's
Morgens werden
we aan ons hotel afgehaald door een legerachtig vaartuig om via de Amsterdamse grachten het havengebied te bereiken.
We werden genavigeerd langs de huizen en de pleinen tussen de woonboten door om dan weidser met meer vaart de havenkranen te omzwerven tot we langs een metalen laddertje weer aan wal geraakten.
We
hadden toen al kunnen vermoeden
dat niet een oude Amsterdamse schipper
maar 2 ChipSoft Ladies ons zouden navigeren rond een patiënt met heupklachten
binnen de nieuwe HiX-omgeving.
Zoals het
een modern EPD behoort, kon patiënt zelf via internet een afspraak maken, werd hij naadloos binnengeloodst
in het ambulant en klinisch systeem
met specifieke
views en functionaliteiten voor
geneesheren, verpleegkundigen en
administratieven.
Veel aandacht
werd besteed aan customisatie
en specifieke
ondersteuning van
workflow
en decision
support.
Opnieuw belandden
we in het “never ending debate” in hoever medische zorgverlening
standaardiseerbaar is en zo ja in hoever klinische paden en beslissingsalgoritmes overdraagbaar zijn tussen specialisten en
ziekenhuizen.
Men vroeg
aan één van de onzen om een temperatuurwaarde
in te voeren op een IPad
maar door een technisch mankement viel
de goocheltruuk bijna
in het water tot
Murphy het plots voor bekeken hield en we vooralsnog in het EPD
van onze heuppatiënt haar lichaamstemperatuur van 38° konden verifiëren.
Direct
nadien werd
ik door Hans Mulder, de grote baas van ChipSoft, meegetroond naar
zijn bureau
waar we verwelkomd werden
door zijn zwarte Beauceron die perfect paste bij het organisch karakter
van zijn bureel.
Hans'
vader was chirurg en had in 1986 een softwarepakket laten ontwikkelen voor zijn doktersadministratie.
Kleine Hans
zat toen nog op de middelbare school maar was intussen fel aan het groeien zowel in gestalte als in ambitie om het Hollands ondernemerschap in
hem te doen ontkiemen.
Hij vaarde
alle dokterspraktijken
in Nederland
af om het pakket te verkopen en toen hij het halve
land had bediend,
begon men halfweg de jaren 90 nieuwe functionaliteiten
te ontwikkelen
zoals medische
verslaggeving en OK-planning.
In
1995 werd voor een heel ziekenhuis een
facturatiesysteem
ontwikkeld, toen
nog in
DOS, vanaf 2000 gemigreerd
naar Windows.
Toen
hij in
Nederland
het marktleiderschap had
veroverd voor
ziekenhuisinformatiesystemen en EPD’s, fluisterden
de kranen in de Amsterdamse haven
hem
in het oor dat hij de wereld moest afvaren met zijn systeem.
ChipSoft stak de grens over een zestal jaar geleden,
met als bestemming
Klina Brasschaat waar
het afsprakensysteem, OK-planning en het verpleegkundig dossier
werden geïmplementeerd.
Met de
patiëntenadministratie liep het mis. Er was vermoedelijk de
niet al te coöperatieve
houding van
concurrent Partezis
bij de koppeling, het weggaan van de IT-directeur in Klina
en de toch
wel beperkte
vertrouwdheid van ChipSoft met
de
Belgische facturatie
die het
project in de soep lieten draaien.
Even
leken de advocaten vers
aas te hebben geroken, doch ChipSoft toonde zich dan toch van zijn
welwillende kant
en slaagde erin de bestaande toepassingen te consolideren en een flink stuk vertrouwen
terug te winnen.
Intussen was
men ook opgestart in St.-Dimpnaziekenhuis in Geel waar men momenteel begonnen
is met de uitrol
van het EPD.
In
Niel
werd trouwens
een zestal jaar geleden een Belgische vestiging opgericht,
de thuisbasis
van Wim die met 15
medewerkers van daaruit de Vlaamse activiteiten coördineert.
Naast
de implementatie
en opvolging
op de bestaande ChipSoft
sites, is men volop bezig aan de ontwikkeling van
een nieuw Belgisch
facturatiepakket
vooral om niet overgeleverd
te worden aan
EPD-concurrenten die een dikke portfolio
hebben van patiëntenadministratie en facturatie.
Zagen wij
een glimp van Icarus
boven de Hollandse wateren
of zullen ze erin slagen om in België
te landen naast
de facturatiemonopolist?
Intussen is
de Hollandse
vloot ook aangemeerd
in Finland,
Noorwegen en
Engeland waar
men de EPD-implementatie
wil
opstarten met
lokale partners.
Naast het
veroveren van
de wereldzeeën, heeft ChipSoft ook de ambitie om de gouden medaille te halen van de Himss : “Stage 7!”.
In dit
kader had men ons de
eerste dag meegenomen naar
het Universitair
Medisch Centrum
in Utrecht waar ChipSoft
sinds een tweetal jaar was geïmplementeerd.
We
kregen er een bigbang verhaal waar men 500 dagen voor D-Day
met aftellen
was begonnen. Gedurende
één
dag
had men het hele ZIS uitgedraaid waarbij alle planbare zorg was verschoven en voor de opgenomen urgente pathologie was men even teruggekeerd naar griffel en papier.
Intern
waren 640 medewerkers gemobiliseerd
om de grote sprong voorwaarts te realiseren. Daarnaast had men een dertigtal consultants
ingehuurd a
rato van één
dag per week niet zozeer als ondersteuning voor
de implementatie
van ChipSoft
dan wel om de bestaande I-Soft
toepassingen op
gang te houden terwijl
de eigen
topinformatici waren gemobiliseerd voor
het EPD-project.
ChipSoft
gaf aan dat voor
de implementatie van de twee Academische Centra
Utrecht en
Leiden, tijdens de implementatieperiode
tussen de 60 en
100 eigen consultants
waren ingezet a rato van minstens één dag per week.
Dergelijke implementatiedivisies leken
meer aan te leunen bij Epiciaanse
normen dan bij onze armzalige Belgische mogelijkheden.
De
Amsterdammers haastten
zich om aan te geven dat voor een gewoon niet universitair ziekenhuis
een ploeg van 15 vte
over 6-9 maanden volstonden
voor een full implementatie.
Bij de rondgang in het ziekenhuis werden we
verwelkomd door
de COW
(Computer On Wheels).
Deze term zou in de Verenigde Staten verboden zijn sinds een geneesheer had gevraagd om de COW binnen te halen waarna de assistent terug was gekomen met de hoofdzuster.
Deze term zou in de Verenigde Staten verboden zijn sinds een geneesheer had gevraagd om de COW binnen te halen waarna de assistent terug was gekomen met de hoofdzuster.
Opvallend was
dat er een quasi volledige transparantie
was zowel tussen artsen onderling als naar de verpleging toe met betrekking tot alle medische informatie
van de patiënt. Enkel rond psychiatrie en genetica waren er restricties.
Het duurde
even voor we doorhadden hoe de thuismedicatie in
het EPD belandde : het was niet de afdelingssecretaresse doch de arts zelf die bij opname aan patiënt of zijn familie hierover navraag
deed en dit werd gecheckt door de ziekenhuisapotheker
die hiervoor
afstemde met de privé-apotheker van de patiënt.
Blijkbaar is
de fidelisering
in Nederland naar huisarts maar ook naar apotheker heel wat groter dan in België en beschikt deze laatste over een recent medicatieschema
van elk van zijn cliënten.
Met
betrekking tot de uitwisseling
van medische gegevens tussen ziekenhuizen onderling
en naar de eerste lijn, beschikt men in Nederland over het Landelijk
Schakelpunt (LSP) dat om
privacy redenen
vanuit de overheid niet van de grond komt en waar het nu de zorginstellingen
en de verzekeraars zijn
die
het initiatief nemen.
Ook tracht
men vanuit de kant van de EPD's een soort van lexicon te ontwikkelen
om op gestructureerde manier
medische gegevens
tussen patiëntendossiers
van verschillende
systemen uit
te wisselen.
ChipSoft
beschikt tevens
over een patiëntenportaal op basis van SharePoint
met daarachter
specifieke delen
van het EPD.
De verpleging
heeft smartphones
waarbij men
voorlopig alleen
parameters kan
inbrengen
doch in de toekomst denkt
men aan een systeem van barcodescanning bijvoorbeeld met betrekking tot medicatietoediening.
Ten
slotte werd binnen
het UMC
Utrecht een IT-informatieplatform opgericht om data op een gestructureerde manier
op te slaan zodat ze vlot
toegankelijk en bruikbaar zijn voor wetenschappelijk
onderzoek.
Op
vrijdagnamiddag werden we per bus getransfereerd naar
Bergen op Zoom voor
een bezoek aan het Lievensberg Ziekenhuis.
Dit
streekziekenhuis van
385 bedden was sinds 1 januari 2014 samengevoegd
met het Franciscus Ziekenhuis van Roosendaal waarmee het op 1 januari 2015 juridisch
zou fusioneren. Het Lievensberg Ziekenhuis
werkte reeds sinds
'96 met het EZIS-systeem van ChipSoft
terwijl het
Franciscus Ziekenhuis
werkte met I-Soft.
In de
shortlist hadden
ze Epic
tegenover ChipSoft
afgewogen en
uiteindelijk hadden
ze beslist om te opteren voor HiX,
het splinternieuw
model van de ChipSoft-vloot.
Ze waren
ook al met een bigbang life gegaan op 25 oktober 2013 en
dokter Conijn
vertelde ons
dat we nog iets te vroeg gekomen waren want het systeem had nog last van wat kinderziekten.
Na
onze rondgang
door het ziekenhuis hadden we daar echter bijzonder weinig
van gemerkt
en we konden niet anders dan onze grote
appreciatie uitspreken
voor een dergelijk doorgedreven
penetratie van hun gloednieuw systeem na 3 maanden.
Op
de recovery
hoorden we van de anesthesieverpleegkundige dat de functionaliteit van het ChipSoft PDMS nauwelijks verschilde van
hun vroeger
systeem doch dat
de integratie
met de rest van het medisch dossier een grote sprong voorwaarts was, denk al
maar aan het medicatievoorschrift.
De
verpleegkundige van
spoedgevallen vertelde
ons dat er nog systematisch een
rondgang gebeurde
vanuit de apotheek om de medische voorschriften te
controleren vooral
op mogelijke
interacties.
Er werd terecht opgemerkt
dat deze
check in het EPD was ingebakken
doch, zo zei de man,
: "het
systeem is nog nieuw en we moeten toch wel checken of het allemaal goed werkt".
Verpleegkundige
procedures werden
nog steeds geïnventariseerd en
opgeslagen in
hun document
management systeem
waarbij de workflow binnen
het EPD volgens een strikte procedure
kon worden aangepast.
Het was
ook mogelijk
om via “URL” vanuit
het EPD de procedures te bekijken.
Verpleegkundige orders waren "geïcooniseerd".
Verpleegkundige orders waren "geïcooniseerd".
De klinisch
bioloog in
ons gezelschap werd
bleek toen men vertelde dat alle
bloednames op de verpleegafdeling
werden uitgevoerd
door een equipe van het centraal labo.
Een dermatoloog
vertelde ons
op
de Poli dat men in
Nederland een
eigen klinische
terminologie had
ontwikkeld die nauw aanleunde
bij SNOMED
en die via het EPD werd aangereikt om klinische diagnoses
te formuleren.
Hieruit werd
via vertaaltabellen automatisch een SNOMED-term, een ICD10-code en een DBC (Diagnose-Behandel-Code) gegenereerd.
Met betrekking tot de medische verslaggeving was
het echter ontgoochelend hoe
weinig de
artsen gebruik maakten
van de gestructureerde rubricering
en velden en
het waren
volgens de collega vooral
chirurgen die
zich bezondigden
aan “platte
tekst”.
Er waren
20 werkgroepen
die elke dinsdag vergaderden
waarbij zo'n
200 medewerkers
werden gemobiliseerd.
In totaal
was er 8u opleiding voorzien voor elke verpleegkundige
en 4u
per
arts wat
volgens dr.
Conijn achteraf
gezien te weinig was.
Ze waren tevreden dat ze hadden gekozen
voor een bigbang implementatie ook al sloeg de bliksem in op 25
oktober.
Anderzijds wisten ze dat in andere ziekenhuizen
met een gelaagde implementatie zo'n
project makkelijk
tot 2-3
jaar kon aanslepen waarbij
continu implementatie
resources moesten
gemobiliseerd blijven.
Op dit ogenblik hadden ze een IT-crew
van 20 vte voor technische
infrastructuur en
2 maal 9 medewerkers voor functioneel
applicatiebeheer over de twee campussen.
Met een dergelijke
bestaffing voor
een ziekenhuis
van rond de 850 bedden voelden
we ons als Vlaamse ziekenhuisdirecteurs teruggebracht tot
bevaarbare wateren.
Sinds
de
Himss van
vorig jaar in New Orleans
waren we met de Vlaamse ziekenhuiswereld een queeste gestart
op zoek naar E-Graal, het
ideaal elektronisch
patiëntendossier.
Na
twee dagen ronddobberen op Hollandse wateren, hadden we het gevoel dat ChipSoft
de boot niet had gemist.
"Begrijpen van diversiteit en
respecteren van
eigenheid"
had een "Cheap-Softe"
leuze kunnen
zijn ware het niet dat we het aan den lijve hadden ondervonden.