maandag 27 juli 2015

Een zwerfkei in Friesland

"Ik ben op zoek naar de zwerfkei.", zei de eenzame fietser tegen Peter Stuyvesant in Wolvega.
"Maar meneer toch, een kei kan niet zwerven. Een kei blijft liggen waar hij ligt.
Ik heb gezworven en nog wel in tijden dat er geen vliegtuigen waren en dat een lange bootreis een risicovolle onderneming was.



In het begin van de jaren 1630 was ik in dienst bij de West-Indische Compagnie.
Ik voerde het bevel over de zogenaamde ABC-eilanden : Aruba, Bonaire en Curaçao en in 1645 werd ik gouverneur van Nieuw Amsterdam dat de Engelsen mij in 1664 afpakten om er New York van te maken.
Ik heb gezworven, meneer, ook al was het met een houten been.
ik heb Nederland groot gemaakt, keigroot, meneer" waarmee hij de fietser subtiel uitlachte.

Misschien kon de ooievaar hem iets vertellen.
Hij stond samen met zijn wijfje op een hoog staketsel rond te turen over de Rottige Meente, een natuurreservaat ten zuiden van Heerenveen.



Misschien had zijn blik de kei al gecapteerd, was hij er naar toe gevlogen, had hij er met zijn lange steltpoten reeds opgestaan.
“Ik weet alles van keien meneer", zei de ooievaar: “ik ken de hele keientaxonomie van Europa tot in Afrika.
Kikkers proberen zich achter zo’n harde bolle steen te verstoppen maar mijn snavel is keischerp om hen er van tussen te frutselen en op te peuzelen, meneer.
Rond 1980 was ik bijna uitgeroeid in deze contreien maar dank zij een intensief fokprogramma, zijn we weer aan het broeden geslagen in Noord-Nederland.
Onze grootouders overwinterden in Zuid-Afrika maar tegenwoordig vliegen we via Spanje naar West-Afrika als het hier te koud wordt.
Jouw zwerfkei is een grap. Keien blijven liggen waar ze zijn. Enkels vogels zwerven de wereld rond."

De eenzame fietser doolde verder tussen de kanalen, de meren en het veen en ook de schapen die hij tegen kwam, mekkerden hem een beetje uit.



In Ossenzijl moest hij wachten voor de brug die in erectie was geplaatst om een kudde plezierjachten door te laten.




In de post-orgastische fase waren het de boten die moesten wachten en hij maakte van de gelegenheid gebruik om enkele schippers te vragen waar de zwerfkei zich bevond.



Sommigen hadden er al van gehoord en dachten dat het een meteoriet was die ooit in Friesland was binnen getuimeld.
Anderen meenden dat hij aangespoeld was samen met de Noormannen toen die in de negende en tiende eeuw Friesland molesteerden.
“Wij zijn de zwervers van het Noorden, meneer", zegden ze in koor. "Wij kennen onze weg langs de meren en de kanalen en het grote IJsselmeer.
En als de winter het water in onze kanalen verstijft, trekken we onze schaatsen aan voor de Elfstedentocht, het grootste sportevenement van het universum.
Keien dienen alleen om onze oevers te versterken. En daar moeten ze blijven liggen, stil en onbeweeglijk.”

De fietser vervolgde zijn tocht noordwaarts via Heerenveen naar  Akkrum, Terherne en Oudehaske.


Hij stopte in de dorpen en vroeg de huizen waar hij de zwerfkei kon vinden.
Zijn vraag sloeg hen met verstomming.
"Waarom ga je op zoek naar keien? Die liggen toch in massa's in rivieren en de zee. Kijk naar ons gesteente, hoe mooi en elegant we zijn gebouwd.
Kijk naar ons Friese dakjes, vierkant, driehoekig of trapezoïd zoiets als een elegante hoed voor karaktervolle stulpjes neergeplant in immer keurige tuintjes van Friese makelij.





Wij zijn de stenen trots van Noord-Nederland, wij zijn de passie, de trooster en de veilige thuishaven van de Fries.
Nee meneer, wij zwerven niet, wij zijn van steen en daarom onverwoestbaar, duurzaam en stabiel.
Zo heeft men ons gemaakt en zo zullen wij blijven als het moet voor meer dan 100 jaar."

“100 jaar”, lachte Huize Oranjewoud even verderop : “Ik ben gebouwd op de fundamenten van een oud lustslot dat in 1805 werd afgebroken.
Bewonder mijn neoclassicistische zuilenportiek met mijn drie deuren en vier Ionische zuiltjes.



Vroeger waren mijn bewoners afkomstig van een tak van de Oranjedynastie, later de familie De Blocq van Scheltinga en tegenwoordig is Friesland Bank mijn baas.
Ik ben niet alleen onverwoestbaar in de tijd, ik ben ook mooi en rijk.
Mijn gesteente is van een ander niveau, begrijpt u?”

De raaptepper van Katlijk keek nauwelijks op toen de fietser hem vroeg naar de zwerfkei.
“Keien kan je niet oogsten en niet opeten”, klonk het nors “mijn koolrapen zwerven tot in de magen van de mensen“



Net als Stuyvesant was hij versteend en onbeweeglijk.

De molen langs het Tjongerpad had met de hevige wind schoffelend met zijn wieken moeten slaan maar hij was “buiten dienst gesteld” en zijn wieken waren vastgeklonken aan zijn ronde lijf.



“Ik ben oud en duurzaam maar op rust gesteld”, klonk het enigszins triest :
“Grote betonnen molenparken in open veld en in de zee hebben mijn plaats ingenomen om elektriciteit te maken.
Nu ik niet meer kan wieken, sta ik me hier dood te vervelen in dit eeuwig monotoon landschap.
Zouden er geen zwerfmolens bestaan, meneer?”

De fietser richtte zich tot het veen.



"Kunnen jullie mij vertellen of er zwerfkeien bestaan en waar ze dan wel te vinden zijn?"
Het veen sompte zachtjes over en weer. "Uit de overlevering werd ons verteld dat er ooit keien werden aangespoeld.
Het was toen erg koud geloof ik. Ze zouden van heel ver gekomen zijn, misschien omdat ze hoopten dat het hier beter was.
Maar heel erg zijn we nooit op ze gesteld geweest.
Echte Friezen zijn het niet, zelfs geen Nederlanders.
Grote keien horen hier niet thuis meneer. Ze passen niet in het landschap.
Ook al zouden ze hier honderden of duizenden jaren geleden zijn aangespoeld, het blijven vreemdelingen en liefst van al zouden wij willen dat ze terug worden gedeponeerd op de plaats waar ze vertrokken zijn.
Maar als je ze absoluut wilt zien: ik meen dat er een paar samen zijn geklit in de buurt van Oranjewoud terwijl de grootste licht te nietsnutten in Rottum.”

"En", vroeg de eenzame fietser: "Ben jij de zwerfkei? Niemand die gelooft dat je ook maar 10 mm kan bewegen."



"Niet bewegen ", klonk het verontwaardigd :"Ik kom van Uppsala in Zweden, weet je. Zo'n 200.000 jaar geleden tijdens de ijstijd werd ik meegesleurd op een gletsjer en samen met mijn familie kwam ik tot stilstand tussen de Friese meren.



Oorspronkelijk was ik 6,25 m lang, 3,5 m breed en 4m dik.
Maar op het einde van de19de eeuw heeft een schipper driekwart van mijn lijf met dynamiet weggehaald en verkocht om te gebruiken bij de zeewering in Lemmer.
Nu ben ik 4.7m/3.1m/2m groot en 44 ton dik en zoals u ziet: ik ben kei-oud, meneer, en ik heb een keilange tocht gemaakt en weet je, ook al ben ik hier niet overal bekend en zeker niet gegeerd, ik moet zeggen: ik heb het hier keigoed naar mijn zin.
Een paar 1000 jaar rust doet deugd, meneer, hoewel ik moet bekennen : ik heb nog één grote droom!
Weet je, ik zou nog eens op reis willen gaan naar Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië of Griekenland.
Misschien komt er nog eens een ijstijd aan of misschien het omgekeerde want als de aarde verder opwarmt zal Friesland overstromen en zo word ik misschien meegesleurd langs België en de grote Franse rivieren naar het zuiden : mijn Tour de France, meneer!
Keispannend en keiver!”

“Jij bent een euro-kei", lachte de eenzame fietser.
"Misschien wel" antwoordde de zwerfkei serieus : "Maar eentje met een zwaar gewicht die niet voortdurend van koers verandert.

Een kei die besef heeft van de tijd, nodig om de dingen te laten verschuiven en de tijd nodig om de dingen te laten zijn zoals ze zijn.”



zondag 26 juli 2015

Reflecties van de Chinese Muur

“Die Chinezen hebben een muur voor Facebook gezet", mopperde één van de Amerikaanse meisjes.
Samen met haar 2 vriendinnen had ze net een fotoshoot achter de rug, tussen, onder een naast de kantelen van de Chinese Muur nabij Mutianyu.



Ze hadden met een selfie stick 23 grimassen en poses opgevoerd, geplakt tegen de rotstenen armen van de Muur.
De ontgoocheling was groot toen ze er niet in slaagden om hun verre vriendjes real-time te imponeren met hun Muurtheater. Facebook meldde niet thuis.

De Chinese Muur glimlachte meewarig
.

"Een kleinzoontje van mij", mompelde hij in zichzelf.
"Chinezen hebben altijd muren gebouwd om zich te beschermen.

Mij hebben ze in de wieg gelegd in de periode van de Strijdende Staten (475-221 v.C.).



De leiders van de leenstaten legden afzonderlijke stukken van mij aan, in verspreid liggende strategische gebieden om de vanuit het noorden binnenvallende nomaden tegen te houden.
Na de éénwording van China onder keizer Qin Shu Huangdi in 221 v.C. kregen 300.000 mensen -onder wie talrijke politieke gevangenen- de opdracht om mijn verschillende muurfragmenten met elkaar te verbinden.
Mijn betovergrootvader "Grote Muur" raakte in de loop der eeuwen wat verbrokkeld en slaagde er niet altijd in de Mongoolse nomaden binnen hun steppe ter plaatse te houden.
Vooral in de winter drongen ze China binnen om hun rendieren en vee (en zichzelf) gastronomisch te verwennen.



Tijdens de regeringen van de Sui- en Tangdynastie (581 tot 907 n.C.) met Xian als hoofdstad, werd mijn overgrootvader gerepareerd.
Ik herinner me nog zijn verhalen over bloedmooie danseressen met armen als golvende manen en woest stampende krijgers met hun drakensmoel op de tonen van opzwepend getrommel.





De Mongoolse keizers onder de Yuan-dynastie (1280 tot 1368 v.C.) werden verjaagd door opstandige boeren als aanzet tot de Mingdynastie(1368 tot 1644 n.C.)
Zij restaureerden ons familiehuis met cement en stenen en versierden en versterkten onze gordel, ooit 10.000 km lang, met zo'n 25.000 vestingtorens en poorten.
Over de generaties heen ben ik intussen wat gekrompen tot 6335 km van de Shanhaiguan-pas bij de Bohai-golf tot aan de Jiayuguan-pas in de Gobi-woestijn.
Mijn buik zit vol aarde, klei en stenen binnen een bakstenenvel met aan beide kanten een borstwering die zich als twee gekartelde armen door de bergkammen slingert in het noorden van China.
Mijn populariteit is het hoogst in de omgeving van Bejing.



Wat meer naar het westen toe, zie ik er eerder uit als een langgerekte molshoop.
Ik ben de Chinese Muur, één van de zeven wereldwonderen!”


De meisjes begrepen niet waarom de Chinezen rond Facebook een muur hadden gebouwd.
"Het schijnt dat ook google en twitter verzegeld zijn door de Chinese censuur", wist de blonde met een grote zonnebril : "Internet is toch Mongolië niet en Zückerberg is toch niet Djenghis Khan?"
"Misschien is het gewoon een commerciële zet", antwoordde de grootste van de drie :"Naar het schijnt hebben de Chinezen een eigen Facebook waarbij ze zelf de meerwaarde van commerciële profielen en reclame kunnen te gelde maken."
"Typisch China", antwoordde de blonde : "Onze technologie kopiëren en dan exploiteren voor eigen profijt.
Let op dat ze binnen 10 jaar hun spleetoog-facebook niet gaan exporteren."
"Zo mag je niet over Chinezen spreken", zei de kleinste met een frou-frou kapsel :"Je klinkt bijna racistisch. Ze hebben toch het recht om hun sociale media uit te bouwen zoals zij dat willen. Zijn wij Amerikanen soms niet winst-georiënteerd?"
"Ja, maar wij zeggen het tenminste", repliceerde de zonnebril : "Is het niet belachelijk dat boven de Poort van de Hemelse Vrede, Mao Zedong staat te kijken naar zijn eigen mausoleum waar niet alleen zijn lichaam maar ook het communisme begraven ligt."




"Economisch communisme, bedoel je", antwoordde het grootste meisje :"Op het Plein van de Hemelse Vrede hebben ze in 1989 toch laten zien dat het politiek communisme in China nog steeds life en vooral kicking was.”


Het Tien An Men incident lag de Muur nog vers in het geheugen.
In april was de dood van Hu Yaobang de aanleiding geweest tot de grootste demonstratie in China na de stichting van de Volksrepubliek in 1949.
Studenten hadden in Hu Yaobang een martelaar gezien van de liberale hervormingen en uit protest  tegen het beleid van premier Li Peng, waren 3000 studenten begonnen aan een hongerstaking.
In de loop der weken waren er steeds meer mensen naar het plein gekomen om te demonstreren en ook in andere steden zoals Hong Kong, Macao en Taiwan vonden protestbetogingen plaats.
Zhao Ziyang, de poulain van Deng Xiaoping, probeerde met de studenten te onderhandelen maar bekocht later zijn diplomatiek offensief met een levenslang huisarrest tot hij in 2005 overleed.
Toen 1 miljoen mensen het aftreden eisten van Li Peng, ontruimde het leger in de vroege ochtend van 4 juni met harde hand het Plein van de Hemelse Vrede en er was sprake van tussen de 1500 en 3000 doden evenals duizenden gewonden.



De Chinezen die destijds op het Plein aanwezig waren, vluchtten naar het buitenland of werden opgepakt en gevangen gezet.
De meesten zijn vrijgelaten maar worden voortdurend in de gaten gehouden.

“Dit doet me denken aan de Arabische opstanden in Egypte op het Tahrirplein en aan de Jasmijnrevolutie in Tunesie of de opstand tegen Qadhafi in Libië", repliceerde frou frou :"De Chinezen hadden al veel langer begrepen dat sociale media besmettelijk snel dissidente ideeën konden verspreiden en acties doen ontbranden.
Dus de Muur rond de sociale media zou wel eens een politieke fire wall kunnen zijn om het Westers ideeëngoed buiten te houden terwijl het domestieke facebook en twitter makkelijk door big brother kunnen worden gewatched.”

De Grote Muur verslond met grote gretigheid de verhalen over zijn kleinzoon die erin geslaagd was om grote delen van de cloud voor de Chinese burger af te schermen.
"Die Amerikanen begrijpen er niets van", dacht hij bij zichzelf : "Het Confucianisme heeft de Chinese beschaving reeds 25 eeuwen gedragsregels voorgesteld om de harmonieuze relatie tussen kosmos en individu, tussen de wereld van de natuur en de morele wereld zo veel mogelijk te handhaven.”

Confucius stelde meer dan 3000 voorschriften op en zijn leer kende een hoogtepunt tijdens de Han-dynastie van 206 v.C. tot 220 n.C.



Een belangrijk begrip in zijn leer was de eerbied voor de naaste, ouders, de familie, de keizer en het gezag in het algemeen.
Orde in gezin en staat zouden pas gewaarborgd zijn als men zijn positie binnen de samenleving kende en daar ook naar handelde.
Precies dit was voor Chinezen het antidotum tegen chaos en in dit perspectief waren de Mongolen misschien een gevaarlijke outsider geweest doch de verspreiding van sommige opvattingen via internet werd door de verantwoordelijken van de Staat gezien als een sluipend gif dat de Chinese samenleving verstoorde en ondermijnde.

"In die optiek ben ik een anachronisme geworden”, dacht de Grote Muur bij zichzelf, “En mijn  kleinzoon Facebook-blokker heeft de verantwoordelijkheid overgenomen om de Chinese maatschappij tegen chaos te behoeden.”

Anderzijds begreep de Grote Muur dat de eeuwenoude Chinese tradities soms vermolmd waren geraakt een vaak aanleiding hadden gegeven tot excessen.
Nieuwe dynastieën hadden vaak dynamiek en verandering geïnjecteerd doch de keizers van het laatste knoopsgat  waren vaak weggedreven in vadsigheid, navelstaarderij en machtswellust.

In één van zijn wachttorens hoorde hij de naam Cixi vallen.




In 1851 had de 16-jarige Yehonala zich als paleisdame van de vijfde rang gevestigd in de Verboden Stad.
Toen ze keizer Xianfeng een zoon had geschonken, werd ze vanaf dat moment na de keizerin de belangrijkste vrouw in het paleis.
Na het overlijden van keizer Xianfeng in 1861, werd Yehonata's zesjarig zoontje gekroond als keizer Tongzhi.
Zijzelf kreeg de titel van keizerin-moeder en de eretitel Cixi (de Gelukbrengende vol Moederlijke Liefde).
Samen met prins Gong, de broer van de overleden keizers en Ci'an, de voormalige keizerin, nam Cixi het regentschap voor het jonge keizertje op zich.
Er ontstonden spanningen tussen prins Gong, die voorzichtige stappen wilde zetten om het onderwijs en het leger te moderniseren en de conservatieve Cixi.
Na het overlijden van keizers Tonghzi in 1875, kreeg China haar minderjarig neefje, Guangxu, als keizer.
Cixi zat op haar troon achter de troon.



Ze trok alle macht naar zich toe en was blind voor de internationale evoluties.
Ze voerde een beleid dat er  volledig op gericht was om China's oude glorie in stand te houden.
Wanneer ook de inmiddels 27-jarige keizer Guangxu moderniseringen wilde doorvoeren, greep Cixi in na 100 dagen en de keizer verdween van het toneel.
Ze kwam in conflict met de Europese mogendheden nadat ze in het geheim de Boksersopstand had gesteund, gericht tegen buitenlandse bezittingen, kerken en ambassades.
Ze vluchtte naar Xian en in 1902 keerde ze per trein terug naar Bejing waar ze vanaf dat ogenblik een ceremoniële functie vervulde.
Cixi overleed op 15 november 1908,één dag nadat keizer Guangxu was overleden.
Zoals zij het had geënsceneerd, besteeg de drie jaar oude Pu Yi de troon.

In zijn beroemd filmepos "The Last Emperor" vertelde Bernardo Bertolucci het verhaal van het kleine keizertje dat op driejarige leeftijd in quarantaine werd geplaatst binnen de Verboden Stad en op 1 januari 1912 werd afgezet toen dr.Sun Yat-sen de Chinese republiek had uitgeroepen.



Na een wat decadent, zinledig leventje in de Verboden Stad, werd hij later door de republikeinen van Chiang Kaishek verdreven.





Tijdens de Tweede Wereldoorlog zou hij door Japanners opgevoerd worden als een "caesar on a string" waarna hij later door de communisten werd "heropgevoed" en zijn laatste dagen sleet als tuinier.

“Speciaal geval, die nonkel van mij rond de Verboden stad”, herinnerde zich de Muur : “Eerst moest hij het keizerlijk hof beschermen tegen de buitenwereld zodat ze als goden over China konden heersen, voor kleine Pu werd hij een gevangenismuur om hem te laten wegzinken in steriel ceremonieel en zo elk impact van het keizertje op de buitenwereld te beletten.”



In 1921 was in Shanghai de Chinese Communistische Partij opgericht en twee jaar later had Sun Yat-sen de nationalistische partij (Kuomintang) gesticht in Guangzhou.
Zijn opvolger, Chiang Kaishek, voerde een harde nationalistische koers en de boerenbeweging en de communisten werden bloedig onderdrukt.
In 1927 richtten de communisten een eigen volksbevrijdingsleger op.

Tussen 1934 en ‘35 leidde Mao Zedong hun beroemde lange Mars van Shanghai naar de provincie Shaanxi in het noordwesten van China waar in Yan'an een hoofdkwartier werd opgezet.
Er ontstond een burgeroorlog maar naar aanleiding van de Chinees-Japanse oorlog (1937 - 1945) sloten nationalisten en communisten de handen in elkaar om weerstand te bieden tegen de Japanse agressie.
Na de Tweede Wereldoorlog ontvlamde de Burgeroorlog in alle hevigheid en het was Mao Zedong die op 1 oktober 1949 de Volksrepubliek China uitriep terwijl Chiang Kaishek met zijn troepen zich had moeten terugtrekken op Formosa (Taiwan).



"Het rode boekje van Mao lag als student in onze bovenste schuif net onder de poster van Che Guevara", sprak een Franse vader niet zonder enige nostalgie tegen zijn 20-jarige zoon



"Het is uiteindelijk Mao geweest die China heeft bevrijd van die decadente keizerlijke dynastieën.".
"Waarin verschilde Mao eigenlijk van de Chinese keizers?," vroeg zoonlief wat uitdagend: "Democratisch kan je hem moeilijk noemen. Zijn rode hofhouding had veel gemeen met die van de "Chinese Emperors" en tijdens de Culturele Revolutie van 1966-1976 instrueerde hij 50 miljoen Rode Gardisten om een zuivering uit te voeren die in wreedheid niet voor vroegere machthebbers moest onderdoen.”
"Het verschil met de keizers was wel dat Mao een gewone volksjongen was”, klonk het uit de mond van de mei68-revolutionair :
“Hij had verdrukte boeren een stem had gegeven en hij oefende zijn macht uit met het mandaat van het proletariaat. Tijdens de Grote Sprong Voorwaarts van ‘58-‘66 had hij volkscommunes opgericht om grote infrastructuurwerken en industriële ondernemingen op te zetten.
Voor deze gemeenschappen waren scholen, ziekenhuizen en andere voorzieningen gebouwd en mensen werkten samen aan een gemeenschappelijk doel waarbij persoonlijk winstbejag was ondergeschikt aan het gemeenschappelijk belang."
"Maar je weet toch, pa, dat het één grote mislukking werd. Mao kreeg ruzie met de Russen die hun technici terugriepen  De economie stortte in mekaar en meer dan 17 miljoen mensen stierven van de honger.
Het was pas na de Culturele Revolutie (1966-1976) en na de dood van Mao in september van ’76 dat Deng Xiaoping in China weer het vrij initiatief invoerde en het als economische grootmacht op de wereldkaart zette.”
Maar "Deng" was toch ook een communist", probeerde vader zijn gezicht te redden en zo het rode boekje uit de brandstapel te halen.

"Het gat in de muur", mijmerde de Grote Muur bij zichzelf.
Deng Xiaoping belichaamde zowel de communistische doctrine als het verzet ertegen en slaagde erin een brug te leggen tussen de doctrine van de partij enerzijds en een economisch liberalisme dat het kenmerk werd van de Chinese successtory tot op vandaag.



“Het maakt niet uit of de kat wit of zwart is, als ze maar muizen vangt” werd zijn motto als de synthese van zijn pragmatiek en resultaatsgerichtheid.
Het was in Shenzhen in Zuid China vlakbij Hong Kong en Macao, dat Deng het handelsvenster op de wereld had opengegooid..
De Muur hoorde een Duitse twintiger wat pocherig tegen zijn vriend vertellen dat hij door Huwei als ingenieursstudent was geselecteerd om een week Chinees te gaan leren in Beijing




De tweede week zouden ze een bezoek brengen aan het bedrijf in Shenzen.

Dengs hub naar de wereld deed de Muur denken aan Xian waar enkele eeuwen voordien een venster was geopend naar de Arabische wereld en de Middellandse Zee via de zogenaamde Zijderoute.



Reeds tijdens de Han dynastie werden zijde, lakwerk, porselein en andere producten vervoerd naar het oude Rome, Griekenland Turkije en Egypte.
Omgekeerd brachten handelaren wol, kruiden en juwelen China binnen.
De leeuw werd in China geïntroduceerd.



Via de Zijderoute werden vooral het Boeddhisme en de Islam en in mindere mate ook het Christendom in China geïmporteerd.



Was het toevallig dat de grote bloeiperioden van China politiek, economisch en cultureel vlak tijdens de Han dynastie (206 v.C.. tot 220 n.C.) en de Tangdynastie (tussen 618 en 907 n.C.), samenvielen met het succes van de Zijderoute?

"Terwijl ik de Mongolen op afstand hield", probeerde de Muur zich sterk te maken.



Er kon ook niet ontkend worden dat precies tijdens de succesvolle Qindynastie en ongeveer 16 eeuwen later tijdens de Mingdynastie, restauratie en versterking van de Muur op hun beurt waren samengevallen met bloeiperiodes van het Chinese keizerrijk.
“Trouwens datzelfde “open” Xian is tot op vandaag door een achternichtje van mij volledig ingepakt met een omtrek van13.7 km en een hoogte van.12m , geschraagd rond de klokkentoren en de trommeltoren in het centrum van de stad.




Gelukkig heeft Mao geen tijd meer gehad om de stadsmuur af te breken zoals hij in Bejing haar zusje had vermoord om reminiscenties aan het Oude China weg te bannen.”

Blijkbaar waren muren bedoeld om te worden gebouwd en weer te worden afgebroken of in verval te gaan.
Blijkbaar was er een yin/yang evenwicht tussen bescherming en openheid, tussen gerichtheid op de interne staat en gerichtheid op de buitenwereld.
Misschien was het succes van China vandaag wel te zoeken in het juiste evenwicht tussen een doorgedreven interne staatscontrole met een Eénpartijstaat rond de communistische ideologie en anderzijds de spectaculaire economische expansie waarbij nieuwe inzichten en technologie uit het Westen werden geïmporteerd of binnengehaald via Chinese studenten die naar de beste universiteiten ter wereld werden gestuurd.
Hoelang de spanning tussen het politieke yin en het economische yang nog vol te houden was, was ook voor de meeste Chinezen een open vraag.


De studentenopstand in Tien An Men had de Muur doen denken aan de splijting van de Kleine Wilde Gans-pagode in Xian tijdens een aardbeving in de 15e eeuw die enkele dagen later met een even brutale naschok weer werd tenietgedaan


De Grote Muur voelde een mannelijk en een vrouwelijk element zijn steile trappenlijf opklauterden.



Hij hoorde dat ze in Xian een zwart en wit jadepostuurtje hadden gekocht van een "dragon horse" dat het evenwicht moest bewaren in hun work-life balance.



De beestjes hadden geen anus en volgens de "5 elementen theorie” werden alle goede dingen dan ook vastgehouden in een systeem met een "in" zonder "out".
Het Spaanse koppel vroeg zich af hoe ze van de slechte geesten dan nog konden afgeraken.
Hun snel toenemende CO2 uitwaseming en hun transpiratie-overstroming, schenen voorlopig andere lichaamsgaten overbodig te maken.
"Kan jij zien hoe ver het nog is? ", vroeg de vrouw.
"De top zit in de wolken, we gaan naar de hemel, schatje ", lachte de man.



"Zoals de keizers dachten", antwoordde de vrouw: "hoe hoger je klimt, hoe meer onsterfelijk je wordt en om jezelf te overtuigen bouw je een mausoleum waarin alle attributen zijn voorzien om in het hiernamaals je rol als keizer verder te zetten.
Je laat je lichaam in een koffer steken diep onder de grond en je laat er een grote berg zand bovenop gooien. Rond de berg voorzie je kamers met houten bakken waarin heel je maatschappelijke servitude in terracotta is ondergebracht.




Je voorziet soldaten van allerlei rang en stand, een commandocentrum, een logistiek centrum en alles wat nodig is om je despotisch leventje onder de grond verder te zetten.




Opdat het allemaal echt zou lijken omring je de heuvel en de kamers met een dikke muur en 4 poorten en dit met nagenoeg dezelfde afmetingen als de stad waar je als keizer regeerde
1500 jaar later vindt een boer bij het graven van een waterput, brokstukken van een liggende soldaat en nog eens 25 jaar later komen elke dag miljoenen bezoekers kijken naar het terracotta-leger zo'n 40 km ten oosten van Xian."



"Een rare kwast in onze familie ", mompelde de Grote Muur : “Een muur bouwen met een berg in het midden om een dam op te werpen tegen de dood.”

In 246 v.C. was een dertienjarige jongen Ying Zhen op de troon gekomen van de feodale staat Qin.
Datzelfde jaar gaf hij de opdracht voor de bouw van zijn mausoleum.
In 221 v.C. had hij inmiddels zes andere staten aan zich onderworpen.
Hij riep zichzelf uit tot keizer van het eerste Chinese keizerrijk en nam de titel aan van Qin Shi Huangdi, uitgesproken Tsjin vanwaar het westerse woord China afkomstig is.
Hij liet talrijke infrastructuurwerken uitvoeren en delen van het gefragmenteerde lijf van de Muur werden versterkt en uitgebreid.
Ook legde hij over heel China een algehele standaardisatie op met oa een nieuw geldstelsel en Chinees schrift.
Hij stierf 210 v.C. en werd begraven in zijn mausoleum waar gedurende 36 jaar 700.000 mensen aan hadden gewerkt. Velen van hen waren daartoe gedwongen geweest omdat zij niet hadden gehoorzaamd aan de nieuwe wetten van de keizer. Degene die best op de hoogte waren geweest van de architectuur van het graf werden levend mee begraven.
In de buurt van Xian waren talrijke mausolea gekend (of nog verborgen) van de Han-dynastie zoals dat van keizer Jingdi (157-141 v.C). en zijn echtgenote keizerin Wang.
Honderden kleine naakte kleisoldaten waren ook hier waarschijnlijk bedoeld om het mausoleum te beschermen.



Het koppel had 48 km ten noorden van Beijing ook een bezoek gebracht aan de graftombe van Chang-LIng eveneens behorend tot de Ming dynastie.





"Zou dit niet de Weg der Geesten zijn? "lachte de man, wat een andere naam was voor de Heilige Weg der Dieren die over meer dan 6 km leidde naar het dal van de Ming-graven.



Ingepakt in dikke mist kon men zich langs beide kanten van de steil opgaande Muur de mandarijnen voorstellen, de olifanten, de kamelen, de leeuwen en ten slotte de grote schildpad als symbool van lang leven



"Je maakt er een begrafenisstoet van, manneke, en als ik de verzuring in mijn benen voel, kan ik dat alleen maar beamen.” zei de seniorita.
De Muur had zich die dag speciaal in zijn grijs wolkenpakje gehuld om toeristen bijna mythisch op te zuigen tot zijn hoogste en meest grillige toppen.



Enerzijds creëerde hij orde en afstand en hij hield ervan mensen de illusie te laten dat ze hem konden doorzien, breken en overwinnen.

Toen hij een blauw gekleed kindje wat verloren op zijn rug zag staren, werd hij plots even stil.



Wat later zag hij een oma met haar kleinkinderen en een koppel op jaren begon warempel te dansen op de tonen van een verloren gelopen muzikant.






Een groep vrouwen stond wat te tingelen met zelfgemaakte instrumenten wat jonge mensen inspireerde om een rijdansje te doen.



De Grote Muur kon zijn ogen niet geloven.
Was dit een droom, een hallucinatie of een realiteit zoals elke morgen en elke avond op de pleinen van de Chinese grote steden?
Noch zijn bakstenen, noch een kwartet oude stadsmuren, noch de zandheuvel van grootse graftombe noch de internet cut op Facebook, schenen dit idyllisch gebeuren te kunnen verstoren.
Het waren geen communisten of dissidenten, geen partijleden of rijke industriëlen, geen sterren van de sport of van het witte doek.

Volk dat zich ontbolstert.
Tao of de zoektocht zonder dat men de bestemming kent.
“Het heeft geen belang hoe traag je gaat, zolang je maar niet stopt”, zei Confucius.