Geweld tegen Rohingya –
Amerikaanse diplomaat stapt op uit internationaal panel van Aung San Suu Kyi
De Amerikaanse
diplomaat Bill Richardson heeft ontslag genomen uit een Myanmarese adviesraad
over de Rohingya-crisis. In een verklaring zegt hij vandaag dat hij geen lid
kan blijven van een raad die zal uitdraaien op een “cheerleadersgroep voor het
regeringsbeleid”. Richardson is de voormalige gouverneur van New Mexico en ook
een voormalig VN-ambassadeur voor de Verenigde Staten. Hij stapt uit de raad op
het moment dat het tienkoppige panel een eerste bezoek bracht aan de staat
Rakhine, van waaruit bijna 700.000 Rohynga’s de afgelopen maanden op de vlucht
sloegen. “De voornaamste reden dat ik opstap is omdat de adviesraad een
dekmantel is”, zei hij in een interview aan Reuters.
In zijn verklaring
verwijt Richardson Aung San Suu Kyi, die de facto aan het hoofd van de
Myanmarese regering staat, een gebrek aan “moreel leiderschap”. Hij stelt
vooral verontrust te zijn door haar kritiek op de Verenigde Naties, de media en
mensenrechtengroepen. Ook was hij erg geschrokken van Suu Kyi’s “woedende
reactie” toen hij bij haar de opsluiting van twee Reuters-verslaggevers
aankaartte, die beschuldigd worden van het overtreden van de de draconische
geheimhoudingswet van het land. De zaak veroorzaakte internationale
verontwaardiging en wordt gezien als een aanval op persvrijheid.
Richardsons vertrek
uit het bestuur is een nieuwe klap voor de geloofwaardigheid van Suu Kyi’s burgerregering,
die internationaal al bekritiseerd werd voor haar aanpak van de
Rohingya-crisis.
De adviesraad bestaat
naast Richardson nog uit vier andere internationale leden. Ze werd vorige maand
opgericht om te helpen bij de implementatie van de aanbevelingen voor de staat
Rakhine die een commissie eerder deed.
Citaat
uit Metro 25/1/2018
Het ontslag van de Amerikaanse diplomaat
uit het internationaal panel was een zoveelste teken van felle afkeuring van de
"democratische wereld" waardoor Myanmar opnieuw dreigde geïsoleerd te
raken met Aung San Suu Kyi als kop van jut.
"Verwacht niet van mij dat ik
zomaar in één keer alle problemen van het land kan oplossen", had ze bij
haar aantreden in het parlement gezegd maar behalve de militairen had heel de
wereld haar uitgeroepen als grote verlosser.
Misschien had ze dit in een
Icarus-momentje ook wel geloofd maar nu bleek het precies haar grenzeloos
charisma te zijn dat haar de das omdeed.
Was
ze niet de hemel in geprezen geweest, dan had men van haar een
pragmatische houding tegenover de Rohynga-kwestie kunnen tolereren maar niet
van een halve godin, een tweede Gandhi of Mandela, die op haar eentje een
verscheurd land moeiteloos kon binnenloodsen in de democratie.
Ze vluchtte Yangon uit in de richting
van de Golf van Martaban tot in Tanlyin dat tot midden van de 18e eeuw onder de
naam Syriam de grootste haven van Neder-Birma was geweest.
In 1596 had de koning van Arakan de stad
veroverd en een douanepost gesticht die hij in handen had gegeven van zijn
Portugese bondgenoot Philippe de Brito.
Deze was zijn carrière als scheepsjongen
begonnen en later in dienst getreden van koning Razagyi van Arakan.
De Brito riep het stadje uit tot een zelfstandige
staat en in 1603 benoemde hij zichzelf met steun van de Portugese onderkoning
in Goa tot koning van Neder-Birma.
Door zijn fanatiek optreden was De Brito
in conflict gekomen met de Birmezen, zeker toen hij de bevolking met geweld het
christendom probeerde op te dringen door het plunderen van pagoden en het
vernielen van relikwieën.
In 1613 namen ze hem gevangen en als
straf voor zijn heiligschennis werd hij op een paal gespietst waaraan hij drie
dagen later stierf.
In 1756 maakte koning Alaungpaya Tanlyin
met de grond gelijk waarna de functie van de havenstad werd overgenomen door
Yangon.
Het stadje telde nu ongeveer 30.000
inwoners die werkten in de olieraffinaderij, de bierbrouwerij en de rijstbouw.
Aung San Suu Kyi liet zich met een
roeibootje oversteken naar de Kyauktan-pagode, gelegen op een klein eiland in
een zijrivier van de Yangon.
Blootsvoets slalomde ze tussen de
tientallen boeddha's door en ze hield verschrikt halt bij een schilderij met
afbeeldingen van de hel.
Siddhartha
schrok hevig. Dus zo was het met hem gesteld, zo verloren was hij, zo verdwaasd
en van alles wat hij wist verlaten, dat hij de dood had kunnen zoeken, dat die
wens, die kinderwens in hem had kunnen opkomen: rust te vinden door zijn
lichaam te doden! Wat alle kwelling van de laatste tijd, alle ontgoocheling,
alle vertwijfeling niet had bewerkstelligd, bewerkstelligde dit ogenblik toen
het Om in zijn bewustzijn binnendrong: hij besefte in welke ellende en
verwarring hij verkeerde.
“Om!”
zei hij bij zichzelf : “Om!” En wist het Brahman weer, wist dat het leven
onverwoestbaar was, wist al het goddelijke weer dat hij vergeten was.
Het eiland zou ooit bewoond geweest zijn
door een boeddhistische kluizenaar die de verlichting had bereikt.
Zijn beeltenis rechts van de hoofdtempel
vertelde Suu Kyi dat haar compromis-gedraai een oncontroleerbaar gedrocht was
geworden en dat ze een tuimeling begonnen was in de richting van het schilderij
dat ze net had gezien.
De Nobelprijswinnares sidderde, ze
plooide zich plat ter aarde voor de Boeddha en verzonk urenlang in meditatie.
Ze probeerde
haar geest leeg te maken en haar spiraal van negatieve gedachten te
laten rondtollen
tot in de diepste hoekjes van haar lichaam zodat ze getransformeerd werden tot
fysieke gewaarwordingen die langzamerhand afnamen in intensiteit en uitdeinden op het ritme van haar ademhaling.
Ze vergat de mensen
rondom zich
die gelukkig ook vergaten dat het Aung San Su
Kyi was die zich plat op de grond geworpen had
voor Boeddha omdat
ze incognito en enigszins vermomd op het eiland was aangespoeld.
Toen ze
teruggekeerd was
vanuit de planeet van haar diepste zelf, werden haar zinnen overspoeld door
de vormen en de kleuren van het paleisje en
de beelden, de geur van de vissen die door toeristen werden gevoederd,
de rook van wierrookstafjes en het hypnotisch geprevel van Boeddhistische pelgrims.
Ze werd
overspoeld door
een soort van bodemloze opluchting, vermengd
met een trieste melancholie
alsof er iets onherstelbaar
was afgesloten.
Opschrikkend
uit die droom voelde hij zich omhuld door diepe droefheid. Waardeloos naar het
hem voorkwam, waardeloos en zinloos had hij zijn leven maar wat geleefd; niets
levends, niets wat enigszins kostbaar was of waard om te behouden, had hij nog
in handen. Hij stond alleen en leeg als een schipbreukeling op de oever.
Somber
begaf Siddhartha zich naar een lusthof die van hem was, sloot de poort af, ging
onder een mangoboom zitten, voelde de dood in zijn hart en het ijzen in zijn
borst, en merkte zittend hoe het in hem stierf, in hem verlepte, in hem ten
einde liep.
Dit
spel heette samsara, een spel voor kinderen, een spel, misschien een lieflijk
spel om te spelen, een, twee, tien keer - maar altijd en altijd maar weer? Toen
wist Siddhartha dat het spel ten einde was, dat hij het niet meer kon spelen.
Er ging een huivering door zijn lichaam, er was in zijn innerlijk, naar hij
voelde, iets gestorven.
Ze wist dat haar blikveld onomkeerbaar
was gedraaid, ze wist dat ze haar partijgenoten, al haar vrienden zou
verliezen, maar toch was het alsof dit zwart, deze yin
in datzelfde moment was getransformeerd in
een yang van hoop, strijdlust en een onverwoestbare
zelfzekerheid.
Een
mens zag ik, dacht Siddhartha, de enige voor wie ik mijn ogen neer moest slaan.
Voor geen ander meer wil ik mijn ogen neerslaan, voor niemand meer. Geen leer
zal me nog verleiden, omdat de leer van deze mens me niet heeft verleid.
Beroofd heeft de Boeddha me, dacht Siddhartha, beroofd heeft hij me, maar nog
meer heeft hij me gegeven. Beroofd heeft hij me van mijn vriend. Maar gegeven
heeft hij me Siddhartha, mezelf.
Toen ze bij de terugkeer naar haar
geboortestad de Yangon-indicatie voorbijreed waar nog steeds Rangoon op haar
netvlies was gedrukt, scheen haar nijdigheid om deze naamsverandering die de
militairen in ‘89 hadden doorgevoerd, afgevlakt en nauwelijks nog relevant.
Men had ook de naam Birma gesupprimeerd,
zogezegd omdat het een koloniale vondst was die ten onrechte de indruk kon
wekken dat de bevolking alleen maar uit Birmanen zou bestaan.
Ze had het altijd cynisch gevonden dat
de militaire machthebbers pretendeerden hiermee een hand uit te steken naar de
etnische minderheden zoals de Shan, de Karen en de Rohingya terwijl ze in feite
handelden als een fascistische Birmaanse dictatuur die elk verzet, of het nu
etnisch, religieus of ideologisch was, gewelddadig de kop had ingedrukt.
De stad leek op een thuishaven waar men
zich kon koesteren in het nieuwsgierig opnemen van een amalgaam van gebouwen,
beelden, gezichten, houdingen en poses van duizenden mensen.
Ze haastte zich naar de Schwedagon
Pagode in Yangon waar ze op 26 augustus 1988 haar eerste legendarische
politieke speech had gegeven.
Volgens de
overlevering dateert de pagode uit 480 v.C. toen de broers en kooplieden
Tapussa en Bhallika vanuit India terugkeerden in hun vaderland, het Mon
koninkrijk Okkala.
Ze hadden
8 haren van Boeddha bij zich die ze tijdens een ontmoeting met de Verlichte
hadden gekregen.
De koning
besloot de haren te bewaren op de heuvel van Singuttara waar zich al relikwieën
van drie vroegere Boeddha’s bevonden.
Men
bouwde hiervoor een stoepa met een hoogte van 9 meter die zich in verwaarloosde
staat bevond toen de legendarische Indiase keizer Asoka hem bezocht.
Hij liet
de overgroeide pagode restaureren wat de aftrap betekende voor een hele reeks
vorsten om in de komende eeuwen hetzelfde te doen.
Koningin
Shin Sawbu verhoogde de stoepa in 1469 tot 90 meter en schonk haar gewicht in goud
(40 kg.) om het bouwwerk te vergulden.
In de 17de
eeuw werd de pagode herhaaldelijk beschadigd door aardbevingen maar ze werd
telkens weer opgebouwd.
Na de
aardbeving van 1768 gaf koning Hsinbyushin de Schwedagon de huidige hoogte en
vorm.
Van 1852
tot 1929 stonden de strategisch gelegen heuvel en pagode onder Brits militair
gezag. In 1931 veroorzaakte een felle brand grote schade maar ook die werd
hersteld.
Overdekte
trappen op de vier windrichtingen leidden naar het platform op de top van de 58
meter hoge heuvel.
In het
midden stond de massief vergulde stoepa omringd door een hele reeks van tempels
en kleinere stoepa’s.
Ter
hoogte van de verschillende windstreken waren telkens 2 planetaire posten
gesitueerd die correspondeerden met een dag in de week, een planeet en een
dier. Gemakkelijkheidshalve had men woensdag in twee gekapt om zo aan 8 dagen
te komen.
In
functie van hun eigen geboortedag, kwamen boeddhistische gelovigen hulde
brengen aan hun planetaire post door water te gieten over het Boeddhabeeld.
Aung San
Suu Kyi had zich verlost van haar vermomming en stapte vastberaden de
Schwedagon Pagode binnen.
De
boeddhistische gezangen verstomden en de icoon
van het Birmese volk werd aangekondigd door de luidsprekers als ware het
de beroemdste stoepa van het land zelf die het woord richtte tot de bevolking
van Myanmar.
“Mensen van
dit land, ik wil graag op deze heilige plaats het woord tot u richten.
Ik spreek
tot u niet als de dochter van Aung San die ik als kind nooit heb gekend maar voor
wie ik een grenzeloze achting heb, niet als vooraanstaande politica van de NLD
hoewel ik apprecieer dat voor het eerst sinds decennia min of meer vrije
verkiezingen zijn georganiseerd en de stem van het volk wordt gehoord, ik
spreek ook niet als een volgeling van Boeddha hoewel zijn leer mijn verstand,
mijn geweten en de zin van mijn leven heeft gevormd, niet als Birmese hoewel het
bloed van dit volk letterlijk door mijn aderen stroomt en mij heeft gemaakt tot
wie ik vandaag ben.
Mijn
boodschap is er één van hoop nu dit land na een donkere periode de intentie
lijkt te hebben om te treden uit haar isolement, haar grenzen open te stellen voor
nieuwe ideeën en mensen uit andere continenten en bereid schijnt te zijn om
meer respect op te brengen voor ieders mening, overtuiging en afkomst.
Maar mijn
boodschap is er ook één van ontgoocheling en droefenis omdat wij er niet in
slagen op een vreedzame manier samen te leven met alle mensen van ons land
ongeacht hun afkomst of overtuiging.
Ik heb
mij vandaag in Yele Paya op de grond geworpen voor Boeddha, onze universele
leermeester, en hem gevraagd mij inzicht en wijsheid te verschaffen over welke
weg wij, inwoners van dit land, moeten gaan om ons collectief karma op te tillen.
Siddharta Gautama heeft tot mij gesproken over de grenzeloze verdraagzaamheid
die in zijn leer is opgenomen, het respect voor elk levend wezen en diens
overtuiging, het streven naar universele vrede langs de weg van het midden.
Hij heeft
mij geopenbaard dat de god van de joden, de christenen, de moslims, de
hindoegoden en de nats opgenomen zijn in één stroom van positieve energie,
strevend naar eeuwigdurende vrede en geluk voor alle mensen van deze aarde en
dat hun leer, hoe verschillend ook op het eerste gezicht, ernaar streeft om het
goede in de mens te laten ontwikkelen en rijpen en op die manier verlossing te
krijgen van geweld, ziekte en dood.
Ik breng
u een boodschap van vrede en verdraagzaamheid, mijn liefste landgenoten, ik wil
samen met jullie bouwen aan een huis met de fundamenten van wat Boeddha ons
heeft geleerd, een huis waar iedereen welkom is, iedereen wordt gerespecteerd ongeacht
ras, religie of overtuiging, ook onze broeders in het oosten en het zuiden en
onze moslimbroeders aan de westkust die in de loop van de laatste maanden
massaal gevlucht zijn naar ons buurland Bangladesh.
Het is
precies hier op de heiligste plaats van Myanmar dat ik jullie vraag om samen
met mij de weg te gaan van de verzoening, het herstel van het respect en het
vreedzaam samenleven met alle mensen van dit land.
Ik weet
dat wat ik vraag, niet eenvoudig is, ik weet dat de pijn uit het verleden niet
zo maar kan worden weggewist, ik weet dat deze weg de moeilijkste is maar ook
de enige met een toekomst voor dit land.
Ik
vertrouw op Boeddha, ik vertrouw in jullie geloof in Boeddha, ik vertrouw in
jullie.”
Het was
muisstil op het terras, even geladen stil als de stoepa die met zijn blinkend
goud de woorden van Aung San Suu Kyi scheen te vergulden en op te nemen in zijn
eeuwige glans.
Na een
tiental seconden baande een voorzichtig applaus zich een weg door de menigte
maar hoe luider en collectiever het klonk, hoe meer het een tegenbeweging
opzweepte van gemor, protest en afkeuring.
Het was
alsof de verdeelde krachten in het land van de duizenden pagoden, zich hier in
het heilige der heilige aan het meten waren en de richting en het lot zouden
beslechten waar het met Myanmar naartoe moest gaan.
Omdat
altijd het protest luider klinkt dan goedkeuring en steun, haalden de
oorlogszuchtige nats langzamerhand de bovenhand.
Afkeurend
gemompel werd boe-geroep, geschreeuw en luid gejoel tot de koningin van Myanmar
van haar troon werd gestoten en ijlings moest afdruipen om niet gemolesteerd te
worden.
Misschien
had ze gehoopt dat haar afkomst, uitstraling en redenaarstalent voldoende waren
geweest om het tij te doen keren maar van in den beginne, op de grond liggend in
de tempel van Thanlyin, had ze met dit scenario rekening gehouden.
Ook met
het feit dat de militaire regering hierin de barst zou vinden in haar
grenzeloze populariteit en dit als excuus zou gebruiken om haar op te pakken.
Ze was
niet zo naïef geweest om te denken dat door deze koerswijziging de
internationale gemeenschap haar uit de penarie zou halen en ze wist voor
zichzelf dat het zeker niet de wat brutale demarche was geweest van een
Amerikaan die haar had gedreven tot deze stellingname.
Er zouden
lovende artikels kunnen komen in Westerse kranten omdat die het altijd fijn
vinden dat er wat weerstand komt tegen communistisch of nationalistisch geïnspireerde
regimes en omdat men zich langzamerhand verveeld was beginnen voelen omdat men
de Nobelprijs had toegekend aan de leider van een land waarin een halve
genocide aan de gang was.
Ze wachtte
gelaten op haar vonnis.
Ze werd
door de militairen direct in de gevangenis gegooid zogezegd om haar te
beschermen tegen de woedende volksmassa terwijl er achter de schermen een druk
diplomatiek overleg ontstond tussen de regering van Myanmar, de Boeddhisten en de
belangrijkste wereldmachten.
Elkeen
had zijn eigen agenda maar niemand wou het broze evenwicht verstoren dat was
ontstaan tussen de Westerse wereld, de Birmese regering en de boeddhistische
monniken.
Na een intensieve
onderhandeling kwam er een compromis uit de bus : Aung San Suu Kyi zou in
huisarrest worden geplaatst (eis van de militairen) maar dan wel op een boot
die een tocht zou maken op de Ayeyarwady-rivier vanaf Mingun langs alle heilige
steden tot in Bagan.
De
religieuzen meenden dat dit parcours Aung San Suu Kyi de boeddhistische
tradities in herinnering zou brengen en haar verlossen van haar sympathie voor
de moslims.
Het
protest hiertegen van de Westerse mogendheden was uiteindelijk gereduceerd en gekristalliseerd in hun eis om een
onafhankelijke journalist mee te sturen die het relaas zou optekenen van deze vaart
van bezinning (of hersenspoeling?).
Aung San
Suu Kyi werd overgevlogen naar Mandalay en gedropt op de Paukan, een
cruiseschip dat voor de gelegenheid tot privégevangenis was omgedoopt.
Voor de militairen was de speech van Aung San Suu Kyi een geschenk uit de hemel geweest en precies
daarom had ze haar statement zo lang uitgesteld.
Vlak
na de Tweede Wereldoorlog was haar vader, Aung San, de
leider geweest
van de eerste voorlopige
regering op
weg naar onafhankelijkheid.
Op
de conferentie van London gaf de Britse premier
Atlee niet zonder
tegenzin zijn
akkoord dat er verkiezingen zouden komen voor het oprichten van een grondwetgevende
vergadering en onafhankelijkheid
binnen het jaar.
Op 17 juli 1947 werd
Aung San vermoord door een groep paramilitairen en zijn partijgenoot U Nu werd de eerste premier
van de onafhankelijke Unie
van Birma.
Reeds van bij het begin werd hij
geconfronteerd met etnische
opstanden vooral
vanwege de Karen en de Mo.
Daarnaast moest
het nieuwe bewind machteloos
toezien hoe Chinese éénheden van de Kuomintang
de grens overstaken met
Birma en er een de
lucratieve handel
opzetten in
opium en heroïne.
Door
het instorten
van de rijstexport en kostbare militaire
campagnes tegen
de rebellen,
stond het land
op de rand van het faillissement.
Toen
er binnen de Liga interne conflicten ontstonden, vroeg
U Nu aan de bevelhebber
van de strijdkrachten,
generaal Ne Win, om tot aan de verkiezingen
een interim-regering
te vormen.
Aanvankelijk was dit een succes en U Nu nam opnieuw over in februari 60 na een glansrijke
verkiezingsoverwinning doch toen het land niet uit het slop geraakte,
pleegde Ne Win -dit
keer zonder
verzoek van
de politici-
een militaire staatsgreep die
een einde maakte aan 14 jaar democratie.
Het
was de start van een communistisch
regime maar
vooral van een totalitaire
staat die de economie en de politieke overtuiging
van de mensen Orwelliaans
controleerde.
Vanaf
1974 waren
er stakingen
en studentendemonstraties
vooral gericht
tegen de desastreuze economische
politiek van
het regime.
In
1988 schoot
het leger enkele studenten
dood naar
aanleiding van een incident in een koffiehuis wat leidde tot
een golf van demonstraties.
Dokwerkers
in de haven van
Yangon legden het
werk neer en studenten gingen samen met scholieren, arbeiders
en monniken
de straat op
waar ze wel verwelkomd
door legers
die het vuur openden op de weerloze massa.
De
bloedige onderdrukking
van de volksopstand hadden
Aung San Suu Kyi in de voetsporen van haar vader gezet en vanuit de nieuw opgerichte partij
NLD (Nationale
Liga voor Democratie) voerde ze intensief campagne
en niet zonder succes
want haar partij
haalde 82% van de stemmen.
Omwille
van haar groeiende
populariteit had de SLORC haar al voordien in juli 89 onder huisarrest
geplaatst en
ook na de verkiezingen
weigerden ze
de macht over te dragen aan
de winnaars.
In
de jaren erop werden honderden medewerkers
van de oppositie gevangen
gezet en gemarteld tot
in april
1992 enige verlichting
optrad na het
aftreden van
Saw Maung die vervangen
werd door
Tan Shwe.
Intussen had Aun San Suu Kyi in oktober 1991
voor haar geweldloze strijd de Nobelprijs voor de vrede gekregen.
Haar huisarrest had geleid tot een golf
van internationale protesten en had een normalisering van de betrekkingen met
het buitenland in de weg gestaan.
In september 2000 werd ze opnieuw onder
huisarrest geplaatst en deze straf werd jaarlijks verlengd en dit tot november
2010.
De Nationale
conferentie die
een nieuwe grondwet moest
voorbereiden, kwam in 1993 voor het eerst bijeen.
In de jaren daaropvolgend hield men de inlanders en kritische buitenlandse
mogendheden aan
de praat met beloftes over democratie
en men probeerde Suu Kyi
door huisarrest,
isolatie en
een brutaal
repressieve vervolging
van haar medewerkers uit
het politieke
toneel te elimineren.
Even Orwelliaans
was het opkloppen van externe vijanden, in het binnenland de
etnische minderheden
die een gewapende strijd
voerden met
de regering
en in het buitenland de
westerse mogendheden
die zich
ongepast moeiden
met de autonomie van het land.
De opmaak van een nieuwe grondwet werd een processie van Echternach met als constante dat het leger in elke constructie
een gegarandeerd
aantal zetels
moest krijgen
en dat de toekomstige president niet getrouwd mocht zijn geweest met een buitenlander, een maatregel om Aung San Suu Kyi buitenspel te
zetten.
In parallel
werden een aantal
-soms fictieve, soms echte- zuiveringen uitgevoerd aan de militaire top waarbij onder andere in
maart 2002
Ne Win onder huisarrest
werd geplaatst
en een deel van zijn familie ter dood veroordeeld.
Eveneens
parallel was er
de strijd van
de militairen
tegen de etnische verzetsgroepen
met een staakt-het-vuren in
‘94 behalve met de Karen wiens hoofdkwartier een jaar later werd ingenomen.
Eveneens
parallel was het bijna permanent huisarrest
van Aung San Su Kyi waarbij de top van haar partij NLD
(Nationale Liga voor Democratie) ofwel gevangen zat ofwel negotieerde
met het leger over participatie aan
de grondwetgevende
vergadering en
verkiezingen.
Uiteindelijk stemden
ze in om in 2011 deel te nemen aan de verkiezingen en Suu Kyi werd verkozen in het parlement.
Ook in 2015
haalden ze een overwinning en sinds 6 april 2016
is Aung San Su Kyi de Adviseur van Staat
van Myanmar, een functie die gelijk staat aan die van
minister-president en derhalve het hoofd van de regering.
Eveneens
parallel maakte Minister van Informatie Kyau
Hsandie op 7 november 2005 bekend
dat de regering was begonnen met het verplaatsen
van het bestuurlijk apparaat
van Yangon van de nieuwe stad
Naypyidaw in het zuiden van de divisie Mandaley.
Officieel kon men de nieuwe locatie gemakkelijker bereiken
vanuit de verschillende delen
van het land maar het zou wel eens kunnen dat de dichtere nabijheid
van opstandige volkeren
zoals de Karen, de Shan en de Chin de echte beweegreden
was.
Het cruiseschip
de Paukan voerde Aung San Suu Kyi naar Mingun, een dorpje
op de Westoever van de Ayeyarwady,11 km
ten noorden van Mandalay en alleen
per boot bereikbaar.
"La dame" zoals
ze door de bevolking werd genoemd, kuierde samen met de journalist en begeleid door een ploegje roodgekapte
soldaten, de steegjes binnen.
Ze
passeerden een bejaardentehuis
dat redelijk uniek was in
Myanmar en een privé ambulant centrum waar een arts, die hier geboren
was, samen met
zijn vrouw de eerstelijnsgeneeskunde
van de regio zich nam.
De
huizen waren gebouwd op palen als defensie tegen de moesson met centraal een zithoek-eetplaats-keuken
met houtskoolvuurtjes
en elektriciteit
om televisie
en een aantal
kleine elektrische
apparaten te
kunnen aansluiten.
“Niet zo heel goed", klonk het
oprecht : “Het lijkt
me alsof de scherpe lijnen tussen
militairen en onze partij en tussen boeddhisten en
moslims hier
opgaan in de kommer om in het dagelijks levensonderhoud
te kunnen voorzien.”
Sneller dan
verwacht kwamen
de geesten van religie en politiek haar weer
embeteren toen plots de Mingun-pagode als een gekraakt en afgepeigerd reuzemonument voor
hen verscheen.
Suu Kyi vertelde
dat de constructie was
begonnen in 1790
onder het koningschap van
Bodawpaya die het
grootste boeddhistische
heiligdom op aarde wou bouwen.
Er
waren 20.000
slaven uit
Arakan ingezet
maar toen in 1813 de schatkist zijn bodem verloren had, werd de bouw stopgezet
of was het omwille
van de profetie
dat de koning zou sterven op de dag dat de stoepa klaar zou zijn.
Bodawpaya was een meedogenloze vorst die
zijn machtspositie had veilig gesteld door al zijn rivalen te vermoorden.
In 1753 had Alaungpaya, de eerste vorst van de
Konbaung-dynastie, de hoofdstad Ava veroverd op de Mon en nadien ook al hun andere gebieden inclusief
Dagon in de delta van de rivier de
Ayeyarwady.
Geen goede naamkeuze
zo bleek want twee jaar later namen de
Birmanen Bago in, moordden de bevolking uit en maakten de stad met de grond gelijk.
Zijn
zoon Hsinbyhusin
zette het werk van zijn vader voort en veroverde in een oorlog tegen Siam, hun hoofdstad
Ayutthaya.
In 1784 veroverde Bodawpaya het koninkrijk
Arakan, de huidige deelstaat Rakhine.
Dit bracht
-toen al-
een vluchtelingenstroom op gang naar het door de Britten beheerste
Bengalen, het huidige Bangladesh.
Onder
zijn opvolger Bagyidaw namen de conflicten met de Britten in alle hevigheid toe
wat leidde tot de Anglo-Birmese oorlogen waardoor uiteindelijk in 1886 Birma
een provincie werd van Brits-Indië.
Op het
einde hun wandeling werden
Suu Kyi en de journalist
vanuit de stoffige straatjes verblind
door een
kalkwitte reuzetempel.
"De Hsinbyume-pagode (of
Myatheindan) stelt
de Sulemanni
pagode voor
op de heilige berg
Neru", vertelde
Suu Kyi : “Een jaar
na de dood van
Bagyidaw in 38
liep ze zware
schade op en werd
in 1874
gerestaureerd.”
"Kan je je levenswerk vergelijken
met de Mingun-pagode, bouwvallig en nooit afgewerkt
omwille van te grote ambities of met de
Myatheindan die door
een aardbeving
op zijn grondvesten daverde
en een generatie
later werd hersteld en die ook vandaag
de uitstraling
pretendeert van de
heilige berg
Neru? "
"Mijn werk is zeker niet af, op verre na niet, maar of ik in deze situatie ben terechtgekomen
door hoogmoed
of onrealistische
ambitie durf
ik betwijfelen.
Mijn ego is een eerste keer gebroken in
het verzet tegen de militairen 30 jaar geleden en een tweede keer vorige week
toen ik mijn positie op het spel zette door op te komen voor de Rohynga’s.
Nee,
er was iets anders in hem gestorven, iets wat allang naar sterven had verlangd.
Was dat het niet wat hij in zijn vurige jaren als boeteling had willen
uitbannen? Was het niet zijn eigen ik, zijn kleine bange trotse ik waarmee hij
zoveel jaren had gestreden, dat hem altijd weer had overwonnen, dat na elk
uitbannen weer terug was, vreugde verbood, angst ondervond? Was het niet zijn
ik dat vandaag, hier in het woud aan de lieflijke rivier eindelijk de dood had
gevonden?
Ik denk en ik hoop niet dat 30 jaar strijd, ontbering en eenzaam verdriet
door de aardverschuiving van
enkele dagen
geleden zijn
weggespoeld.
Indeed,
misschien is
het aan een volgende generatie om de breuklijnen
in de
Birmese maatschappij te herstellen net zoals ik geprobeerd
heb om het werk
van mijn vader verder
te zetten."
Met dank aan :
-Herman Hesse, Siddhartha
-Dominicus-gids Birma
-gebundelde artikels Knack-cruises
-Etienne Hauttekeete die ons in zijn conferenties veel leerde over Myanmar en het Boeddhisme
-Geert voor de coördinatie en het boordjournaal en onze lokale gidsen van wie ik veel heb geleerd
-Dominicus-gids Birma
-gebundelde artikels Knack-cruises
-Etienne Hauttekeete die ons in zijn conferenties veel leerde over Myanmar en het Boeddhisme
-Geert voor de coördinatie en het boordjournaal en onze lokale gidsen van wie ik veel heb geleerd
-mijn mede-Myanmar-reizigers omwille van de prachtige trip tesamen
-Lut voor het omzetten van woorden in tekst
-Lut voor het omzetten van woorden in tekst
Geen opmerkingen:
Een reactie posten