maandag 23 januari 2017

Incredible India, 13-16 januari 2017

Vrijdag 13 januari

"Ik koop me een Indisch hemd, ik laat mijn baard groeien en ik bedek mijn ongewassen haar desnoods met een tulband." was ik mezelf aan het oppeppen, wetende dat onze valiezen ergens in de Indische chaos waren blijven hangen.

"Vermoedelijk zitten ze vast bij de douane op de luchthaven van Delhi", vertelde ons een jong kereltje dat ons te woord stond in het Jet Airways kantoor op de luchthaven van Varanasi.
We hadden toch wel moeten weten dat we onze luggage hadden moeten ophalen wanneer we de Indische hoofdstad waren binnengevlogen."
“In Brussel is ons nochtans verzekerd dat de bagage rechtstreeks door zou vliegen naar Varanasi ", protesteerde Bart die nu al meer dan 20 keer in Indië had verbleven en zoiets nog nooit had meegemaakt.
Het jongetje leek veel meer begaan met een boze landgenoot die zich dik maakte omdat er een wieltje van zijn valies was afgebroken.
Hij maakte een kopij van onze instapkaart en bagagetag en schreef er een telefoonnummer op waarmee we het maar moest regelen.
Langzaam ontwaakten we uit onze schaapachtige submissiviteit en we eisten dat het kereltje zelf de telefoon nam, verifieerde waar onze bagage zich bevond en het stante pede oploste.
Het resultaat was nog een half uur wachten op zijn baas die een telefoontje deed zonder resultaat, wat kopijen nam van onze paspoorten en ons visum en ons e-mailadres vroeg met de geruststellende boodschap dat hij zijn best ging doen om het op te lossen.

“Don’t worry”, had Bart een uur voordien nog tegen mij gezegd toen het groepje passagiers aan de baggage reclaim area vervaarlijk was uitgedund : “Ik heb ooit als laatste mijn valies uit het zwarte gat zien komen.”
Maar de band viel stil en wij ook…

Ik had Bart leren kennen toen ik in het begin van de jaren 2000 de grote Leuvense ziekenhuisdeal onderhandelde met hem als OCMW-voorzitter.
Die samenwerking was alvast succesvol geweest en ik had dan ook geen enkele reden om te aarzelen toen hij me op Hapje Tapje in de Naamsestraat vroeg om eens naar zijn projecten te komen kijken in India.



Bart studeerde sociologie aan de KU Leuven, trad gedurende enkele jaren binnen in het seminarie voor priesteropleiding en werkte 20 jaar als directeur van een beschutte werkplaats.
Intussen had hij allerlei vrijwilligersinitiatieven opgezet rond buurtwerking, opvang van ex-gevangenen en begeleiding rond drugs.
Nadien was hij actief geweest in de Leuvense politiek, 18 jaar als schepen van Ruimtelijke Ordening en 2 jaar als OCMW-voorzitter.
Op zijn 57ste werd hij directeur van de Medico-Sociale Diensten van de Christelijke Mutualiteit.
Vanaf 1996 was hij actief in India binnen de ngo Women in Need en in 2004 richtte hij zelf een ngo op met de naam PAZ (Partners Zonder Grenzen/Spaans voor vrede)
Deze steunde vooral ontwikkelingsprojecten in de Sundarban, een eilandengroep ten zuiden van Kolkata.
Sinds 4 jaar is Bart gepensioneerd en is hij, naast zijn ontwikkelingswerk, nog actief in talrijke socio-culturele initiatieven.

Op de achterbank van de auto waarmee Father Amal, onze lokale contactpersoon, ons kwam halen, werd ik opgenomen in het  apocalyptisch schouwspel van aarden weggetjes, lichtloze fietsen en af een toe een nest winkeltjes als voorposten van de echte stad.



Het lukte me snel om de hoop op een fatsoenlijk hotel en dito dinner op te geven en ik was zelfs bereid mijn afsluiting van het internet onder ogen te zien ware het niet dat precies Indië op het vlak van informatica een hoge reputatie genoot.
"Laat je to do-lijstje maar verdrinken in de Ganges ", scheen de oranjegele maan mij lachend toe te fluisteren.

Drie kwartier later was ik snel uitgepakt in een grote koude kamer met twee britsen en een dun matrasje dat vroeg om bedekt te worden met de lakens en een deken die aan zijn voeteinde hadden postgevat.



Langs alle kanten werd je bekeken door Jezussen en Maria's behalve in de badkamer waar een doucheknop vroeg of je zou riskeren om onder hem te gaan staan.
Het was er veel kouder dan ik me had voorgesteld en ik was blij dat ik mijn trui uit mijn rugzak kon halen.

Was het daarom dat we in de eetplaats van het convent; door de hoofdzuster van de verpleegsterschool een glas warm water geserveerd kregen?
Ik hield het liever bij koffie dat voor hen gelijk stond met café latte zodat ik spijt had dat ik niet meer kon switchen toen ze de theezakjes op tafel zette.

Een paar uur later kregen we door twee "Tamilpriesters" French Fries geserveerd.
Bart bleef een tijdje overtuigd dat het gold als aperitiefhapjes voor de "real dinner" die ons door de zusters zou worden geprepareerd.
Een opeenvolging van kippeboutjes, een berg zaadbolletjes, een soort Indische kroepoek en een groenteschotel met olijven en spinazie overtuigden ons dat de zusters hun culinaire taken hadden gedelegeerd aan de twee pastoors.
Ze vertelden dat ze allebei afkomstig waren van de Tamil Nadu provincie en in Varanasi waren in het kader van hun opleiding en missioneringstaken.
Eén van beiden had in Leuven theologie gestudeerd en vertrok eerstdaags naar Wenen om gedurende vier jaar zijn doctoraat voor te bereiden.

Hij vertelde dat over heel India ongeveer 2% van de bevolking christelijk was, in aantal het hoogst in Tamil Nadu en Kerala en procentueel het hoogst in de Noord-oostelijke provincies onder andere Assam en Manipur.

In de loop van de laatste decennia zou de enorme economische groei in India vooral ten goede gekomen zijn aan de superrijken en de Indiase middenklasse, de zogenaamde "creamy layer" die werd geschat op iets meer dan 20% van de bevolking.
Van de 1.24 miljard inwoners waren er ongeveer 350 miljoen mensen (27%) die leefden onder de armoedegrens die was vastgesteld door de Indiase regering, bijna 42% van de bevolking wanneer men de definitie nam van de Wereldbank.
Schrijnend was dat de kindersterfte in India vergelijkbaar was met het veel armere buurland Bangladesh en dit gepaard gaande met een groot probleem van ondervoeding terwijl anderzijds het land netto voedsel exporteerde.
Daarbij kwam dat slechts de helft van de Indiase meisjes basisonderwijs volgde en daarvan viel 10% voortijdig af.
Zeer optimistisch schatte de overheid zelf dat 14% van deze kinderen een vaste baan had, meestal als een vorm van slavernij
Het was Jeanne Devos die in dit verband een jarenlange strijd gevoerd had tegen de uitbuiting en het seksueel misbruik van deze zogenaamde "domestic house workers".

"Door de groeiende opkomst van het hindoe-fundamentalisme komen andere religieuze groeperingen zoals de christenen maar ook de moslims meer en meer onder druk te staan", vertelde Vimal, de andere priester :



”Op federaal valk heeft de BJP (hindoe-partij) de macht overgenomen van de Congress Partij van de Gandhi’s.
Hier in de staat Uttar Pradesh zijn er ook politieke groeperingen die samenvallen met een kaste, een moslimpartij en ook een politieke groepering die opkomt voor de laagste kasten met name de Bahujan Samaj Party onder leiding van de charismatische Mayawati, die in het verleden viermaal tot chief minister van Utah Pradesh was gekozen."

De diepe wortels van het hindoe-fundamentalisme zijn nauw verbonden met het moslim-fundamentalisme en dateren van de periode net voor de onafhankelijkheid van India.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog hadden twee Indiase juristen zich geprofileerd in de politiek : Muhammad Ali Jinnah (1876 - 1948) en Mohandas Karamchand Gandhi (1869 - 1948).
Binnen de zogenaamde "Congress Partij" ijverden ze voor de éénheid tussen moslims en hindoes. Jinnah wilde via een grondwettelijkje benadering tot zelfbestuur komen terwijl Gandhi opteerde voor een strategie van geweldloos verzet met als hoogtepunt de Zoutmars op 12 maart 1930.
Die leidde tot honderden arrestaties en een ongekend brutaal optreden van de politie dat lijdzaam werd ondergaan door de "satyagrahi's”.
Uiteindelijk kreeg India in 1935 beperkt zelfbestuur.
Toen in '37 de resultaten van de eerste verkiezingen bekend waren, bleek dat het Indian National Congress de overwinning had behaald in 8 van de 11 provincies.
Jinnah stelde voor dat “zijn” All-India Muslim League en het Congress hun krachten zouden bundelen op voorwaarde dat het Congress de League als enige stem van de moslimgemeenschap accepteerde.
De Congresspartij die een groot aantal moslim-leden telde, verwierp zijn voorstel en van toen af eisten Jinnah en zijn getrouwen een afzonderlijke moslimstaat.

Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog maakte de Labour-regering in Londen een begin met de dekolonisatie van het Britse imperium.
Lord Louis Mountbatten, die verwant was aan de Britse koninklijke familie, werd de nieuwe viceroy en kon het goed vinden met Nehru, de leider van de Congresspartij en vertrouweling van Gandhi, en veel minder met Jinnah.
Hij kon niet vermijden dat het land werd gesplitst in India met 82,5% van de bevolking en Pakistan dat bestond uit 2 provincies met name Oost- en West-Pakistan.
Later zou Oost-Pakistan zich met de hulp van Indië losscheuren van het dominante West-Pakistan en in 1971 onafhankelijk worden als Bangladesh.



Na de onafhankelijkheid van India op 15 augustus 1947 ging Gandhi in hongerstaking omdat hij ontzet was over de aanvallen van extremistische hindoes op moslims.



Op 30 januari 1948 werd hij door één van hen doodgeschoten.
De schok bracht de natie weer bij zijn zinnen en Nehru slaagde er in om in zijn ambtsperiode als eerste minister tussen 1950 en 1964 een socialistisch beleid te voeren en een economische groei op gang te brengen door steun zowel van het Westen als van de Sovjetunie.
In het begin van de jaren '60 verslechterden de relaties tussen India en Pakistan vooral met betrekking tot de provincie Kasjmir en beide landen ontwikkelden een atoombom.
Nehru's dochter, Indira Gandhi, voerde een nog socialistischer beleid dan haar vader maar kreeg een zware slag toen ze in '75 werd schuldig verklaard door het hooggerechtshof van misbruik van overheidsmiddelen voor verkiezingsdoeleinden.
Toch bleef ze, een korte tussenperiode niet te na gesproken, tot 1984 aan de macht.
Dramatisch voor het einde van haar regeringsperiode was de bestorming door het leger van de Gouden Tempel van Amritsar in Punjab, het land van de Sikhs, waarbij duizenden sikhs om het leven kwamen en de Gouden Tempel ernstig werd beschadigd.
Vier maanden later werd ze doodgeschoten door twee van haar sikh-lijfwachten.
Ook haar zoon, Rajiv Gandhi, die haar was opgevolgd, werd uiteindelijk in 1991 slachtoffer van een zelfmoordaanslag door de Tamil-tijgers.

In december 1992 verwoestte een groep fanatieke hindoeïstische kar sevaks (vrijwilligers) de 16e-eeuwse moskee in Ayodhya die zou gebouwd zijn op de plaats waar vroeger een belangrijke hindoetempel had gestaan op de geboortegrond van  Rama.
In heel India braken rellen uit en vooral in Mumbai vielen honderden doden.
In' 96 kwam voor het eerst de Bharatiya Janata Party (BJP) op als politieke arm van een groep rechtse hindoe-organisaties die ijverden voor India als thuisland voor de hindoes.
Voorzitter Atal B. Vajpayee wist een coalitie te smeden maar die hield nauwelijks twee weken stand en opnieuw kwam het Congress aan de macht.
Twee jaar later werd Vajpayee opnieuw premier en zijn regering stelde de Indiase economie open voor buitenlandse bedrijven.
Maar het hindoe-nationalisme van de BJP hield ook in dat landelijke wetenschappelijke en culturele instellingen werden gezuiverd van degenen die zich niet konden vinden in de “Hindutva-lijn” en dat schoolboeken werden herschreven volgens de BJP-interpretatie van India's geschiedenis.
De wraakacties na gewelddadigheden tegen hindoes in Gujarat joegen 150.000 moslims op de vlucht en kosten ongeveer 2000 van hen het leven.

In 2004 kwam opnieuw het Congress aan de markt onder leiding van Rajiv Gandhi's weduwe, Sonia Gandhi, die omwille van haar Italiaanse rooms-katholieke achtergrond de partij aanstuurde van achter de schermen.
De economie bleef sterk groeien en in 2007 telde India het op drie na grootste aantal dollarmiljardairs ter wereld.
Anderzijds nam de onrust vanaf 2008 opnieuw toe met gecoördineerde schietacties en bomaanvallen op 12 locaties in Mumbai, vermoedelijk vanuit Pakistaanse hoek.
Bovendien vonden er regelmatig aanslagen plaats door de "Naxalites", maoïstische opstandelingen die in echte Robin Hood stijl, de rijken beroofden om het aan de armen uit te delen.
Later pleegden ze terroristische aanslagen en dit vooral in de staten van Midden India maar ook in West-Bengalen en de noordoostelijke provincies.

Intussen heeft de BJP sinds 2014 op federaal vlak de absolute meerderheid verworven met Narendra Modi als premier.
"Binnenkort zijn er nieuwe deelstaatverkiezingen" zuchtte father Ashish die was komen aansluiten: "Als de BJP hier in Uttar Pradesh de meerderheid pakt, is het met ons gedaan…”


Zaterdag 14 januari

In de voormiddag kocht ik in de plaatselijke supermarkt een Philips scheermachine, een hemd, een pyjama, ondergoed en tandpasta voor nog geen 60 euro.
Incredible India...!?

‘s Namiddags kregen we een rondleiding in het St. Mary's hospitaal.
Het rechthoekig wit gebouw met een rozentuin als entree, verklapte zijn verval door afgebladderde verfplekken die Bart toeschreef aan het klimaat.



Een achttal geneesheer-specialisten hield drie voormiddagen per week raadpleging, zo vertelde pater Vimal, zijnde zo'n 30 consultaties per dag.
Tijdens ons namiddagbezoek waren alle deuren vergrendeld inclusief die van het Labo en de Medische Beeldvorming en er hing een pancarde tegen de muur met activiteitstargets voor 2014-15.




De nieuwe targets waren "in proces", zo zei onze gids, net als onze bagage en net als het certificaat dat ontbrak bij de aanvraag van Barts visum en waarvan we nu vermoedden dat het wel had bestaan maar reeds geruime tijd vervallen was en dus…” in proces”.
Met het” inpatient”-gedeelte ging het duidelijk in “decline” gezien onze queeste door tal van leegstaande verpleegafdelingen uiteindelijk leidde tot het vinden van twee patiënten, bijgestaan door vier verpleegkundigen in opleiding en een jonge "staf nurse.”
Toch vonden we een goed uitgeruste operatiezaal en een kleinere ruimte voor oogheelkundige ingrepen met phaco-toestel.
Op de intensieve zorgen was een beademingstoestel voorhanden met daarnaast een defibrillator.



Op onze vraag, antwoordden wat giechelend-verlegen stagiairs-verpleegkundigen dat de laatste patiënt was beademd ongeveer een maand geleden en momenteel nog in proces/progress was (konden we niet onderscheiden).
De spoedgevallendienst was met een hek afgesloten en toen we vroegen hoe patiënten daar terecht konden, antwoordde vader Vimal dat er een 24 uurs permanentie was en het patiënten wel wisten waar ze moesten bellen om het urgentieteam te mobiliseren.


Nochtans was het een tiental jaar geleden een bloeiend ziekenhuis geweest met veel patiënten, meende Bart zich te herinneren.
"De reden waarom we geen verwijzingen krijgen," zei Vimal, "is omdat we geen commissie geven.

Je moet weten dat elke behandelaar 150-200 Indische Roepies (100 INR is 1.4€) krijgt van het ziekenhuis waarnaar hij een patiënt verwijst en die corruptie is niet aan ons besteed.
Toen ik vroeg of ze samenwerkten met ambulante centra in de "community", verwees hij naar de zogenaamde "camps" waar artsen met een verpleegkundige in de dorpen raadpleging hielden en in principe voor gespecialiseerde pathologie naar het ziekenhuis konden verwijzen.
Dat laatste gebeurde dus quasi niet en we meenden te begrijpen dat er voldoende andere hospitalen waren in de regio om patiënten op te vangen, 't is te zeggen degenen die vooral de dure medicatie konden betalen.
Het kon toch niet anders dat in een dergelijke overbevolkte en arme regio een gigantische vraag moest zijn naar preventie en medische zorg.
Toen ik vroeg of dit het enige hospitaal was in de streek, antwoordde hij: "Ja het enige in deze diocees" en hij bedoelde dus het enig katholiek ziekenhuis waaruit kon afgeleid worden dat er weinig afstemming was binnen een verzuild systeem.

Over de kwaliteit van de zorgverlening konden we moeilijk een oordeel vellen maar indien men nog iets met dit ziekenhuis wou bereiken, dan was de enige escape een betere afstemming met de andere zorgvoorzieningen in de regio, de aanpak van corruptie en een economisch model dat hapbaar was én voor het privé-initiatief van het bisdom, de overheid én dat voor een voldoende groot deel van de populatie betaalbaar was.
Het feit dat een leeg restaurant geen nieuwe klanten trekt, was bovendien voor dit ziekenhuis een reputatieprobleem dat moeilijk zou te keren zijn.

Later vertelde vader Ashish, de baas van het ziekenhuis, dat het grootste probleem erin bestond om artsen aan te trekken en up to date apparatuur te voorzien.
Artsen waren gesalarieerd en met een consultatie-fee van 30 roepie (ongeveer een halve euro) resulteerde dit in een verlies dat door het bisdom werd gedragen.
De farmacie was de enige winstgevende tak doordat er een marge kan worden aangerekend op het afleveren van medicatie (met een wettelijk maximum) en dit was vooral winstgevend voor de hospitalisatie (twee patiënten??) en minder voor ambulanten gezien deze ook in een andere apotheek konden kopen.
Hij gaf aan dat er wel degelijk contacten waren met andere ziekenhuizen maar dan vooral met het oog op specialisatie en taakverdeling.
Hij relativeerde sterk de neerwaartse trend en gaf aan dat het ziekenhuis terug in de lift zat en quasi break even draaide.

De interne Indische appreciatie en de externe Europese evaluatie leken lichtjaren van elkaar verwijderd.

Bart, Vimal en ik waren met onze driver een half uur te laat vertrokken naar de Ganges.
Er waren bijzondere festiviteiten gepland naar aanleiding van één of ander Hindoefeest en het was onmogelijk om de heilige oever te bereiken langs de "klassieke " toeristenroutes.
Ik trachtte de planning overhoop te gooien met mijn voorstel om de chauffeur naar huis te sturen, een boottocht te maken op de Ganges, 's avonds ergens in de binnenstad iets te gaan eten en zelf een taxi te nemen naar het convent.
Niet zonder enige aarzeling werd het avondmaal bij de zusters geannuleerd, de chauffeur werd weggestuurd en tien min later vonden we onszelf starend naar de Brahmaanse upper class, performing een religieuze ceremonie met kandelaars vol brandende kaarsjes en allerlei' schaaltjes en schrijnen met dampende wierook.





Toen plots een jongen bij ons stond om kaarsjes te verkopen, werd hij door Vemal weggejaagd.
Ik riep hem terug en kocht 2 kaarsjes die ik op de Ganges uitzette, een kwartier voor het vrouwenkaarsje mij mailde om aangestoken te worden.

Ik wou de lijkverbranding nog eens zien maar Bart en Vemal zeiden dat het veel te ver was.
Plots stond er naast ons een mannetje die door Vemal met argwaan werd bekeken.
Hij toonde ons hoe we vlakbij konden geraken, gaf ons uitleg over het ritueel toen heel toevallig 2 lijken waren aangebracht, één voor het vuur en één voor het water.

Toen we even later geen restaurant vonden, stond er plots een Varanasiër naast ons die zijn tuktuk aanbood en ondanks het feit dat Bart hem te duur vond, huurden we hem in.
Hij voerde ons naar een leuk restaurant, wachtte en bracht ons naar het convent zodat ook ons taxiprobleem was opgelost.

Mysterious, holy Ganges…

Incredible India!?




Varanasi en meer specifiek de westelijke oever van de Ganges is sinds eeuwen een heilige plaats voor de Hindoes.
Vanuit heel India reizen mensen hierheen om te bidden, zich te zuiveren in het heilige water en -voor degenen die zo’n 35.000 roepies kunnen betalen- het lichaam van een gestorven familielid te verbranden of aan de rivier toe te vertrouwen.
Dat laatste was verplicht voor Saddhus (heilige mannen), mensen gebeten door een slang, melaatsen, slachtoffers van ongevallen of misdrijven, zelfdoders, zwangere vrouwen en kinderen.

Het hindoeïsme is niet terug te voeren tot een bepaalde stichter en heeft geen heilig boek dat wordt beschouwd als de enige geschreven autoriteit
Er zijn honderden verhalen over goden en godinnen, heiligen en demonen, de zon en de maan en alle elementen van de natuur.
Ze worden geëvoqueerd op jaarmarkten en tijdens festivals, in traditionele liederen, dans en heldendichten.

Het hindoeïsme is een filosofie vol contrasten.
Enerzijds aanvaardt het hindoeïsme dat er vele paden zijn die leiden naar hetzelfde doel en is het ook bereid om de goddelijkheid van de profeten en andere religies te erkennen (verdraagzaamheid); anderzijds kan men ook star vasthouden aan klasseverschillen en ingeroeste gebruiken.
In hun Sanskritische lofzangen en gebeden, vastgelegd in de vier Veda's, wordt enerzijds verwezen naar verschillende godheden (pluralisme) doch men ging deze steeds meer beschouwen als manifestaties van één goddelijk principe (monisme).
Als aanvulling op de Veda's werd tussen 800 BC en 400 BC de zogeheten Upanishads geschreven in een poging om een meer gesystematiseerde vorm van religie vast te leggen.
De hindoeïstische heldendichten zijn naar alle waarschijnlijkheid in de eerste eeuw van de christelijke jaartelling ontstaan. Later zijn ze uitgewerkt in de Purhana's die omstreeks het jaar 500 werden voltooid.

De Mahabharata gaat over de strijd tussen de 5 Pandava's en hun neven en expliciteert dat er 3 paden zijn die kunnen leiden tot zelfrealisatie: : jnana (kennis) bahkti (toewijding en liefde) en karma (daden, werk)
Aan de vooravond van de slag weigert Arunja te vechten tegen zijn bloedverwanten waarop Krishna een verhandeling  houdt over de onsterfelijkheid van de ziel en de plicht om aan de dharma te  voldoen.

De Ramayana  is een ander Indisch heldendicht en zou geschreven zijn rond 400 BC. Prins-Rama, een incarnatie van de God Vishnu, komt naar voor als de ideale koning, de ideale broer en de ideale zoon.
Hij wordt 14 jaar verbannen en wanneer zijn vrouw Sita is ontvoerd, kan hij met de steun van het apenleger van Hanuman, de demonenkoning Ravana verslaan en zijn vrouw bevrijden.

In de hindoe-mythologie wordt Brahma beschouwd als de oppergod die samen met de meer populaire Vishnu en Shiva de Trimurti vormen.



Brahma creëert, Vishnu onderhoudt en Shiva verwoest en verandert.
Vishnu manifesteert zich vooral onder verschillende verschijningsvormen (avatars) zoals Rama en Krishna.
Heel populair is Ganesh, de zoon van Shiva en Parvati, die wordt voorgesteld als een mens met een olifantenhoofd.
Hij werd gezien als de god van de wijsheid en het goede begin en aanbeden bij de start van een reis of een nieuwe onderneming.

Omstreeks 563 v.C. werd in Lumbini (het huidige Nepal) prins Siddhartha Gautama geboren, de latere Boeddha.



Zijn leven vormt de achtergrond van talrijke boeddhistische leerstellingen met als ultiem doel het bereiken van de verlichting en het opgaan in het nirwana.

Van in de achtste eeuw AD verbreidde de islam zich geleidelijk in het noorden van India.
In de 12e eeuw veroverden Muhammad Ghauri de steden Lahore en Delhi doch de Rajput-dynastieën van Noord-India hadden zich nooit volledig overgegeven.
Boeddhistische kloosters kregen het zo zwaar te verduren dat het boeddhisme vrijwel geheel verdween uit het land waar het was geboren en anderzijds zich heeft gepositioneerd als een zeer invloedrijke religie in Zuidoost Azië, Tibet, China en Japan.
Eén van de belangrijkste Mughals (Mongoolse keizers) was Akbar (1556-1605) wiens politiek van religieuze verdraagzaamheid hindoes en moslims nader tot elkaar bracht.

Andere minderheidsgroepen zijn de christenen en de Jaïnisten, een godsdienst verwant aan het boeddhisme waarbij ieder levend wezen wordt beschouwd als een onafhankelijke jiva (eeuwige ziel) waarbij de onsterfelijke kern moet bevrijd worden van materiële deeltjes gegenereerd door de werking van het karma.

Tenslotte zijn er nog de adivasi's of tribals, de oorspronkelijke bewoners van India voordat de Ariërs binnenvielen, en die vooral wonen in Madhya Pradesh, Chattisgarh, Jharkland, Odisha en de noordoostelijke staten.
Vaak hebben ze meer gemeen met de volkeren uit het oostelijk gelegen Myanmar dan met bijvoorbeeld de Indiërs uit het zuiden.
Ze worden door de hindoes op de laagste plaats van het kastestelsel gedeponeerd en zijn vaak het slachtoffer van landonteigeningen door de overheid zonder dat ze hiervoor gecompenseerd worden.


Zondag 15 januari

Zondagmorgen waren we verplicht om weer aan te kloppen bij het meest klantonvriendelijk mannetje ter wereld : de plaatselijke baas van Jet Airways bij wie we al twee dagen opeenvolgend vruchteloos hadden geprobeerd om het terugkeerproces van onze bagage in gang te krijgen.
Zaterdag hadden we 3/4 u gereden om speciaal bij zijn hokje te komen kloppen vermits hij telefonisch nog nooit bereikbaar was.
Het kostte ons toen 1u om hem te laten zeggen dat hij twee mails ging schrijven : naar Londen en Delhi om te checken of onze bagage daar stond te slapen, dat hij dan een poging zou doen om ze te dedouaneren (wat volgens hem niet zou lukken) en dat we als back-up oplossing onze bagage dan maar zelf in Delhi moesten ophalen.
We hadden hem niet kunnen overtuigen om zelf naar de Jet Airways desk van Delhi te bellen en hij schreef het telefoonnummer op van Vimal voor verder nieuws met de overtuiging van Donald Trump die zich excuseert omdat hij een vrouw heeft lastig gevallen.

Met volle overgave hadden Bart en ik ons gestort op het parallelle circuit, eerst via onze reisorganisatie die een dossiernummer vroeg van onze claim wat we nooit hadden gekregen, daarna naar de website van Jet Airways waar we vastliepen op hetzelfde euvel tot we een infomailadres vonden van de luchtvaartmaatschappij waarop we nog eens alle nummers van passen, visa, tags en boarding passes braakten.
We kregen een referentienummer en binnen de 24 uur zouden ze ons een antwoord geven.

Tracking met het bewuste nummer liep vast en ook de bunch telefoonnummers die we hadden gekregen, bleven onverstoorbaar bezet of in automatic reply.
Toen zondagmorgen geen enkele van onze retrieve-kanalen tot iets tastbaars had geleid, hadden we weinig tijd nodig om in te pakken en te vertrekken om een dag vroeger naar Delhi te gaan en zo voldoende tijd te houden om in het labyrint van de grootste Indische luchthaven onze bagage terug te vinden alvorens naar Kolkata af te reizen.
We hielden rekening met het horrorscenario dat onze bagage en wijzelf tussen Delhi en Varanasi zouden kruisen.



We werden hierin gerustgesteld door het Jet Airways mannetje die beweerde nog geen reply te hebben gekregen op zijn informatiemails
Hij wou ons wel 2 tickets voor de Delhi verkopen maar op geen enkele wijze was een compensatie met onze oorspronkelijke tickets van de dag nadien bespreekbaar.
De foute informatie die ons in Brussel werd gegeven kostte ons, los van de miserie, nog maar eens meer dan € 100 de man om nog te zwijgen van het hotel dat we die nacht in Delhi zouden moeten reserveren
Als bij mirakel kon Matthew toch het Jet Airways kantoor van Delhi aan de telefoon krijgen waar men doodleuk beweerde dat onze bagage er inderdaad stond maar nog door niemand was geclaimd…?
De motor van het systeem was duidelijk vastgelopen of liever er zat  helemaal geen motor in of liever er was duidelijk niemand die ons probleem wou oplossen.

Incredible India!?

In Delhi knuffelden we onze valiezen en we trakteerden ons op een nachtje Radisson om de terugkeer van onze verloren bagage te vieren.




Maandag 16 januari

De volgende dag, op weg naar Kolkata, met de bagage reeds in onze handen, kregen we van Jet Airways online een laconiek bericht dat ze meer informatie nodig hadden die nota bene in onze mail, die eronder hing, was ingeplakt
Nog eens 4 dagen later stuurden ze ons een dossiernummer dat ooit ergens een stille dood zal sterven…

"Wie gaat mijn erfenis overnemen?" mijmerde Bart ’s avonds rechtover mij aan een clean plastieken tafeltje, dat de golven van roos-blauw-paarse neons zijn bovenblad liet strelen.
In het pseudo-trendy noisy Kolkataanse restaurant stonden 3 TV-schermen die sexy Indiennes je testosterone lieten ronddraaien afgewisseld met zeemzoete koppeltjes in een romantische omstrengeling.
"Af" gebood ik mijn prostaat en ik antwoordde Bart dat een goede erfgenaam voor hem vinden, niet makkelijk zou zijn.
Misschien moest PAZ verder gezet worden in het perspectief van een vernieuwde filosofie van ontwikkelingswerk, al dan niet samen met andere organisaties of netwerken?
"De meeste van onze projecten en dan denk ik vooral aan de Blindenschool in Varanasi en de lagere school in Lalgola, zijn op termijn zeker selfsupporting maar ik zie geen mogelijkheid om de Clinic Boat van de Sundarbans break even te krijgen ", antwoordde hij : "We zijn van plan een project op te zetten rond visserij maar ik betwijfel of dit voldoende spin-off zal genereren voor onze boot."
"En toerisme," had ik gehoord van iemand en in mijn electronisch boekje genoteerd.
Bart glimlachte wat meewarig en gaf aan dat de infrastructuur op deze eilanden hiervoor totaal ontoereikend was en dat men in het beste geval een boottochtje kon organiseren.

"Inderdaad wel moeilijk om een sustainable economisch model te bouwen", antwoordde ik " maar ken je toevallig Kim Tan?"



Hij is de zoon van een Chinese immigrant in Maleisië en de stichter van Springhill Biotech Ventures? Hij is tevens voorzitter van het NCI Cancer Hospital in Maleisië en zit in de board van de Asia Pacific Economic Cooperation (APEC).
Maar Tan is ook medestichter van het Transformational Business Network (TBN), dat ondernemers in ontwikkelingsgebieden ondersteunt door hen in contact te brengen met mentors, resources en kapitaal met momenteel 60 businesses in 22 landen en ongeveer 22 miljoen $ investering.

Zo vertelde Tan in een interview over zijn toilettenproject in de slums :
"Men vond in een sloppenwijk hier en daar een artisanaal gemaakt toilet.
De meeste mensen vergeten dat er ook in de slums een monetaire of vaak informele economie bestaat waarin kleine ondernemers allerlei zaakjes kunnen ontwikkelen.
In geval van de toilettencase, zetten ze een fabriek neer die in massaproductie duizenden toiletten kon maken met als gevolg een “affordable price”.
Uiteraard was er een initiële investering nodig en met de hulp van de artisanale toilettenbouwers, konden ze voldoende capabele workforce recruteren voor de fabriek.
Uiteindelijk resulteerde het project in een sterk verbeterde hygiëne in de slums en werkgelegenheid voor een paar honderd mensen en eens op kruissnelheid, bleek het nog winstgevend te zijn ook.
Naast de economische return on investment, was er ook een sociale,  spirituele en ecologische meerwaarde was van het project!"

“Rendabiliteit allemaal goed en wel maar er is toch ook zoiets als solidariteit met de minder begoeden zeker als ze ziek worden”, repliceerde Bart.
“Klopt, maar vergeet niet dat ook in ons land gezondheidszorg wel degelijk is ingebed in een economisch model waarbij de economische activiteit en vooral de export voldoende marge moeten genereren om 10% van het BNP uit te geven aan gezondheidszorg.
Maar anderzijds zitten wij wel in een solidair systeem waarbij achtergestelde groepen mee kunnen genieten van de rendabiliteit van grootverdieners en lucratieve bedrijven.”
“De sleutel ligt toch ook grotendeels bij de overheid”, concludeerden we : ”met name de wijze waarop de gezondheidszorg is georganiseerd, en dit is altijd een emanatie van de politieke en ideologische constellatie van een maatschappij".
En het diepgewortelde kasten systeem zal niet helpen om de gapende kloof tussen arm en rijk hier te overbruggen.

De slaapkamer van het hotel in Kolkata situeerde zich ongeveer halverwege tussen de britsen van het convent in Varanasi en de businesssuite in de Radisson in Delhi. 



De prijzen hadden dezelfde kurve gevolgd: niets in Varanasi (had ik me ook niet kunnen voorstellen om daar iets voor te betalen), € 150 per nacht inclusief ontbijt in Delhi en bijna 3500 roepi of € 42 hier in Kolkata, volledig ten laste genomen door de WBVHA of de West Bengalen Voluntary Health Association.


Met dank aan :
-Insight Guide India
-Bart Massart, mijn co-fotograaf en reisgezel



Geen opmerkingen:

Een reactie posten