Artsen waren
gesalarieerd en met
een consultatie-fee
van 30 roepie (ongeveer een halve euro) resulteerde
dit in een verlies dat door het bisdom werd gedragen.
De farmacie was de enige winstgevende
tak doordat
er een marge kan worden aangerekend
op het afleveren van
medicatie (met een wettelijk maximum) en dit was vooral winstgevend
voor de hospitalisatie (twee patiënten??) en minder voor ambulanten gezien
deze ook in een andere apotheek konden
kopen.
Hij gaf aan dat er
wel degelijk
contacten waren
met andere ziekenhuizen maar
dan vooral met het oog op specialisatie en
taakverdeling.
Hij relativeerde sterk
de neerwaartse
trend en gaf aan dat het ziekenhuis terug
in de lift zat en quasi break even draaide.
De interne Indische appreciatie
en de externe Europese
evaluatie leken
lichtjaren van
elkaar verwijderd.
Er waren bijzondere festiviteiten
gepland naar aanleiding van
één of ander Hindoefeest
en het was onmogelijk om de heilige oever te bereiken langs de "klassieke "
toeristenroutes.
Ik trachtte de planning overhoop te gooien met mijn voorstel om de chauffeur
naar huis te sturen, een boottocht te maken op de Ganges, 's
avonds ergens in
de binnenstad iets te gaan eten en zelf een taxi te nemen naar het convent.
Niet zonder enige aarzeling werd het avondmaal bij de zusters geannuleerd, de chauffeur werd weggestuurd en tien min later vonden we onszelf starend naar de
Brahmaanse upper class, performing een religieuze ceremonie
met kandelaars
vol brandende
kaarsjes en allerlei' schaaltjes en schrijnen met dampende wierook.
Toen plots
een jongen bij ons stond om kaarsjes te verkopen, werd hij door Vemal weggejaagd.
Ik riep hem
terug en kocht 2 kaarsjes die ik op de Ganges uitzette, een kwartier voor het
vrouwenkaarsje mij mailde om aangestoken te worden.
Ik wou de
lijkverbranding nog eens zien maar Bart en Vemal zeiden dat het veel te ver
was.
Plots stond er
naast ons een mannetje die door Vemal met argwaan werd bekeken.
Hij toonde
ons hoe we vlakbij konden geraken, gaf ons uitleg over het ritueel toen heel toevallig
2 lijken waren aangebracht, één voor het vuur en één voor het water.
Toen we even
later geen restaurant vonden, stond er plots een Varanasiër naast ons die zijn
tuktuk aanbood en ondanks het feit dat Bart hem te duur vond, huurden we hem
in.
Hij voerde
ons naar een leuk restaurant, wachtte en bracht ons naar het convent zodat ook
ons taxiprobleem was opgelost.
Vanuit heel India reizen mensen hierheen om te
bidden, zich te
zuiveren in het heilige water en -voor degenen die zo’n 35.000 roepies kunnen betalen- het lichaam van een gestorven familielid
te verbranden
of aan de rivier toe te vertrouwen.
Dat laatste was
verplicht voor Saddhus (heilige mannen), mensen gebeten door een slang, melaatsen,
slachtoffers van ongevallen of misdrijven, zelfdoders, zwangere vrouwen en
kinderen.
Het hindoeïsme
is niet terug te voeren tot een bepaalde stichter en heeft geen heilig boek dat wordt beschouwd als de enige geschreven autoriteit
Er zijn honderden verhalen
over goden en godinnen, heiligen en demonen, de zon en de
maan en alle
elementen van
de natuur.
Ze worden geëvoqueerd
op jaarmarkten
en tijdens festivals, in traditionele
liederen, dans en heldendichten.
Enerzijds aanvaardt
het hindoeïsme
dat er vele paden zijn die leiden naar hetzelfde doel en is het ook bereid om de goddelijkheid van de profeten en andere religies te
erkennen (verdraagzaamheid); anderzijds kan men ook star vasthouden aan klasseverschillen
en ingeroeste
gebruiken.
In hun Sanskritische
lofzangen en gebeden, vastgelegd in de vier Veda's, wordt enerzijds verwezen naar verschillende godheden
(pluralisme) doch men ging
deze steeds meer beschouwen als manifestaties
van één goddelijk principe
(monisme).
Als aanvulling
op de Veda's werd tussen 800 BC en 400 BC de zogeheten Upanishads geschreven
in een poging om een meer gesystematiseerde vorm
van religie vast te leggen.
De hindoeïstische heldendichten
zijn naar alle
waarschijnlijkheid in de eerste eeuw van de christelijke jaartelling
ontstaan. Later zijn ze uitgewerkt in de Purhana's die omstreeks het jaar 500 werden voltooid.
De Mahabharata gaat over de strijd tussen de 5 Pandava's en hun
neven en expliciteert dat
er 3 paden zijn die
kunnen leiden
tot zelfrealisatie: : jnana (kennis)
bahkti (toewijding
en liefde) en karma (daden, werk)
Aan de vooravond van de slag weigert Arunja
te vechten tegen zijn bloedverwanten waarop Krishna een verhandeling
houdt over
de onsterfelijkheid van de ziel en de plicht om
aan de dharma te voldoen.
De Ramayana is een ander Indisch heldendicht
en zou geschreven zijn rond 400 BC. Prins-Rama, een incarnatie
van de God
Vishnu, komt
naar voor als de ideale koning, de ideale broer en de ideale zoon.
Hij wordt 14 jaar verbannen
en wanneer zijn
vrouw Sita is ontvoerd, kan hij met de steun van het apenleger van Hanuman, de demonenkoning Ravana verslaan en zijn vrouw bevrijden.
In de hindoe-mythologie
wordt Brahma
beschouwd als
de oppergod die
samen met de meer populaire Vishnu
en Shiva de Trimurti vormen.
Vishnu manifesteert
zich vooral
onder verschillende
verschijningsvormen (avatars) zoals Rama en Krishna.
Heel populair is
Ganesh, de zoon
van Shiva en Parvati, die wordt voorgesteld als
een mens met een olifantenhoofd.
Hij werd gezien als de god van de wijsheid en het goede begin en aanbeden bij de start van een reis of een nieuwe onderneming.
Omstreeks 563 v.C. werd in Lumbini (het huidige Nepal) prins
Siddhartha Gautama geboren, de latere Boeddha.
Zijn leven vormt de achtergrond van talrijke boeddhistische leerstellingen
met als
ultiem doel het bereiken van de verlichting en het opgaan
in het
nirwana.
In de 12e eeuw veroverden
Muhammad Ghauri de
steden Lahore
en Delhi doch de Rajput-dynastieën
van Noord-India hadden zich nooit volledig overgegeven.
Boeddhistische kloosters
kregen het zo zwaar te verduren dat het boeddhisme vrijwel
geheel verdween
uit het land waar het
was geboren en
anderzijds zich
heeft gepositioneerd als een zeer invloedrijke
religie in
Zuidoost Azië, Tibet, China
en Japan.
Eén van de belangrijkste
Mughals (Mongoolse keizers) was Akbar (1556-1605) wiens
politiek van
religieuze verdraagzaamheid
hindoes en moslims
nader tot elkaar bracht.
Andere minderheidsgroepen
zijn de christenen en de Jaïnisten, een godsdienst
verwant aan
het boeddhisme
waarbij ieder
levend wezen
wordt beschouwd
als een onafhankelijke jiva (eeuwige
ziel) waarbij
de onsterfelijke
kern moet bevrijd worden
van materiële
deeltjes gegenereerd
door de werking van het karma.
Tenslotte zijn er nog de adivasi's of tribals, de oorspronkelijke bewoners
van India voordat de Ariërs binnenvielen, en die vooral wonen in
Madhya Pradesh, Chattisgarh, Jharkland, Odisha en
de noordoostelijke
staten.
Vaak hebben
ze meer gemeen
met de volkeren uit het oostelijk gelegen Myanmar dan
met bijvoorbeeld
de Indiërs uit het zuiden.
Ze worden door de hindoes op de laagste plaats van het kastestelsel
gedeponeerd en
zijn vaak het slachtoffer
van landonteigeningen
door de overheid zonder
dat ze hiervoor gecompenseerd
worden.
Zondag
15 januari
Zondagmorgen waren we verplicht
om weer aan te kloppen bij het meest klantonvriendelijk mannetje
ter wereld : de plaatselijke
baas van Jet Airways
bij wie we al twee dagen opeenvolgend vruchteloos
hadden geprobeerd om
het terugkeerproces
van onze bagage in gang te krijgen.
Zaterdag hadden
we 3/4 u gereden om speciaal bij zijn hokje te komen kloppen vermits hij telefonisch nog nooit bereikbaar
was.
Het kostte ons toen 1u om hem te laten zeggen dat hij twee mails ging schrijven : naar Londen en Delhi om te checken of onze bagage daar stond te slapen, dat hij dan een poging zou doen om ze te
dedouaneren (wat volgens hem niet zou lukken) en dat we als back-up oplossing onze bagage dan maar zelf in
Delhi moesten ophalen.
We hadden hem niet kunnen overtuigen
om zelf naar de Jet Airways desk van Delhi te bellen en hij schreef het telefoonnummer op
van Vimal voor verder nieuws met de overtuiging van Donald Trump die zich excuseert omdat hij een vrouw heeft lastig gevallen.
Met volle overgave hadden Bart en ik ons gestort op het parallelle circuit, eerst via onze reisorganisatie die een dossiernummer vroeg
van onze claim
wat we nooit hadden gekregen, daarna naar de website van Jet Airways waar we vastliepen op hetzelfde euvel tot we een infomailadres vonden van de luchtvaartmaatschappij waarop we nog eens alle nummers van
passen, visa, tags en boarding passes braakten.
Tracking met het bewuste nummer
liep vast en ook de bunch
telefoonnummers die we hadden gekregen,
bleven onverstoorbaar
bezet of in
automatic reply.
Toen zondagmorgen
geen enkele
van onze
retrieve-kanalen tot
iets tastbaars
had geleid, hadden we weinig tijd nodig om in te pakken en te vertrekken om een dag vroeger naar Delhi te gaan en zo
voldoende tijd te houden om in het labyrint van de grootste
Indische luchthaven onze bagage terug te vinden alvorens naar Kolkata af te reizen.
We hielden rekening met het horrorscenario dat
onze bagage
en wijzelf tussen Delhi en Varanasi zouden kruisen.
We werden hierin gerustgesteld door het Jet Airways mannetje
die beweerde nog geen reply te hebben gekregen op
zijn informatiemails
Hij wou ons wel 2
tickets voor de
Delhi verkopen maar op geen enkele wijze was
een compensatie
met onze oorspronkelijke tickets van de dag nadien bespreekbaar.
De foute informatie
die ons in Brussel werd gegeven kostte ons, los van de miserie, nog maar eens meer dan € 100 de man om nog te zwijgen van het hotel dat we die nacht in Delhi zouden moeten reserveren
Als bij mirakel kon Matthew toch het Jet Airways
kantoor van
Delhi aan de
telefoon krijgen
waar men doodleuk
beweerde dat
onze bagage
er inderdaad
stond maar nog door niemand was geclaimd…?
De motor van het systeem was duidelijk vastgelopen
of liever er
zat helemaal
geen motor in of liever er was duidelijk niemand
die ons probleem
wou oplossen.
In Delhi knuffelden we
onze valiezen en we trakteerden ons op een nachtje Radisson om de terugkeer van
onze verloren bagage te vieren.
Maandag
16 januari
De volgende dag, op weg
naar Kolkata, met de bagage reeds in onze handen, kregen we van Jet Airways
online een laconiek bericht dat ze meer informatie nodig hadden die nota bene in
onze mail, die eronder hing, was ingeplakt
Nog eens 4 dagen later
stuurden ze ons een dossiernummer dat ooit ergens een stille dood zal sterven…
"Wie gaat mijn erfenis overnemen?"
mijmerde Bart ’s avonds rechtover mij aan een clean plastieken
tafeltje, dat
de golven van roos-blauw-paarse neons zijn bovenblad liet strelen.
In het pseudo-trendy
noisy Kolkataanse restaurant stonden 3 TV-schermen die sexy Indiennes je
testosterone lieten ronddraaien afgewisseld met zeemzoete koppeltjes in een
romantische omstrengeling.
"Af" gebood
ik mijn prostaat en ik antwoordde Bart dat een goede erfgenaam voor hem vinden,
niet makkelijk zou zijn.
Misschien moest PAZ
verder gezet worden in het perspectief van een vernieuwde filosofie van ontwikkelingswerk, al dan niet samen met andere organisaties of netwerken?
"De meeste van onze projecten en dan denk ik vooral aan de Blindenschool
in Varanasi en de lagere school in
Lalgola, zijn
op termijn zeker selfsupporting
maar ik zie geen mogelijkheid om de Clinic Boat van de Sundarbans break even te krijgen ", antwoordde hij : "We zijn van plan een project op te zetten rond visserij maar ik betwijfel of dit voldoende spin-off zal genereren voor onze boot."
Bart glimlachte wat meewarig en gaf aan dat de infrastructuur op deze
eilanden hiervoor totaal ontoereikend was en dat men in het beste geval een boottochtje
kon organiseren.
"Inderdaad wel moeilijk om een sustainable
economisch model te bouwen", antwoordde
ik " maar ken je toevallig Kim Tan?"
Hij is de zoon van een
Chinese immigrant in Maleisië en de stichter van Springhill Biotech Ventures? Hij is tevens voorzitter
van het NCI Cancer Hospital in Maleisië en zit in de board van de Asia Pacific
Economic Cooperation (APEC).
Maar Tan is ook
medestichter van het Transformational Business Network (TBN), dat ondernemers
in ontwikkelingsgebieden ondersteunt door hen in contact te brengen met
mentors, resources en kapitaal met momenteel 60 businesses in 22 landen en ongeveer
22 miljoen $ investering.
Zo
vertelde Tan in een interview over zijn toilettenproject in de slums :
"Men
vond in een sloppenwijk hier en daar een artisanaal gemaakt toilet.
De
meeste mensen vergeten dat er ook in de slums een monetaire of vaak informele
economie bestaat waarin kleine ondernemers allerlei zaakjes kunnen ontwikkelen.
In
geval van de toilettencase, zetten ze een fabriek neer die in massaproductie
duizenden toiletten kon maken met als gevolg een “affordable price”.
Uiteraard
was er een initiële investering nodig en met de hulp van de artisanale toilettenbouwers,
konden ze voldoende capabele workforce recruteren voor de fabriek.
Uiteindelijk
resulteerde het project in een sterk verbeterde hygiëne in de slums en werkgelegenheid
voor een paar honderd mensen en eens op kruissnelheid, bleek het nog
winstgevend te zijn ook.
Naast de economische return on investment, was er ook een sociale, spirituele en ecologische meerwaarde was van
het project!"
“Rendabiliteit allemaal
goed en wel maar er is toch ook zoiets als solidariteit met de minder begoeden
zeker als ze ziek worden”, repliceerde Bart.
“Klopt, maar vergeet niet dat ook in ons land gezondheidszorg wel degelijk is ingebed in een
economisch model
waarbij de economische activiteit en vooral de export voldoende marge moeten genereren
om 10% van het BNP uit te geven aan gezondheidszorg.
Maar anderzijds zitten wij
wel in een solidair
systeem waarbij
achtergestelde groepen
mee kunnen genieten van de rendabiliteit
van grootverdieners
en lucratieve
bedrijven.”
“De sleutel ligt toch ook
grotendeels bij de overheid”, concludeerden we : ”met name de wijze waarop de gezondheidszorg is
georganiseerd,
en dit is altijd een emanatie van de politieke
en ideologische
constellatie van een maatschappij".
En het diepgewortelde
kasten systeem zal
niet helpen
om de gapende kloof
tussen arm en rijk hier te overbruggen.
De slaapkamer van het
hotel in Kolkata situeerde zich ongeveer halverwege tussen
de britsen van het convent in
Varanasi en de
businesssuite in
de Radisson in Delhi.
De prijzen hadden dezelfde kurve gevolgd: niets in Varanasi (had ik me ook niet kunnen voorstellen om daar iets voor te betalen), € 150 per nacht inclusief ontbijt in Delhi en bijna 3500 roepi of € 42 hier in Kolkata, volledig ten laste genomen door de WBVHA of de West Bengalen Voluntary Health Association.
De prijzen hadden dezelfde kurve gevolgd: niets in Varanasi (had ik me ook niet kunnen voorstellen om daar iets voor te betalen), € 150 per nacht inclusief ontbijt in Delhi en bijna 3500 roepi of € 42 hier in Kolkata, volledig ten laste genomen door de WBVHA of de West Bengalen Voluntary Health Association.
Met
dank aan :
-Insight
Guide India
-Bart Massart, mijn co-fotograaf en reisgezel
-Bart Massart, mijn co-fotograaf en reisgezel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten