Aflevering 8
Het tempelcomplex Banteay Srei (Citadel van de Schoonheid) was opgetrokken in roze
zandsteen en
toonde taferelen uit
het
grote Hindoe-epos Ramayana.
Vooral de moord
op de apenkoning Valy door Rana op aansturen van zijn jongere broer Sukriva,
werd hier boven een portaal in beeld gebracht.
Rana, nochtans
een reïncarnatie van Vishnu, werd in de godenwereld hiervoor veracht omdat hij
met zijn pijl Valy in de rug geschoten had.
De pijl in de rug was tijdens de
Cambodjaanse oorlogen vervangen door landmijnen. Slachtoffers hadden zich
gegroepeerd in traditionele muziekensembles waarmee ze in hun levensonderhoud
konden voorzien.
Vooraleer een bezoek te brengen aan het achtste wereldwonder, Angkor Wat, wandelde Foley nog langs een tempeltje met vier meertjes errond dat opgericht was om psychische problemen op te lossen en om vrede af te smeken (wat in Foley’s perceptie niet ver van elkaar lag).
Dezelfde symboliek inspireerde de toenmalige
machthebbers om de hoofdstad van het Khmerrijk in de 15de eeuw te
verplaatsen naar Phnom Penh omdat deze stad gelegen was aan een kruispunt van
vier rivieren.
Foley hoopte dat deze belofte na een
gigantische uitschuiver in de jaren ’70 alsnog zou worden waargemaakt…
De
tempel Angkor Wat
was gewijd aan de hindoeïstische god
Vishnu,
beschermer van
de schepping die sliep met zijn voeten naar het oosten en
zijn hoofd naar het westen.
Dit
was volgens sommigen de verklaring dat, tegen de traditie in, de Khmer tempel gericht
was naar het
westen en de ondergaande
zon, het symbool van de dood.
Of het had te maken met het feit dat de
bouwer, koning Suryavarman II, hem had bedoeld als mausoleum voor zichzelf.
Het ontwerp was gebaseerd op een mandala,
een heilige vorm uit de Hindoekosmos.
In het midden stond een tempel met vijf
torens in de vorm van een lotusknop die de berg Meru en het centrum van het
universum, symboliseerde.
De buitenmuren stonden voor de rand
van de wereld en gracht voor de kosmische oceaan.
In de galerijen waren hellebeelden te
zien waarbij de demonkoning als rechter, weliswaar vanuit “de hemel”, folterstraffen
uitsprak in verhouding tot de misdaad die men had gepleegd.
Zo werd je tong uitgesneden wanneer je
verkeerde dingen gezegd had of men roosterende je op de barbecue waarbij Foley zich
afvroeg welke misdaad hiermee gecorreleerd was.
Het deed hem denken aan de Tual Sleng gevangenis waarbij Foley toch niet wou vergeten dat de Westerse religies en oorlogen niet voor de demonking of de mannen van Pol Pot hadden moeten onderdoen.
Kuierend door de gangen van de “wat” werd
Foley opgeschrikt door een Boeddha zonder hoofd.
Het evoceerde een aardverschuiving in zijn limbisch systeem maar in tegenstelling tot de link met Angelina Jolie bij Ta Prohm, kon hij in dit leven geen aanknopingspunt vinden voor de koude siddering die zijn bloedvaten omknelde.
Het evoceerde een aardverschuiving in zijn limbisch systeem maar in tegenstelling tot de link met Angelina Jolie bij Ta Prohm, kon hij in dit leven geen aanknopingspunt vinden voor de koude siddering die zijn bloedvaten omknelde.
De sculpturen van Angkor Wat vertelden Foley nogmaals de sage van de Ramayana.
Hij
nam de tijd om het verhaal van de ontvoerde prinses en de jaloerse echtgenoot in
zijn geest te laten diffunderen.
Hij
stond stil bij de leugenachtige dood van Rama, Sita’s wanhoop en haar reis naar
de onderwereld.
Hij
voelde de verbittering van de prinses samenvloeien met die van Kurtz
en vroeg zich af of hun conclusie misschien
wel niet dezelfde zou geweest zijn.
Hij
klopte aan bij het boeddhistisch klooster
vlak naast Angkor Wat doch zijn Amerikaanse
look
en Engelse taal deden alle deuren direct dichtslaan.
Misschien was
men helemaal niet gesteld op vreemde snoeshanen die het laatste stukje Boeddha-authenticiteit wilden komen verstoren midden
al het toeristisch geweld
rond de wereldberoemde tempel.
Kurtz had vermoedelijk een makkelijker entree gehad via zijn Khmer-afkomst maar het feit dat er al twee dagen na zijn aankomst een zogenaamde valse dood was gesignaleerd,
leek erop te wijzen dat Ebola
op zijn minst fantasmatisch aanwezig was geweest en dat dit al dan niet op basis van leugenachtigheid een
zwaar incident
had veroorzaakt.
Foley
besloot onverwijld
naar Siem
Reap terug te keren en het eerste vliegtuig
te nemen naar de onderwereld…
In
de jungle van Chu
Chi ging hij
op zoek naar de onderaardse gangen
en bunkers waar de Vietcong zich destijds had verschuild voor
de Amerikanen.
Foley klopte aan bij het toeristisch centrum
waar hij een
boek kocht met nauwkeurige
beschrijving van
het tunnelsysteem en hoe het functioneerde tijdens
de Vietnamoorlog.
Hij zocht
naar een aanknopingspunt,
zeg maar toegangsweg, buiten de toeristische zone want
vermoedelijk had
Kurtz
van zijn ervaring in de Vietnamoorlog gebruik
gemaakt om zich
snel te oriënteren.
Het
was als een mokerslag in helder bos toen Foley
de grond onder zijn voeten voelde wegzakken en terechtkwam in een bamboeval.
Hij schreeuwde
het uit van de pijn en kon nauwelijks bewegen omdat twee
bamboestengels in zijn huid waren ingeboord en hij op
zijn ander been niet kon steunen vermoedelijk omdat het gebroken was.
Het
was alsof hij de horror van de Vietnamoorlog, van de Rode Khmers, de horror ook van gekwetst te zijn en lichamelijk pijn
te lijden ad personam moest ervaren.
Noch
de Hindoe of Boeddhistische goden noch
zijn eigen christelijke
geloofsovertuiging boden
hem op dat moment houvast en hij riep zich te pletter opdat
men hem
zo spoedig mogelijk zou vinden.
Dat
gebeurde ook
na een drietal uur door een mannetje in oranje gekleed
die
hem hielp
om de bamboes uit zijn been te trekken en hem samen met een andere monnik via een aarden tunnel in een
soort van primitieve ziekenboeg
bracht
onder de
grond.
Daar
ontmoette hij, tot zijn verbijstering Kaing Varman alias Kurtz, het
doel van zijn reis doch op een onverwachte plaats en in erbarmelijke omstandigheden.
Kurtz
ijlde van de koorts waarbij voortdurend "betrayal" als een refrein door zijn verhalen geweven werd.
Hij
had het over verraad
van zijn Amerikaanse vriendin, van zijn vrouw,
van het Amerikaanse leger
in Vietnam, van de WGO-verantwoordelijken in Liberia en het verraad
van zijn medebroeder in Angkor Wat die zich dood
geveinsd had
om
Kurtz en zijn vermeende
Ebola weg te jagen.
En hoe
groot was de kans dat Foley zelf
met fel bloedende wonden ook het virus had
overgekregen
van deze besmette gemeenschap
die zich onder de grond had verscholen uit zelfbehoud
of om de Zuid-Aziatische
wereld te redden van deze vreselijke
ziekte?
Foley werd door vijf oranje mannetjes gedropt
ergens midden
in het woud waarbij ze naar het toeristisch
centrum de coördinaten hadden
doorgebeld waar
de Amerikaanse
dokter zich bevond.
Nog
geen half uur later werd Dr.
Foley opgehaald door
witte mannetjes
die eruit zagen als het apenleger
op de
bas-reliefs van Angkor Wat.
Hij werd
er opgenomen in
het Universitair
Ziekenhuis in
een geïsoleerde
kamer achter een sas en enkel "monkey staff", zo noemde hij ze, hadden toegang tot zijn gevangenis.
Hij wou op bedevaart naar Santiago de Compostela, naar Mekka of zich wassen in de Gangesrivier in Varanasi.
Intussen kon hij vanop zijn IPad
volgen hoe de
hele wereld in
beroering was
geraakt door
deze eerste
besmettingshaard in
Zuidoost Azië.
De
Amerikanen stuurden
massaal medische
troepen naar
Vietnam om het Ebolagevaar
in te dijken en vooral te beletten dat het zich zou verspreiden
en uiteindelijk
ook de Verenigde Staten zou
bezoedelen.
Er werden
intensieve zoekacties
ingezet naar
de monniken in de regio
van de tunneltjes die een
oppervlakte besloegen
van ongeveer
200 vierkante
kilometer. Groot
probleem was
dat de Amerikaanse gezondheidswerkers
met de
ebolapakken veel te breed
waren om zich in het tunnelsysteem
te begeven.
Na
24 uur intensieve zoekactie
werd door
de American Health Care Association beslist dat er drastische middelen
moesten worden ingezet.
Men
zou het tunnelsysteem
volledig onder
water zetten
om op die manier het virus te verdrinken en dus te isoleren.
Het feit
dat er daardoor ook
al dan niet besmette Cambodjanen zouden
kunnen verdrinken, was onderwerp van een hevig ethisch debat dat CNN de hoogste kijkcijfers bezorgde
in de loop van de laatste 10 jaar.
Uiteindelijk
beslisten de
Verenigde Naties onder druk van Amerika dat
het lot van de Zuidoost-Aziatische populatie en indirect ook van de hele wereldbevolking
moest worden
afgezet tegen
het mortaliteitsrisico
van enkele monniken.
Per
slot van rekening hadden
ze zich
maar kenbaar
moeten maken
zodat ze samen met Foley in de perfect georganiseerde
quarantaine hadden
kunnen intreden.
Het nieuws maakte Foley misselijk en
opstandig en hij begreep waarom Kurtz de Amerikanen niet had vertrouwd toen hij
zijn vonnis van Ebola had ontvangen.
Was Foley
beland in het hart van de duisternis? Het was alsof de god Shiva al zijn goede intenties, zijn missie,
zijn moed en volharding om Kurtz te vinden, op
een bijna ironische manier
had afgestraft
maar misschien
was het ook Shiva
die hem redde van de dood want
Foley werd met de beste zorgen omringd
en kreeg alle experimentele
en niet-experimentele
behandelingen die
op dat moment tegen
Ebola voorhanden waren. Foley
werd beter en overwon zijn agressor.
Nog geen
week nadat het tunnelsysteem
was
onder water
gezet, werd een nieuw geval van Ebola
gesignaleerd in
de Mekongdelta.
In allerijl werd een ontmoeting georganiseerd
met infectiologen
uit de hele wereld die na grondige studie
begrepen dat
door het manoeuvre van de Amerikanen de hele drinkwatervoorziening
van Zuid Vietnam en Cambodja was gepolueerd met Ebola.
Foley
begreep dat Shiva
ook hier had toegeslagen
en Vishnu
niet in staat was
geweest de mensen te beschermen.
Hij begreep
dat oevers
noodzakelijk zijn
om het water in te dijken, dat mensen moeten gestraft worden
om het kwaad dat ze hebben gedaan, dat terroristische groeperingen moeten worden
uitgeschakeld en dat besmettelijke ziekten moeten
aangepakt worden
door sekwestratie maar dat een blinde toepassing
van deze principes leidt
tot het
tegenovergestelde
Het
water zal nooit binnen de oevers blijven, het kwaad kan niet alleen worden opgelost door te straffen,
de Al Qaeda’s van deze wereld kan men niet alleen uitroeien door militaire
operaties en
besmettelijke ziekten
zijn niet alleen een kwestie van hygiëne, quarantaine en
medicijnen.
Het zijn
demonen die
moeten bestreden
worden doch
niet blindelings en
impulsief maar met inzicht in de oorzaken, de preventie,
de dynamiek en die met een attitude van voorzichtigheid en
respect moeten
worden behandeld.
Voor elke school kan men een
gevangenis sluiten, voor elke kansarme jongere met werk kan er een extremist
minder zijn.
De ontwikkeling van primaire gezondheidszorg
in Centraal Afrika kan ziekten voorkomen en genezen en daardoor ook emigratie
uit wanhoop doen stoppen en uiteindelijk ook voor ons westerlingen ten goede
komen.
Aflevering 9
Voorzichtigheidshalve
werd hij
vriendelijk verzocht
om nog een tijdje in Vietnam te blijven
omdat er al gevallen waren gerapporteerd van herval.
Hij kreeg een luxevakantie aangeboden in Hoi An, een toeristisch
stadje vlakbij
Danang in Midden-Vietnam.
Een
paar dagen later zag Foley
zichzelf lang
uitgestrekt op
een strandzetel
met zijn voeten bijna in de Zuidchinese Zee.
Haar golven probeerden tevergeefs de
vismand van een Vietnamese vrouw terug te duwen in het zand.
Was
dit het einde van zijn odyssee,
de verdiende
rust en verwenning nadat hij puntige bamboestokken en
dodelijke virussen
had overleefd?
Was
dit paradijselijk
oord een beeld van
het Vietnam van morgen dat zich in
20 jaar razendsnel had
losgemaakt uit
zijn oorlogsverleden, vanaf
eind jaren 90 de deuren naar de wereld had
opengegooid en nu de vruchten plukte van zijn wedergeboorte.
"No
war, working together for a prosperous Vietnam." onder de communistische
vlag met de gele ster maar met een kapitalistische economie.
Deze laatste was goed merkbaar aan de opdringerige
toon waarmee
Foley aan de shops en restaurants
werd aangesproken.
"Half an hour boat, Sir, one dollar. You want to buy, Sir, you want to take a look, Sir,
cheap price for you, Sir".
Foley
liet zich met enig genoegen als een pinball
over en weer trekken in de straatjes van
het antieke
Hoi An.
De
historische gebouwen, de fraaie buishuizen
en rijk versierde Chinese
gemeenschapshuizen maakten deel uit van het werelderfgoed
van de Unesco.
Een aantal
prachtig gerestaureerde
huizen ademden invloeden uit de Vietnamese, Chinese,
Japanse en Franse architectuur.
Ankerpunt in
het oude stadsgedeelte was
de Japanse brug die in 1593 door de Japanse handelsgemeenschap
werd gebouwd
als verbinding
met de Chinese wijk in het oosten van de stad.
China en
Japan mochten
immers officieel
geen handel
met elkaar drijven en deden het dan maar "in den
duik"
in een stadje ergens
aan de Vietnamese kust.
Later trokken de Japanners weg en de
Chinezen invadeerden hun wijken aan de andere
kant van de brug.
Haar
pet en een sappig Viet-Engels waarmee ze haar kookbevelen voor het Westers publiek en twee Koreaanse
meisjes afvuurde,
gaven haar de allure van een Vietcong generaal ware
het niet dat ze iedereen om de twee minuten aan
het lachen bracht.
Foley
leerde hoe gefrituurde springrolls
werden klaargemaakt
en makreel gesandwiched
tussen twee
lookrijke
groentepannenkoeken,
klaargemaakt in
een soort van reuzegroot
bananenblad dat
voor de
thuiskokers kon vervangen worden door aluminiumfolie,
zei de kokkin.
Zijn
added
value tijdens
het koken beperkte zich tot het fijnsnijden van
ajuin, het raspen van wortels en van een soort van witte knol waarvan hij de naam onmiddellijk
vergat.
Tijdens
een fietstochtje
op het Cam Kim Island bleef hij even hangen in de
veelschreeuwerige start van een roeiregatta waarbij mannen en ook vrouwen van
de plaatselijke dorpen het tegen elkaar opnamen.
Minder
geëxciteerd waren de waterbuffels die met Spa-allures zich drentelden in een
permanent modderbad.
De
rijstoogst was voorbij en de velden moesten worden gezuiverd van onkruid en
insufficiënte rijstplantjes om ze voor te bereiden op de volgende aanplanting.
In
de woning van een Vietnamese vrouw, mocht hij zelf rijstpapier maken
op de wijze zoals wij pannenkoeken
bakken.
Rijstwater werd op een strak gespannen doek
gegoten en gedurende 10 seconden geplet waarna het voorzichtig
van het doek werd afgelepeld om te drogen tot het zogenaamde
"
rice
paper".
Elk
gerecht dat
hij met Vietnamese stokjes
aanraakte, had wel op één of andere manier iets te maken met rijst tot en met de gedistilleerde
rijstwijn met
een alcoholgehalte
tot 80%, zowat dodelijk voor je slokdarm, dacht Dr. Foley.
Bij twee
gezinnen waar
hij op bezoek ging, werd Foley geconfronteerd met
mannen die in de oorlog tegen de rode Khmers op een mijn hadden getrapt
en zo een been waren kwijtgeraakt.
Ze kregen
130$ per maand van de staat en de ene
had kunnen overleven door
het vervaardigen
van slaapmatten (ongeveer twee per dag) en de ander door het stoken van rijstwijn.
Zoals
de meeste Vietnamezen, beweerde ook zijn gids dat sedert het opengooien
van de grenzen eind jaren ‘90, Vietnam een toenemende welvaart
ten deel was gevallen.
Niemand wou
nog oorlog en de verschillen tussen
noord en zuid waren helemaal gedilueerd onder andere door het feit dat veel noorderlingen
zich gevestigd
hadden in Midden- en Zuid-Vietnam omwille van het beter klimaat en de grotere economische mogelijkheden.
Enkel de
gezondheidszorg liet
nog te wensen over gezien
de meeste Vietnamezen
geen verzekering
hadden en zelfs de meest noodzakelijke
zorg voor hen onbetaalbaar
was. De rijken kochten zich een betere zorg in het "private practice" circuit.
Ontstellend
was intussen het
bericht dat
het aantal Ebolagevallen op een week tijd sterk was toegenomen.
In overleg
tussen de Vietnamese overheid
en de WHO, was beslist op zeer korte tijd een noodhospitaal
te bouwen in Hue.
De
Citadel van Hue
werd in 1805 gesticht door keizer Gia Long
die met
behulp van Frankrijk de zogenaamde Tay Sonrebellie had neergeslagen
rond 1800.
Zijn
zoon Minh
Mang en diens zoon Thieu Tri evenals Tu
Duc keerden
zich tegen de
Fransen en vervolgden missionarissen
wat op zijn beurt
leidde tot interventie van Frankrijk en een de facto kolonisatie vanaf
1883.
De
latere Vietnamese
koningen waren
marionetten
van de Fransen en vooral de tombe van Khai
Dienh, de voorlaatste van de Nguyen-dynastie,
toonde het verval van het Vietnamees koningshuis.
Toen
Ho Ch Minh in 1945
de onafhankelijkheid
van Vietnam uitriep, gaf de laatste koning van Vietnam zijn zegel aan de communisten en
hij werd beloond met de post van ambassadeur
in Hongkong.
Binnen
de citadel zelf kon men drie concentrische
steden onderscheiden : de Burgerlijke, de Keizerlijke en de Verboden Stad.
De Citadel
was ontworpen volgens de regels van de Chinese geomantie (waarzegskunst op basis van de elementen vuur, aarde metaal,
water en hout) en de militaire principes van de Franse architect Sebastien
de Vauban.
Het
Tai Hoa Palace rustte op
80 zuilen met veelvuldige
afbeeldingen van
de Gouden Draak, het symbool van de Nguyen-dynastie.
Het werd
gebruikt voor plechtigheden
met centraal
de troon van de koning en zijn schrijftafel en
voor het paleis het plein voor ceremoniën.
Achter het
koninklijk paleis
bevond zich
oorspronkelijk de
werkruimte van
de koning met daarachter
zijn woonruimte
en daarachter
de woonruimte
van zijn vrouw.
Later
werd helemaal achteraan nog een paviljoen bijgeschoven waar de
koning en de koningin volgens Franse
gewoonte in
hetzelfde huis
samenleefden.
Het hele gebouwencomplex
achter het paleis was nog aangevuld met woningen voor de concubines en enkel eunuchen en vrouwelijke
bedienden mochten
daar verblijven.
Deze
zogenaamde “Purperen
Verboden Stad”
telde ooit ruim 60 gebouwen rond verschillende binnenplaatsen
maar daarvan
werd een groot deel verwoest door de zware bombardementen van
de Amerikanen
ten tijde van het
Tet-offensief
vermits de Vietcong daar zijn militair centrum
had gevestigd.
Het
was op deze plaats dat de autoriteiten hadden beslist om een Ebola-hospitaal
op te richten precies
omdat de Citadel enerzijds
en de ingesloten Purperen Stad anderzijds
gepredisposeerd waren voor sequestratie en dat de bombardementen zo efficiënt geweest waren dat buiten een paar gerestaureerde gaanderijen
men de novo
een gebouw kon neerpoten op het verwilderde gras.
Toen
Foley een week later het paleis bezocht, liet hij zich inspireren door het beeld van
de olifant ( in de vorm van een haag), de rosas van de ziel en
de pijnboom
waarvan de gezamenlijke betekenis convergeerde naar de belofte van een lang leven.
Hij vaarde de Parfumrivier af vanaf de Citadel in de richting van de Pagode van de Hemelse Dame in 1601
door
Nguyen Hoang
gesticht.
Hij
herinnerde
zich dat hij in Phonm Penh een wierookstokje
had aangestoken
voor Lady
Penh
om
zijn geluk
af te smeken en de boeddhistische
traditie wil
dat men hetzelfde doet
wanneer zijn
wensen zijn vervuld.
Hij liep
de trap op langs de achthoekige
Toren van de Blijdschapbron
en liet een
wierookstokje branden
uit dankbaarheid
omdat hij
nog in leven was.
Aflevering 10
Hij liet
zich nog een nacht onderdompelen in
de luxe van het Metropole Hotel.
's Anderendaags liet hij zich naar Halong Bay rijden waar op twee dagen tijd al de luxecruiseboten omgetoverd waren in drijvende klinieken.
's Anderendaags liet hij zich naar Halong Bay rijden waar op twee dagen tijd al de luxecruiseboten omgetoverd waren in drijvende klinieken.
Het leek alsof de Goden de strijd
tegen de Demon aan het verliezen waren gezien het aantal
Ebolagevallen
in de loop van de laatste week was gestegen tot ongeveer 150 per dag.
De Verboden Purperen Stad was als opvangcentrum te
klein geworden
en men had beslist
om alle nieuwe patiënten
te droppen op de kalkrotsen van Halong
Bay.
De karstformaties waren gedompeld in een lugubere atmosfeer
en Foley's
missie deed denken aan die van Pater
Damiaan die zich
in 1873 bij de
melaatsen had
gevoegd op Molokai.
Het
enige verschil
was dat Foley Ebola had overleefd en dat zijn bloed,
aangereikt met
de juiste antistoffen, levensreddend was
geworden voor de
patiënten die
besmet waren met het dodelijk virus.
Hij
kwam aan op het eiland Bo
Hon, door de Franse genoemd "Ile de la Surprise" omwille van “Hang
Sun Sot” of
de "Grot van Eerbied” die tot voor kort een toeristisch hoogtepunt
was
geweest.
Hij
passeerde er een verlaten souvenirkraampje en nam de trap om binnen te treden in een ondergronds grottencomplex waar de
Ebolakliniek
zijn hoofdkwartier had uitgebouwd als centrum
van een zorgnetwerk
dat zich op de
eilanden en
de boten had uitgespreid.
Was deze
vernietigende epidemie
het werk van
Shiva, de God van Destructie
en was het ook Shiva die hem naar hier gezonden had om mensen te genezen, ditmaal niet als dokter maar als lotgenoot.
Tijdens
zijn tai
chi ritueel
's morgens op
de hospitaalboot,
dacht hij terug aan het Terras van de Leprakoning en de Boeddha zonder hoofd.